programmatische sturing
Een programmabegroting betekent een gerichtheid op het uitvoeren van programma's, een
programmatische werkwijze. Programmatisch werken betekent het op een gerichte wijze werken aan
projecten en prestaties om doelstellingen (voortvloeiend uit een visie) te realiseren. De visie kan
zonodig bijgesteld worden op basis van nieuwe inzichten, die weer voortvloeien uit de projecten,
zonder deze visie keer op keer ter discussie te stellen. Programmatisch werken is mogelijk als een
programma een inhoudelijke samenhang heeft; in een logische volgorde doorlopen kan worden; op
inhoud bestuurlijk en ambtelijk aangestuurd wordt, zowel bij de totstandkoming als bij de uitvoering
(naast programmasturing blijft lijnsturing zeer belangrijk). In het verslagjaar is inmiddels ervaring
opgedaan met het opstellen van een programmabegroting. Uit een quick scan van de Stichting Lokale
Rekenkamer is gebleken dat er nog verbeteringen mogelijk zijn. De relatie tussen doelstellingen en de
concrete prestaties moet hier en daar nog worden aangescherpt. De sturing op de programma's moet
worden verbeterd. Dit is een belangrijke opgave voor de komende jaren.
Hoofdstuk 5
Middelen en prestaties van beleid
5.1. Programma politiek bestuur (deel raad)
Het programma politiek bestuur richtte zich in 2003 vooral op het college. Maar de doelen van dit
programma gelden natuurlijk ook voor de raad. Bijvoorbeeld als het gaat om de uitvoering van de
stadsvisie en het collegeprogramma, het in stand houden van voorzieningen en een solide financieel
beleid. Om die doelen te bereiken zijn niet alleen formele besluiten genomen, maar is ook gewerkt aan
de versterking van de drie hoofdtaken van de raad.
Bij de volksvertegenwoordigende taak ligt het accent vooral bij de politieke fracties en de individuele
raadsleden. Zo moet aan Leeuwarder burgers worden uitgelegd waarom bepaalde besluiten zijn
genomen. Er wordt aan de achterban gevraagd waar noden en wensen liggen en er wordt een
ombudsrol vervuld, al dan niet met bemiddeling van wethouders. Daarnaast ven/uit de raad ook als
collectief een volksvertegenwoordigende rol. Bijvoorbeeld door werkbezoeken (vliegbasis, politie,
corporaties), het bijwonen van raadspelen voor jongeren, maar ook door te bevorderen dat brieven
van burgers aan de raad binnen twee raadsvergaderingen worden beantwoord. Ook aan de
kaderstellende taak van de raad is gewerkt. Kern daarvan is dat de raad via werkbezoeken,
expertbijeenkomsten, hoorzittingen en een startnotitie van het college de hoofdlijnen van beleid uitzet,
zodat het college deze kan invullen en uitvoeren. Het vragenrecht was in 2003 het belangrijkste
controle-instrument dat de raad gehanteerd heeft. Hieronder ziet u de ontwikkeling ten aanzien van
het aantal schriftelijk gestelde vragen:
13