♦I
I
Blad 2
Ingevolge dit artikel wordt onder aanvraag, een verzoek van
een belanghebbende een besluit (in de zin van artikel 1:3,
lid 1) te nemen, verstaan. Onder besluit wordt verstaan,
een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een
fictieve weigering om een besluit te nemen kan als een
gedraging worden aangemerkt, die onder de werkingssfeer van
hoofdstuk 9 (klachtbehandeling) van de Awb valt en waarvan
de nadere uitwerking is te vinden in de Interne
klachtenregeling van de gemeente Leeuwarden. Zoals hiervoor
reeds blijkt behoeft een mondelinge suggestie niet te
worden opgevat als een aanvraag in de zin van de Awb.
Hierdoor kan er ook geen sprake zijn van een fictieve
weigering die in de onderhavige kwestie tot een gedraging
in de zin van de Awb heeft geleid. De Interne klachtenrege
ling kan daardoor ook niet daarop van toepassing worden
verklaard. Ingevolge artikel 9:10, lid 2 Awb, is afgezien
van het horen van de heer Wiersma ter zake van het
klaagschrift en op grond van artikel 9:3 Awb is geen
beroep mogelijk tegen ondergenoemd besluit op het
klaagschrift
Op grond van vorenstaande overwegingen heeft uw raad bij
besluit van 6 oktober 2003 het klaagschrift d.d. 18
augustus 2 0 03 van de heer Wiersma kennelijk ongegrond
verklaard. In het verlengde van het gezamelijk ingediende
bezwaarschrift had het klaagschrift van de heer Wiersma
eveneens kennelijk niet ontvankelijk moeten worden
verklaard. Derhalve dient uw besluit onder nummer 2 d.d. 6
oktober 2003 (nr. 18809) te worden ingetrokken en alsnog te
worden vervangen door een nieuw besluit, waarin het
klaagschrift alsnog kennelijk niet-ontvankelijk dient te
worden verklaard.
Wij stellen u derhalve voor:
1. het klaagschrift d.d. 18 augustus 2003 registratienr
14 8 69) van de heer J. Wiersma te Leeuwarden, gericht
tegen een fictieve weigering door de Raad een beslissing
te nemen op een (mondelinge) suggestie om een
adviescommissie bezwaarschriften in het leven te roepen
c.q. in te stellen voor de behandeling van bezwaar
schriften tegen beslissingen van de bestaande
Adviescommissie bezwaarschriften, nu deze, ingevolge een
uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State d.d. 19 maart 2003, als een bestuursor
gaan is aan te merken, onder intrekking van uw besluit
onder nummer 2 d.d. 6 oktober 2003 (nr. 18809), alsnog
kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren;
Blad 3
2. in te stemmen met de bijgevoegde concept-brief aan de
Nationale ombudsman.
Leeuwarden, 6 april 2 004
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
drs. C.H.J. Brugman, secretaris.