Blad 2 gedeelte éénrichtingsverkeer in te stellen (in het kader van het VerkeersMilieuPlan 1994)De huidige inrichting van de Wirdumerpoortsdwinger was hiervan de een concrete maatregel In het GWP is niet een keuze gemaakt voor de wijze waarop de functionele eis van 2-richtingen verkeer geconcretiseerd zou moeten worden. Wel zijn drie oplossingsmogelijkheden geschetst, waaraan door PAL/Groen Links één is toegevoegd waaraan voor deze studie één is toegevoegd. In het uitvoeringsprogramma GWP is dan ook opgenomen dat onderzoek naar gedaan moet worden naar de meest wenselijke oplossing. Daarnaast zijn in het meerjaren uitvoeringsprogramma infrastructuur GWP middelen gereserveerd om na een keuze voor de wijze van ontsluiting ook daadwerkelijk tot uitvoering over te kunnen gaan. Positionering project Bij de ontwikkeling en beoordeling van de verschillende varianten is het van groot belang vooraf vast te stellen waarom de wens bestaat de huidige situatie aan te pakken, welke ontwikkelingen rondom dit gedeelte van de binnenstad spelen en wat de stedenbouwkundige visie is voor de binnenstad. Consequenties huidige situatie Doordat gemotoriseerd verkeer momenteel alleen van noord naar zuid kan rijden en door de wijze waarop de Wirdumerpoortsdwinger op dit moment is vormgegeven (gezien de toen geldende uitgangspunten op dat moment de best mogelijke oplossing) doen zich een aantal consequenties voor die onwenselijk blijken te zijn, of als onwenselijk worden ervaren door de weggebruikers. Het betreft de volgende De zuidoostkant van de binnenstad is vanuit het zuiden alleen indirect bereikbaar (via de Willem Lodewijkstraat/Vliet of via de Groeneweg) Parkeergarage Zaailand is bereikbaar via de Prins Hendrikstraat: dit leidt mede tot een grote verkeersdruk op de kruising Zaailand-Prins Hendrikstraat; Fietsverkeer ervaart de routes die zij moet volgen niet altijd als logisch: met name de relatie van west naar oost is hier een voorbeeld van. Positief aan de huidige situatie zijn de goede doorstroming voor verkeer van noord naar zuid, de goede doorstroming en haltevoorzieningen van het openbaar vervoer en het feit dat door de ruime inrichting de Wirdumerpoortsdwinger de beoogde en gewenste toegangspoort vormt voor de binnenstad - een duidelijke overgang naar een verkeersluwe binnenstad. Relevante ontwikkelingen rondom binnenstad Zuidoost Er zijn een aantal ontwikkelingen rondom dit gedeelte van de binnenstad die een samenhang hebben met de inrichting van de Wirdumerpoortsdwinger. De keuze voor de wijze waarop Blad 3 weer 2 richtingenverkeer ingesteld kan worden moet zo veel mogelijk ten dienste staan aan deze ontwikkelingen - verkeer is een middel om de stad als geheel beter te laten functioneren. De volgende ontwikkelingen zijn relevant: De 'poortfunctie' van de Wirdumerpoortsdwinger voor de binnenstad De herinrichting van het Wilhelminaplein en de realisatie van een museum aldaar De uitbreiding van winkelcentrum Zaailand nabij de Wirdumerdijk De functiewijziging van de Prins Hendrikstraat en het Ruiterskwartier van verkeersader tot autoluw gebied De realisatie van de museumhaven aan de Willemskade Stedenbouwkundige visie In de stadsvisie 'Varen onder eigen Vlag' is er nadrukkelijk voor gekozen om de binnenstad van Leeuwarden verder te ontwikkelen en op te waarderen als een van de belangrijkste kwaliteiten van de stad. De ruimtelijke/stedenbouwkundige kwaliteit van de stad is hiervoor een belangrijk aspect. Als begrenzing van de binnenstad wordt de stadsgracht aangehouden. Belangrijke voorwaarde voor het halen van de gewenste ruimtelijke kwaliteit is dat de binnenstad zo veel mogelijk autoluw wordt gemaakt, met korte aanrijroutes naar de parkeervoorzieningen die in de binnenstad zijn gelegen. Bij de beoordeling van de verschillende varianten zijn bovenstaande aandachtspunten betrokken. Daarnaast hebben een aantal van de hiervoor gepresenteerde inzichten zich vertaald in concrete uitgangspunten bij de ontwikkeling van de varianten. Onderzoeksopzet Het onderzoek kenmerkt zich door een aanpak in twee stappen. In de eerste stap is getoetst aan de normen van de Wet Geluidhinder. Deze normen kunnen namelijk zeer bepalend zijn voor de haalbaarheid van een variant. Wanneer een variant leidt tot een te grote toename in geluidsniveau bij omliggende woningen mag de betreffende variant niet gerealiseerd worden en is verder onderzoek niet nodig. In het onderzoek is overigens zeer uitdrukkelijk naar oplossingen voor eventuele geluidsproblemen gezocht. In de tweede stap worden de resterende varianten onderling vergeleken op diverse criteria. Het onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau DHV. Het resultaat van hun bevindingen is weergegeven in de bijgevoegde rapportage. In deze nota zijn daarnaast nog een aantal voor de besluitvorming relevante aspecten toegevoegd. Als basis voor de verkeerskundige analyses en de geluidsberekeningen is het onlangs geactualiseerde verkeersmodel Leeuwarden 2002-2020 toegepast

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 185