festiviteiten en evenementen plaatsvinden. De verwachting was, dat door de
grootschaligheid en door wisselwerking tussen buitenevenementen en activiteiten
binnen horecabedrijven, evenementen tijdens de collectieve dagen meerwaarde zouden
verkrijgen. In de praktijk blijkt dat tijdens de collectieve dagen toch vooral op bepaalde
locaties, en dan ook nog hoofdzakelijk in de binnenstad, evenementen plaatsvinden.
Tijdens het Straatfestival dat plaatsvindt in het centrum is bijvoorbeeld geen behoefte
aan evenementen en activiteiten in andere buurten. Ook de wisselwerking tussen horeca
en buitenevenementen is gering. Als er buiten evenementen georganiseerd worden
(bijvoorbeeld op bevrijdingsdag), hebben cafés weinig behoefte om in hun zaak een
bandje te laten spelen. Omdat de meerwaarde van collectieve dagen gering blijkt te zijn,
is het voorstel om deze niet langer aan te wijzen.
Een ander aspect is de eindtijd. Evenementen moeten volgens 'Geluid bij Evenementen'
om 23.00 uur stoppen. Vooral in het weekend wordt deze eindtijd als 'niet meer van
deze tijd' ervaren. Deze notitie zal op dit punt een verruiming bieden.
Het huidige beleid maakt geen onderscheid in het tijdstip van de dag. Ook het aantal
evenementen dat in de dagperiode georganiseerd mag worden is aan een maximum
gebonden. Evenementen die in de dagperiode plaatsvinden zijn meestal gericht op een
breed publiek en worden over het algemeen als positief ervaren. In de binnenstad zijn
dit vaak activiteiten die het winkelen moeten verlevendigen. In woonwijken vinden in
de dagperiode vooral buurtgerichte activiteiten plaats. Voorgesteld wordt om de
frequentie van activiteiten in de dagperiode, met uitzondering van de zondagen, niet
langer aan een maximum te binden.
Het beleid gaat uit van spreiding van overlast. Een aantal evenementenlocaties, met
name in de binnenstad, is echter zo dicht bij elkaar gelegen dat omwonenden overlast
kunnen ondervinden van verschillende locaties. Ten aanzien van dit aspect is
verbetering noodzakelijk.
Tot slot kan nog opgemerkt worden dat het geldende beleid tot op heden in twee aparte
nota's is vastgelegd ('Geluid bij Evenementen' en 'Evaluatie Geluid bij
Evenementen'). Dat maakt dat het werken ermee niet overzichtelijk is. Er is behoefte
aan één notitie die als eenduidig toetsingskader voor geluidsontheffmgen voor
evenementen dient. Met deze notitie zal in die behoefte worden voorzien.
|(i "i
Levendigheid in de hoofdstad; geluid bij evenementen
6
4 NIEUW BELEID
4.1 Inleiding
Aan de hand van de in het voorgaande hoofdstuk genoemde knelpunten zullen in dit
hoofdstuk nieuwe uitgangspunten voor geluid bij evenementen worden geformuleerd.
Deze uitgangspunten moeten een eenduidig toetsingskader vormen, zowel voor het
verlenen van ontheffingen op grond van de Algemene plaatselijke verordening
Leeuwarden, als voor het geven van toestemming voor evenementen binnen
inrichtingen die onder de Wet Milieubeheer vallen.
Hierbij is de doelstelling dat geluidhinder tengevolge van evenementen tot een
acceptabel niveau wordt beperkt zonder dat dit leidt tot starre regelgeving.
4.2 Locaties en toegestane aantal evenementen per jaar
In de praktijk is duidelijk geworden dat evenementen en buitenactiviteiten die in de
dagperiode plaatsvinden vrijwel altijd aanvaardbaar gevonden worden. Straatmuziek
tijdens het winkelen, sport- en spelactiviteiten in woonwijken zijn activiteiten die horen
bij het dagelijkse leven in de stad. Wel is uit de reacties op de ontwerp-notitie duidelijk
geworden dat ook de evenementen die overdag plaatsvinden niet te luidruchtig moeten
zijn. Levendigheid wordt op prijs gesteld, onder voorwarde dat het dagelijkse leven niet
ernstig verstoord wordt.
De acceptatie van geluidhinder ligt in de dagperiode aanmerkelijk hoger dan in de
avond- of nachtperiode. Bij zondagen ligt dat duidelijk anders. Achtergrondlawaai en
ook de acceptatie van geluid is op zondagen lager dan voor de andere weekdagen.
Bovendien zijn er nog de beperkingen die voortvloeien uit de Zondagswet. Om die
redenen moet een zondag gelijkgesteld worden aan een avond- en nachtperiode.
Volgens de Zondagswet worden Eerste Kerstdag en Hemelvaartsdag gelijkgesteld aan
een zondag.
Basisuitgangspunt in het geluidbeleid bij evenementen is dat bewoners 's avonds en op
zondagen niet vaker dan 12 keer overlast van buitenevenementen mogen ondervinden.
Aan het aantal evenementen dat op maandag t/m zaterdag in de dagperiode plaatsvindt
wordt geen maximum gesteld. Uiteraard dient voor evenementen in de dagperiode wel
een ontheffing te worden aangevraagd. Aan de ontheffing zullen normen voor het
maximale geluidsniveau ter plaatse van woningen worden verbonden.
Om het beleid zo flexibel mogelijk te houden, worden vanuit het geluidbeleid geen
locaties voor buitenevenementen meer vastgelegd. In plaats daarvan is een
beoordelingssystematiek op basis van hinderzones rond activiteiten uitgewerkt. Deze
nieuwe systematiek gaat uit van vaste afstanden die overal gelden. Op deze manier kan
bovendien rekening gehouden worden met cumulatie van hinder als gevolg van
activiteiten op verschillende locaties.
Bij de beoordeling van de hinder moet onderscheid gemaakt worden in twee soorten
evenementen: enerzijds de lichte tot middelzware evenementen waarbij het
geproduceerde geluidsniveau gemiddeld 95 dB(A) bedraagt en anderzijds de zware
Levendigheid in de hoofdstad; geluid bij evenementen
7