2. Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen 2.2.2 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om omvangrijke tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast. Het gaat daarbij om de verhouding tussen: a. de weerstandscapaciteit, ofwel de beschikbare (financiële) middelen die zonder ingrijpende beleidswijzigingen beschikbaar zijn en b. de risico's. In de afgelopen periode is het weerstandsvermogen niet ingrijpend gewijzigd. Zowel de omvang van de weerstandscapaciteit als de omvang van de risico's zijn ten opzichte van de vorige begroting slechts in geringe mate veranderd. Met betrekking tot de risico's moet wel worden opgemerkt dat de samenstelling anders is. Enkele van de in vorige begroting genoemde risico's zijn niet meer actueel maar daarvoor in de plaats zijn nieuwe risico's gekomen. Om het weerstandsvermogen op peil te houden is het wel noodzakelijk de ondergrens van het Algemene Reserve te verhogen van 7 min. naar 10 min. Op basis van de berekende weerstandscapaciteit en er van uitgaande dat niet alle risico's gelijktijdig en in volle omvang tot tegenvallers zullen leiden wordt het weerstandsvermogen als toereikend beschouwd. 2.2.2.a Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat twee componenten: de structurele en de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele middelen om onvoorziene tegenvallers op te vangen zijn beperkt. Het gaat daarbij om: de onbenutte belastingcapaciteit de post onvoorzien in de begroting. De onbenutte belastingcapaciteit wordt gevormd door de ruimte tussen het normtarief voor Artikel 12 gemeenten en door ons gehanteerde ozb-tarief. Onze ozb-tarieven liggen boven het normtarief Artikel 12 en dus is in die zin geen onbenutte belastingcapaciteit aanwezig. De in de begroting opgenomen bedragen voor onvoorzien zijn de posten 'taxatieverschillen' en de 'stelpost toekomstige tegenvallers'. Het totaal van deze twee is voor de totale beleidsperiode 2,1 min. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen: post onvoorzien in de begroting de algemene reserve het deel van de bestemmingsreserves waarvoor geen harde verplichtingen zijn aangegaan of toezeggingen zijn gedaan. Hieronder wordt de opbouw totaal incidentele weerstandscapaciteit weergegeven: post onvoorzien 0,2 min laagste stand Alg. Reserve 10,7 min vrije deel van bestemmingsreserves tenminste: SIOF 8,5 min egalisatie grondbedrijf 14,5 min overige reserves 2,7 min €25,7 min totaal incidentele weerstandscapaciteit 36,6 min Ter vergelijking: in de begroting 2004 werd uitgegaan van een incidentele weerstandscapaciteit van circa 36,0 min. Uit de weergegeven opbouw van de weerstandscapaciteit blijkt ook dat een minimumstand van de Algemene Reserve van 10,0 min noodzakelijk is teneinde de weerstandscapaciteit te kunnen handhaven op circa 36,0 min. 134 2. Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen 2.2.2.b Risico's De weerstandscapaciteit moet voldoende zijn om de nadelige financiële gevolgen van risico's op te vangen. Risico's laten zich echter moeilijk kwantificeren. Indien dit wel het geval zou zijn, dan zouden de risico's verzekerd kunnen worden of zou er een voorziening voor kunnen worden getroffen. De kwantitatieve inschatting van de omvang van de risico's is bovendien sterk afhankelijk van de (politieke) visie op het risico. Wij vinden het dan ook geen bijdrage aan transparantie van de begroting om per risico bedragen te noemen. Zoals eerder in de paragraaf is geschreven achten wij de weerstandscapaciteit voldoende ten opzichte van de totaliteit van de risico's. De belangrijkste majeure risico's zijn: De ondernemende gemeente Sinds een aantal jaren wordt ingezet op een versnelling van de woningbouwproductie in combinatie met een pro-actieve grondpolitiek. Beide zijn noodzakelijk voor het behoud en de versterking van de sociaal-economische positie van de gemeente. De ondernemersrisico's voortvloeiend uit de genoemde inzet zijn daarmee ook toegenomen. Risico's zijn er met name bij de gelijktijdig kansrijke en risicovolle projecten Blitseard en Zuidlanden. Door de hoge investeringen in deze projecten kunnen er bij vertragingen in de uitvoering tekorten ontstaan. Ook bij de uitvoering van de projecten stedelijke vernieuwing en de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen kunnen tekorten ontstaan. Voor het opvangen van de risico's van het grondbedrijf dient in de eerste plaats de egalisatiereserve grondexploitatie. Door een permanente monitoring van de risicovolle projecten zullen eventuele problemen snel gesignaleerd worden en kunnen maatregelen worden getroffen om de problemen te voorkomen en/of de gevolgen op te vangen. BTW-compensatiefonds De invoering van het BTW-compensatiefonds is o.a. gepaard gegaan met een verlaging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De omvang van deze uitname is gebaseerd op een raming van de BTW die door gemeenten gedeclareerd zal worden bij het BTW-compensatiefonds. Inmiddels is duidelijk geworden dat in 2003 gemeenten meer hebben gedeclareerd dan geraamd. Mogelijk gevolg hiervan is dat een extra uitname uit het gemeentefonds zal plaatsvinden. Of dit daadwerkelijk gaat gebeuren is onzeker omdat eerst ook het declaratiegedrag van gemeenten in 2004 wordt afgewacht alvorens over te gaan tot een eventuele extra uitname uit het gemeentefonds. Dit om beter te kunnen bepalen of het structurele dan wel eenmalige afwijking van de oorspronkelijk geraamde betreft. In 2005 zal hierover meer zekerheid komen. Actualisering aantal uitkeringsgerechtigden Het herijken van de verdeelmaatstaven die worden gebruikt voor het bepalen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds betekent waarschijnlijk dat ook het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigden als maatstaf zal worden herzien. Het (hoge) gemiddelde waar nu nog mee gewerkt wordt door de beheerders van het gemeentefonds dateert van een aantal jaren geleden. Met het actualisering van de maatstaf is door ons deels rekening gehouden. Verondersteld is daarbij dat via andere uitkeringsfactoren 65% van wat bij deze factor weglekt, naar onze gemeente terugvloeit. Dit zogenaamde tweede orde effect is zeker aanwezig, de omvang is echter niet nauwkeurig te bepalen. Juridische procedures Er worden jaarlijks juridische procedures gevoerd en op basis van de trend van de afgelopen jaren wordt een schatting gemaakt van het bedrag dat hiervoor in de begroting wordt opgevoerd. Het is echter altijd onzeker of dit bedrag voldoende blijkt te zijn. Immers in verschillende jaren kan er variatie in bijvoorbeeld het aantal en de omvang van projecten zijn of er kunnen in een jaar ineens grote claims worden toegewezen. Bodemvervuiling, bodemverontreiniging, baggerwerken De gemeente wordt geconfronteerd met de risico's van bodemvervuiling c.q. bodemverontreiniging. De gemeente is verantwoordelijk voor de sanering van vervuilde bodems. De kosten daarvan komen deels voor rekening van de gemeente. Omzetbelastingheffing over subsidie BV Sport In het geschil tussen de BV Sport en de belastingdienst is door het gerechtshof ten voordele van 135

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 198