Blad 2
Strijdigheid bestemmingsplan, afweging vrijstelling.
Gezien het feit dat de aanvraag in strijd is met het ter
plaatse geldende bestemmingsplan, moet nagegaan worden of
middels een vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel
19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) medewerking
kan worden verleend.
Aangezien het hier gaat om een wijziging van gebruik in
combinatie met een bouwaanvraag is er een vrijstelling op
grond van artikel 19 lid 1 WRO voor vereist, waarover u als
gemeenteraad beslist.
Wij leggen derhalve onderhavig bouwplan met bijbehorend
vrijstellingsverzoek op basis van artikel 19, lid 1 WRO bij
deze aan u voor.
Strijdigheid detailhandelsbeleid.
Aangezien het bestemmingsplan, dat is vastgesteld op 11 ju
ni 2001 en daarna door Gedeputeerde Staten van Fryslan is
goedgekeurd op 19 september 20 01, nog maar betrekkelijk
kort onherroepelijk is, en hierin het detailhandelsbeleid
met betrekking tot het gebied 'De Centrale' is vastgelegd
is er op zich geen reden om daar nu al vanaf te wijken. Ter
plaatse is conform het indertijd geldende rijks-, provinci
aal- en gemeentelijk beleid voor De centrale gekozen voor
Perifere detailhandel(PDV) (voluminieuze detailhandel) en
voor een beperkt aantal branches als het gaat om Grootscha
lige detailhandel (GDV)Doordat gekozen is voor een be
paalde opzet veroorzaakt dit winkelcentrum geen duurzame
ontwrichting van de voorzieningenstructuur in Leeuwarden.
Daarbij is ook de beperking opgelegd, dat de winkelvloerop
pervlakte tenminste 1500m2 moet bedragen.
Het beleid ten aanzien van PDV/GDV is zeer recent herijkt.
Voor het Winkelcentrum De Centrale blijft de beperking van
detailhandel in de hiervoor genoemde branches gehandhaafd.
Wel wordt voorgesteld om de vereiste winkeloppervlakte te
verkleinen van 1500m2 naar 1000m2doch pas nadat een nader
onderzoek hieromtrent is verricht. Vooralsnog blijft de
vereiste minimum oppervlakte dus 1500m2
Dit betekent dat zowel het vigerende bestemmingsplan maar
ook het recent herijkte detailhandelsbeleid ter plaatse
geen ruimte biedt voor een schoenenwinkel ter grootte van
4 OOm2
Conclusie
Gezien het feit dat de aanvraag in strijd is met het ter
plaatse geldende bestemmingsplan, en niet past binnen het
gemeentelijke beleid op grond van artikel 10 en 23 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening, adviseren wij u geen toe
passing te geven aan het vierde lid van artikel 19a van de
WRO (met andere woorden geen toepassing te geven aan de
vrijstellingsprocedure) en de gevraagde vrijstelling op
grond van artikel 19, lid 1 WRO en artikel 19a, lid 2 en 3
WRO te weigeren.
Blad 3
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd
ontwerp-besluit
Leeuwarden, 8 april 20 04
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester.
drsC.H.J. Brugman, secretaris.
3