2. Beleidsbegroting
2,1 Programmaplan: Programma Algemene Dekkingsnniddelen (15)
c. Dividend
De gemeente heeft aandelen in een aantal vennootschappen. Onder dit hoofd zijn enerzijds de
toegerekende rentelasten over de boekwaarde van de aandelen opgenomen en anderzijds de
verwachte dividendopbrengst. Bij de opbrengsten is rekening gehouden met de voorgenomen heffing
van vennootschapsbelasting.
Bedragen x 1.000
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Lasten
Realisatie
BHP 496 Dividend
288
289
294
294
294
294
Baten
Realisatie
BHP 496 Dividend
990
361
336
336
336
336
Saldo dividend
-701
-71
-43
-43
-43
-43
d. Saldo van de financieringsfunctie
Hieronder moet worden verstaan het saldo van:
a. de betaalde rente(last) over de aangegane geldleningen en over de aangetrokken middelen in
rekening-courant en
b. de ontvangen rente(baat) over de uitzettingen.
Over het aangetrokken vreemd vermogen wordt rente betaald, terwijl voor de uitgezette middelen
rente wordt ontvangen.
Deze aan derden betaalde en van derden ontvangen rente wordt toegerekend aan de investeringen
en op deze wijze ten laste van de programma's gebracht.
Over het bedrag van reserves en voorzieningen wordt eveneens rente berekend.
Op enkele uitzonderingen na komt ten gunste van de bestemmingsreserves alleen een vergoeding
voor inflatie. Ten gunste van voorzieningen wordt geen rente geboekt tenzij de voorziening is
berekend op basis van contante waarde (wachtgelden). Voor zover wel rente wordt berekend over het
saldo van reserves en voorzieningen, maar deze niet ten gunste wordt gebracht van de
bestemmingsreserves of voorzieningen, komt de rente ten gunste van de algemene reserve.
Voor de begroting is uitgegaan van een rentevoet van 4,5 voor de korte termijn rente en van een
rentevoet van 5,5% voor de lange termijn rente. Het omslagpercentage, de rentevoet waartegen de
interne toerekening geschiedt, is vastgesteld op 5,5%.
Na de toerekening van de rente aan programma's resteert op de financieringsfunctie:
Bedragen x 1.000
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Lasten
Realisatie
BHP 488 Rentelasten
1.864
1.359
1.204
1.204
1.204
1.204
Baten
Realisatie
BHP 488 Rentebaten
2.273
2.742
2.859
2.864
2.864
2.864
Saldo rentelasten
-409
-1.384
-1.655
-1.661
-1.661
-1.661
Het saldo wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve.
118
2. BeeSas&egfQtirig
2.1 Programmaplan: Programma Algemene Dekkmgsmiddelen (15)
e. Saldo tussen de compensabele BTW en de uitkering uit het BTW-
compensatiefonds
Inleiding
Het BTW-compensatiefonds (hierna: BCF) is op 1 januari 2003 in werking getreden.
Het BCF wordt - naast enkele andere voedingsbronnen - hoofdzakelijk gevoed door een deel van het
Gemeentefonds (vooralsnog geraamd op 1.114,272 miljoen) over te hevelen naar het BCF. Hiervoor
worden de gemeenten vanaf 2004 gekort via de Algemene Uitkering.
Uit de eerste voorlopige cijfers is gebleken dat de gemeenten over 2003 gezamenlijk rond 200
miljoen meer hebben gedeclareerd dan vooraf was geraamd. VNG en IPO hebben op 10 juni 2004
overleg gevoerd met de beheerders van het gemeentefonds resp. provinciefonds. Tijdens dit overleg
is afgesproken dat de definitieve uitlichting niet eerder dan in 2005 wordt vastgesteld. Onduidelijk is
nog of de hogere declaraties over 2003 een eenmalige gebeurtenis is of dat het hier gaat om een
structureel hoger beroep op het BCF.
Minimumuitkering en vereveningspercentage
Om te voorkomen dat individuele gemeenten te fors zouden worden benadeeld door de invoering van
het BCF, geldt er gedurende de eerste jaren (2003 t/m 2005) een overgangsregeling: de
minimumuitkering. Kern van deze regeling is dat de korting op de Algemene Uitkering wordt
vergeleken met het bedrag dat de gemeente in kasstromen uit het BCF gecompenseerd krijgt. Indien
het nadeel voor een gemeente groter is dan 4,54 per inwoner, komt de gemeente in aanmerking
voor een minimumuitkering voor dat deel.
De extra bijdragen die deze "nadeelgemeenten" ontvangen, worden betaald uit de
vereveningsbijdrage die de "voordeelgemeenten" moeten betalen. Deze vereveningsbijdrage is voor
2003 en 2004 bepaald op 5%. Dit betekent dat gemeenten slechts 95% van de compensabele BTW
terugkrijgen.
Saldo tussen de compensabele BTW en de uitkering uit het BTW-compensatie-fonds
Hieronder moet worden verstaan het saldo van de geclaimde BTW en de ontvangen BTW. In de
overgangsjaren ontstaat er een verschil in verband met de vereveningsbijdrage (voor de jaren 2003
en 2004 is dit vastgesteld op 5% van de declarabele BTW; voor 2005 ramen wij eveneens 5%),
eventueel aangevuld met een minimumuitkering. Het saldo ziet op het effect van het
vereveningspercentage en de minimumuitkering, en komt ten laste van de egalisatiereserve BCF.
Bedragen x 1.000
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Lasten
Realisatie
Vereveningsbijdrage
-231
-244
-251
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Baten
Realisatie
Minimumuitkering
0
0
0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Saldo BCF
-231
-244
-251
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
t.l.v. Egalisatiereserve BCF
-231
244
251
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Totaal
0
0
0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
119