Tussen Heerenveen en Leeuwarden moet minimaal 2 keer per uur per richting een snelle verbinding worden aangeboden en moet minimaal 2 keer per uur een verbinding worden aangeboden die stopt op de tussenliggende stations Snel overig Schiphol 2 2 A'dam 2 2 Almere 2 2 Lelystad 2 Emmeloord 2 Heerenveen 2 2 Leeuwarden 2 2 Drachten 2 Groningen 2 2 Minimaal aantal vertrekkende treinen per uur per richting Reistijd Uitgangspunt voor de reistijd van Schiphol naar Groningen dan wel Leeuwarden voor de snelste verbinding is 75 minuten. Van dit uitgangspunt kan gemotiveerd worden afgeweken ten gunste van een goede ruimtelijke inpassing. Voor de aansluiting van Heerenveen naar Leeuwarden geldt, dat er minimaal 2 keer per uur een aansluiting op de in Heerenveen halterende treinen gerealiseerd dient te worden waarbij de totale reistijd (incl. overstaptijd) Heerenveen-Leeuwarden of omgekeerd niet meer dan 20 minuten mag bedragen. Aansluiting op voor- en natransport Vanaf de ZZL-haltelocatie Schiphol dienen de perrons van het bestaande treinstation en de Central Area (Schiphal Plaza) binnen 10 minuten na uitstappen bereikbaar te zijn. Op de ZZL-haltelocatie Amsterdam dient aansluiting te zijn met het Hoofdrailnet, het HSL-net en het overig openbaar vervoer. Alle stations van de ZZL moeten direct aansluiten op regionaal, stadsgewestelijke en lokaal openbaar vervoer (verkeersknopen), in dit verband verdient de aansluiting van Assen via het te ontwikkelen Kolibri OV-netwerk Groningen - Assen (voorheen STOV) aandacht. Stations dienen - afhankelijk van de lokale mogelijkheden en passend binnen de (beoogde) stedelijke structuur en binnen de uitgangspunten van intensief en meervoudig ruimtegebruik - over voldoende parkeergelegenheid en fietsenstallingen te beschikken. Vervoerskwaliteit Per uur mag bij minimaal 95% van alle treinaankomsten op stations de vertraging niet meer bedragen dan 3 minuten (op bestaand spoor gelden hiervan afwijkend nog vast te stellen eisen.) Concept 09-06-2004 15 De bezettingsgraad van de treinen mag niet meer dan 120% bedragen, voor de hoogste klasse geldt_100%. Tickets Het ticketingsysteem moet zodanig zijn opgezet, dat voor treinreizen tussen een ZZL- station en een niet-ZZL treinstation, geen afzonderlijk vervoerbewijs nodig is (integraal ticketingsysteem). Inpassing en Ontwerp De nieuwe infrastructuur dient beschouwd te worden als een zelfstandige ontwerpopgave (o.a. herkenbaarheid, eenheid in vormgeving van de lijn). De tracering, de inpassing en het ontwerp van de infrastructuur dienen te voldoen aan de wettelijke en beleidsmatige kaders die van toepassing zijn. Versnippering en verstoring dient zoveel mogelijk te worden door het benutten van de bestaande infrastructuur en bundeling met de bestaande hoofdinfrastructuur. Op specifieke plekken kan gemotiveerd van dit uitgangspunt worden afgeweken. Toekomstige verbreding van de bestaande hoofdinfrastructuur of het realiseren van nieuwe hoofdinfrastructuur voor zover voorzien in het MIT en de betreffende vigerende PKB dient mogelijk te blijven. Aantasting van in rijks- en provinciaal beleid gedefinieerde bijzondere gebieden (EHS, groene contour-gebieden, Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, Belvédère/Unesco-aebiedent dient te worden voorkomen. Indien aantasting onvermijdelijk blijkt te zijn, dan worden, conform de betreffende wet- en regelgeving dan wel het van toepassing zijnde beleid, door aanpassing van de uitvoeringswijze en mitigering de negatieve effecten tegengegaan. Eventueel resterende negatieve effecten worden gecompenseerd. Het ontstaan van Testgebieden' tussen de Zuiderzeelijn en de bestaande infrastructuur dient te worden voorkomen. Indien Testgebieden' onvermijdelijk blijken te zijn, dan krijgen deze gebieden een passende en kwalitatief hoogwaardige invulling. De functionaliteit van de kruisende structuren dient gehandhaafd te blijven. Kruisingen met hoofdinfrastructuur waarmee wordt gebundeld dienen te worden voorkomen. Indien deze kruisingen onvermijdelijk blijken te zijn, dan dient er een afweging plaats te vinden tussen een kruising met een hoge ligging en een kruising met een lage ligging, dit mede in samenhang met de omgevingskenmerken en met in achtneming van de ruimtelijke kwaliteit en de budgettaire kaders. De tracering, het ontwerp en de inpassing worden afgestemd met het bestaand en voorgenomen ruimtelijk beleid (nationaal, provinciaal en lokaal), gericht op het realiseren van ruimtelijke kwaliteit. Dit geldt in ieder geval voor: o het realiseren van robuuste ecologische verbindingszones; o het verbeteren van de kwaliteit van het landelijk gebied iangs het gehele traject, voor alle relevante componenten (natuur, landschap, recreatie, landbouw, cultuur en waterbeheer); o het verbeteren van de kwaliteit van het stedelijk gebied in de directe omgeving van de haltelocaties (aansluiten op de (beoogde) stedelijke structuren, het realiseren van intensieve ruimtelijke programma's, zoals centrumvorming en knooppuntontwikkeling)." Concept 09-06-2004 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 437