2. Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
Reinigen van 100 km riool
Vervangen van 6,5 km riool
Kunstwerken
23 beweegbare bruggen (108.000 passages schepen)
283 vaste bruggen, tunnels en viaducten
1.502.168
1.533.214
Water
12 km walmuren
13,5 km zware walbeschoeiing
40,5 km lichte walbeschoeiing
118 ha vijvers
61 km vaarwegen, 9 km overige watergangen
458.434
462.704
Groen
Groene Ster (400 ha), Froskepölle (13 ha), Lwd. Bos (110 ha),
Hempenser Bos (100 ha)
Gras 1.158.000 m2 (115,8 ha)
Gazons 1.142.000 m2 (114,2 ha)
Beplanting 1.129.000 m2 (112,9 ha)
Bomen ca. 33.850
5.189.795
5.218.253
Reiniqinq verhardinqen
Onkruidbestrijding op 2.125.000 m2 (430 ton onkruid)
1.152.711
1.204.415
Zwerfvuilbestriidinq
Zwerfvuilbestrijding op 3.555.000 m2
91.969
93.714
Vastqoed
Ca. 150 panden
736.188
785.762
De kosten voor het onderhoud van kapitaalgoederen worden enerzijds uit de exploitatie gedekt en
verantwoord, terwijl anderzijds voor kosten vervanging en onderhoud een (egalisatie) voorziening
wordt gevormd. Aan deze voorzieningen wordt jaarlijks uit de exploitatie (b.v. onderhoud gebouwen) of
uit heffingen een bedrag toegevoegd (b.v. rioolheffing).
2.2.3.b Wegen
Het door de Raad, op basis van "BOR in Beeld", vastgestelde onderhoudsniveau voorwegen is het
basisniveau. Omdat de onderhoudstoestand van de wegen niet aan dit niveau voldeed is er bij de
Perspectiefronde 2002-2005 budget beschikbaar gesteld om het achterstallig onderhoud in te halen
(tot en met 2005). Inmiddels is een substantieel deel van het achterstallig onderhoud weggewerkt.
Voor de programmabegroting 2006, i.e. het moment waarop het extra budget voor achterstallig
onderhoud afloopt, wordt duidelijk gemaakt hoe groot het areaal, wat achterstallig onderhoud kent, is.
De beschikbare middelen voor (achterstallig) onderhoud worden zo effectief en efficiënt mogelijk
ingezet. Hierbij kan worden gedacht aan het combineren van diverse projecten. Bijvoorbeeld het effect
dat ontstaat door "werk met werk" te maken. Ook hebben natuurlijk de infrastructurele maatregelen,
voortvloeiende uit het onlangs vastgestelde GWP, het project Binnenstad Nieuwe Stad en de
verschillende rioleringsmaatregelen, een positief effect op het onderhoudsniveau omdat de
bovenliggende verharding vaak ook gelijktijdig wordt vervangen.
Beleidskader
BOR in Beeld (2001)
GWP
2.2.3.C Riolering
Voor het vervangen van het rioolstelsel is het rioolbeleidsplan opgesteld. Dit Gemeentelijk
RioleringsPlan 1997 - 2001 is tot op heden stilzwijgend verlengd. Dit werd mogelijk gemaakt doordat
het verbeteringsplan, dat liep t/m 2003, geheel opgenomen is in het GRP. Aanvullend beleid is in de
tussentijd in het waterplan "Blauwe Diamant"en het Kwaliteitshandboek Leeuwarden opgenomen.
Op dit moment wordt het nieuwe GRP voorbereid. Het beheer en onderhoud wordt conform het
vigerende GRP gecontinueerd, te weten sober en doelmatig. Enkele belangrijke accenten in het
nieuwe GRP zijn:
138
2. Beleidsbegroting
2,2 De paragrafen: Onderhoud kapitaalgoederen
Het scheiden van vuil en (relatief) schoon water. Dit wordt het "afkoppelen"genoemd;
Benchmark rioleringszorg;
Aandacht voor de grondwaterproblematiek.
