de Regionale bijdrage met een evenredig deel van het verschil tussen het Budget, dan wel indien toepasselijk de Maximale Prijs en de tot stand gekomen prijs verminderd. 13.6 De Regio kan binnen de termijn genoemd in artikel 6.6, 7.7 en 8.4 gezamenlijk schriftelijk aan het Bestuur mededelen dat de Regio van oordeel is dat de waarde van de door de Regio gehouden aandelen in het kapitaal van de naamloze vennootschap NUON en de naamloze vennootschap Essent dusdanig is dat het voor de Regio niet mogelijk is de Regionale bijdrage te voldoen. 13.7 Indien het Bestuur een mededeling als bedoeld in artikel 13.6 van de Regio ontvangt stelt het Bestuur Partijen daarvan op de hoogte. Een onafhankelijke commissie van deskundigen zal vaststellen of het door de Regio gestelde als bedoeld in artikel 13.6 juist is. De commissie van deskundigen zal bestaan uit één deskundige benoemd door de Staat, één deskundige benoemd door de Regio en één door de beide aangewezen deskundigen benoemde deskundige. Komen de aangewezen deskundigen niet tot overeenstemming omtrent de te benoemen derde deskundige, dan zal deze derde deskundige worden benoemd door de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam op verzoek van de meest gerede Partij. De vaststelling door de commissie van deskundigen zal voor partijen bindend zijn. 13.8 Indien de in artikel 13.7 bedoelde commissie van deskundigen vaststelt dat het door de Regio gestelde als bedoeld in artikel 13.6 juist is, wordt de Geïntegreerde procedure niet voortgezet. Aan de eventueel alsdan in de Aanbesteding nog mededingende partijen wordt een vergoeding van de redelijkerwijs gemaakte kosten betaald. 13.9 De Rijksbijdrage en de Regionale bijdrage zijn in het geval van het niet voortzetten van de Geïntegreerde procedure ingevolge artikel 13.8 niet langer verschuldigd. De kosten als bedoeld in artikel 3.4, waaronder de vergoedingen als bedoeld in artikel 9.4 en in artikel 13.8, komen in afwijking van het in die artikelen bepaalde geheel ten laste van de Staat indien de Regio aantoont dat de oorzaak van de ontoereikende waarde van de aandelen als bedoeld in artikel 13.6 niet in haar risicosfeer ligt. 13.10 Indien de in artikel 13.7 bedoelde commissie van deskundigen niet vaststelt dat het door de Regio gestelde als bedoeld in artikel 13.6 juist is, wordt de Geïntegreerde procedure voortgezet en blijven de Rijksbijdrage en de Regionale bijdrage onverkort verschuldigd. 13.11 De Staat heeft kennisgenomen van het feit dat de Regio een interne procedure is gestart om te komen tot een bepaling van de waarde in artikel 13.6 bedoelde aandelen per 1 januari 2002. De waardebepaling geschiedt in opdracht van de Regio door een onafhankelijke financiële deskundige.. De Regio is gerechtigd de waardebepaling ter kennis te brengen van de in artikel 13.7 bedoelde commissie. De Staat is op generlei wijze gebonden aan de waardebepaling. De waardebepaling laat ook onverlet het bepaalde in de artikelen 13.1 t/m 13.10. 26 Artikel 14: Risicoverdelinq 14.1 Partijen stellen vast dat de Rijksbijdrage en de Regionale bijdrage inclusief alle risico s zijn, waaronder begrepen de gevolgen van ten tijde van de totstandkoming van de Samenwerkingsovereenkomst vigerende en de redelijkerwijs te voorziene (inter)nationale wet- en regelgeving en de gevolgen van de toekomstige wet- en regelgeving ten aanzien van geluid in verband met MZB/MZM. Het Bestuur zal zo spoedig mogelijk na het tot stand komen van de Samenwerkingsovereenkomst een overzicht maken van alle in dit artikellid bedoelde wet en regelgeving. Dit overzicht is uitgangspunt bij de vaststelling door het Bestuur van een eventuele reservering uit het Budget als bedoeld in artikel 14.3 en 14.4. 14.2 Alle risico's die in de Rijksbijdrage en de Regionale bijdrage zijn begrepen als bedoeld in artikel 14.1 worden ofwel gedragen door de concessiehouder(s) en/of opdrachtnemer(s) ofwel binnen het Budget afgedekt, een en ander volgens het bepaalde in artikel 14.3 en 14.4. 14.3 Voorafgaand aan de start van de Aanbesteding zal het Bestuur vaststellen of er risico s zijn die in de Rijksbijdrage en de Regionale bijdrage zijn begrepen die in de verhouding met de toekomstige concessiehouder(s) en/of opdrachtnemer(s) beter door de concessieverlener en/of opdrachtgever gedragen kunnen worden. Indien en voorzover het Bestuur vaststelt dat (een) dergelijk(e) risico('s) beter door de concessieverlener en/of opdrachtgever gedragen kan (kunnen) worden, zal het Bestuur vaststellen welk bedrag dient te worden gereserveerd teneinde dit (deze) risico('s) voor de concessieverlener en/of opdrachtgever af te dekken. Het aldus vastgestelde bedrag zal ter dekking van het (de) betreffende risico('s) worden gereserveerd uit het Budget. Het Bestuur zal in dat geval voorts de Maximale Prijs vaststellen welke gelijk zal zijn aan het Budget, verminderd met de kosten als bedoeld in artikel 3.4 en de kostenvergoedingen als bedoeld in artikel 9.4, alsmede verminderd met het bedrag dat ter dekking van het betreffende risico('s) is gereserveerd. 14.4 Indien het Bestuur tijdens de Aanbesteding vaststelt dat (een) additione(e)l(e) risicoCs) bestaa(n)(t) die beter door de concessieverlener en/of opdrachtgever gedragen kunnen worden, is het bepaalde in artikel 14.3 van overeenkomstige toepassing. 14.5 Indien zich na de Gunningsbeslissing (een) risico('s) als bedoeld in artikel 14.1 t/m 14.4 dan wel onvoorziene risico's voordoe(n)(t) komen de financiële consequenties van deze (dit) risico('s) voor rekening van de reservering als bedoeld in artikel 14.3 en 14.4. 14.6 Partijen zullen voorzover dat redelijkerwijs binnen hun vermogen ligt na de datum van totstandkoming van de Samenwerkingsovereenkomst met uitzondering van de in artikel 14.1 bedoelde voorziene wet- en regelgeving en de toekomstige wet- en regelgeving ten aanzien van geluid in verband met MZB/MZM geen gewijzigde c.q nieuwe wet- en/of 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 423