Blad 2
Mevrouw C. Drion heeft contact gehad met bureau vanderTuuk
B.V. over eventuele subsidiemogelijkheden in het kader van
het Frysk Erfskip. Bureau vanderTuuk acht het een geschikte
locatie voor een dergelijks functie en heeft aangegeven dat
indien de vereiste vergunningen worden veleend er een goede
kans bestaat op een goedgekeurde subsidie-aanvraag.
Wij kunnen ons vinden in vorenvermelde en achten een
dergelijke functie uit planologisch oogpunt passend. De
volgende zaken spelen daarbij een rol.
Het betreft een oude boerderij aan de rand van de stad,
langs een doorgaande weg richting Lekkum;
Het horecabeleid van Leeuwarden kent geen beleid voor
logiesgelegenheden naast de woonfunctie. Wel wordt er in de
horecanotitie gesteld dat nieuwe eetgelegenheden buiten de
binnenstad alleen langs hoofd- en invalswegen (en in
bestaande wijk- en winkelcentra) worden toegelaten.
Wij achten het passend om voor een dergelijke logiesfunctie
een zelfde lijn te trekken qua situering. Op dergelijke
plaatsen is over het algemeen sprake van een goede
bereikbaarheid. Een ander punt is de parkeergelegenheid;
Op onderhavig perceel is voldoende ruimte voor parkeren,
zodat ook aan dit punt voldaan wordt
Daarnaast betreft een logiesgelegenheid een functie die
goed kan samengaan met de omliggende woonfunctie. Vooral
ook vanwege de situering van het pand.
Een ander pluspunt is het feit dat de boerderij aan open
vaarwater grenst. Dit kan ruimte bieden voor kleinschalige
recreatieve doeleinden, wat de aantrekkelijkheid van de
functie doet vergroten.
Samenvattend zijn wij van mening dat het bouwplan t.b.v. de
realisatie van een logiesgelegenheid, naast de woonfunctie
in een bestaande boerderij aan de Lekkumerweg te
Leeuwarden, uit planologisch/stedenbouwkundig oogpunt
aanvaardbaar moet worden geacht
Ecologie, Archeologie en Watertoets
Daar het hier gaat om een wijzing van gebruik binnen een
bestaand pand is een verdere archeologische-, ecologische-
en watertoets niet van belang.
Inspraakprocedure
Op grond van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening is bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een
inspraakprocedure verplicht. Het bouwplan heeft ten behoeve
van inspraak vier weken ter inzage gelegen. Er zijn ten
aanzien van het bouwplan geen inspraakreacties
binnengekomen
Blad 3
Voorbereidingsbesluit
Het ter plaatse geldende bestemmingsplan is vastgesteld bij
raadsbesluit van 28 augustus 1972 en is door Gedeputeerde
Staten goedgekeurd op 11 oktober 1973. Het bestemmingsplan
is derhalve ouder dan tien jaar. Volgens artikel 19, lid 4
WRO, juncto artikel 21 WRO is het noodzakelijk, dat wanneer
een bestemmingsplan ouder is dan tien jaar er voor het
betreffende gebied een voorbereidingsbesluit wordt genomen.
Wij stellen u voor een voorbereidingsbesluit te nemen ten
behoeve van onderhavig bouwplan voor het perceel
Lekkumerweg 84 te Leeuwarden, volgens de tekst van
bijgevoegd raadsbesluit en de daarbij gevoegde tekening.
Delegatiebesluit
De gemeenteraad is volgens artikel 19, lid 1 WRO het
bevoegde orgaan voor het verlenen van de vereiste
vrijstelling. Volgens ditzelfde artikel is het echter ook
mogelijk om de bevoegdheid voor het verlenen van
vrijstelling en de vrijstellingsprocedure aan ons college
te delegeren.
Wij stellen u voor de verdere procedure overeenkomstig
artikel 19a, dat wil zeggen het ter inzage leggen van het
verzoek om vrijstelling, de beoordeling van eventuele
zienswijzen, het aanvragen van een verklaring van geen
bezwaar bij gedeputeerde staten, en het besluit omtrent
vrijstelling, aan ons college te delegeren. Dit
overeenkomstig bijgevoegd raadsbesluit.
Conclusie.
Wij zijn samengevat van oordeel het beoogde bouwplan t.b.v.
logiesgelegenheid in het pand aan de Lekkumerweg 84 te
Leeuwarden planologisch/ stedenbouwkundig gezien
aanvaardbaar moet worden geacht
Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen,
is het noodzakelijk, dat voor het betreffende perceel een
voorbereidingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de
mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende
bestemmingsplan. Wij stellen u voor om een voorbereidings
besluit te nemen voor de betreffende percelen volgens de
tekst van bijgevoegd raadsbesluit en de bijgevoegde
tekening.