Voor vervanging van riolen wordt een termijn van 60 jaar gehanteerd. Deze zal ook in het nieuwe GRP
tot uiting komen. Kosten die verband houden met het vervangen van riolen worden in eerste instantie
ten laste van de Reserve Riolering gebracht (zie overzicht paragraaf 2.2.3.a). Deze reserve wordt
gevoed door een deel van de OZB opbrengsten af te zonderen voor de dekking van de kosten van
uitvoeren van het GRP. Indien het gebruikersdeel van de OZB voor woningen wordt afgeschaft (cf.
plannen kabinet Balkenende II) is het noodzakelijk de rioolrechten opnieuw in te voeren (deze zijn in
1999 afgeschaft). De, door middel van verhoging van de algemene uitkering, geboden compensatie is
onvoldoende.
Vorig jaar zijn de daadwerkelijke investeringen achtergebleven bij de, in het rioolbeleidsplan geplande,
investeringen. Dit is vooral veroorzaakt doordat de combinatie van wegwerken achterstallig onderhoud
aan wegen en uitvoering rioolbeleidsplan zouden leiden tot onaanvaardbare verkeersopstoppingen (er
zouden teveel wegen tegelijk afgesloten moeten worden). De vertraging in de uitvoering van het
rioolbeleidsplan heeft niet geleid tot problemen met het rioolstelsel. Wel is er de noodzaak tot het
actualiseren van het rioolbeleidsplan, deze actualisering is inmiddels ter hand genomen (zie
bovenstaand). Op dit moment is de planning erop gericht de achterstanden t.o.v. de oorspronkelijke
planning in 2004 grotendeels weg te werken.
Beleidskader
Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)
Waterplan "De Blauwe Diamant"
Jaarlijks Beheerplan Riolering
2.2.3.d Water, kademuren, bruggen e.d.
Het onderhoud van het water, de kademuren en de bruggen in de binnenstad is, dankzij de extra
budgetten voor calamiteiten onderhoud en in het kader van het project Leeuwarden SWACU (ook de
opwaardering van de Prinsentuin valt hieronder), op het basisniveau gebracht. In dit project zijn
diverse beschikbaar gestelde gelden (waar onder subsidies) samengebundeld tot een totaal aanpak.
Ook de aanpak van de Potmarge (o.a. met ISV-subsidie) resulteert in een duidelijke verbetering van
de waterkwaliteit en de directe omgeving van het water (fietsbruggen, walbeschoeiingen etc).
Daar de vijvers in woonwijken en parken buiten de binnenstad geen onderdeel vormen van
bovengenoemde projecten, is het onderhoud hiervan nog niet in alle gevallen op het basisniveau. Wel
zijn in incidentele gevallen verbeteringen doorgevoerd door opname in een project. Hierbij kan worden
gedacht aan het project Vijverpark (ISV subsidie) of het project Vrijheidswijk. Het project Vijverpark
wordt op dit moment uitgevoerd.
Beleidskader
Waterplan "De Blauwe Diamant
2.2.3.e Groen
In 2000 heeft afstemming plaatsgevonden tussen de technische kwaliteiten via de beheersystemen en
de belevingskwaliteit van de burger. In 2001 heeft de gemeenteraad, op basis van "BOR in beeld",
bepaald welke onderhoudsniveaus voor de verschillende stadsdelen worden nagestreefd. Met
betrekking tot onderhoud openbaar groen, zwerfvuil- en onkruidbestrijding is voor de gebieden
binnenstad, kantorenhaak en (cultuurhistorische) parken de keuze gemaakt voor onderhoud op niveau
"hoog".
Voor de overige gebieden van de gemeente Leeuwarden, zoals o.a. de woonwijken en dorpen, de
wijkontsluitingswegen, de winkelcentra en bedrijventerreinen is gekozen voor de volgende
onderhoudsniveaus:
139