Rekening 2003
Concern
4
Rekening 2003
Concern
1. INLEIDING.
1.1 De verslaggeving.
Voor u ligt de gemeenterekening 2003. Samen met het gemeentelijk jaarverslag vormt de
gemeenterekening onderdeel van de externe jaarverslaggeving van de gemeente Leeuwarden.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 197 van de Gemeentewet op grond waarvan het college
verantwoording dient af te leggen aan de Gemeenteraad over het gevoerde financiële beheer.
De gemeenterekening moet worden gezien als bijlage bij het gemeentelijk jaarverslag. Deze
laatste geldt primair als verantwoordingsdocument richting de Gemeenteraad. In het
gemeentelijk jaarverslag wordt naast de beleidsinhoudelijke verslaggeving per programma
tevens de belangrijkste financiële informatie uit de gemeenterekening samengevat.
1.2 Toepassing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
De gemeenterekening is opgesteld conform de wettelijke bepalingen zoals die in het algemeen
gelden voor de verslaggeving. Naast de Wet op de jaarrekening gelden daarbij voor gemeenten
specifieke wettelijke bepalingen. Op dit moment gelden voor gemeenten nog de
Comptabliteitsvoorschriften '95. Vanaf 2004 is voor gemeenten het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV) van toepassing. Redenen voor invoering van deze nieuwe wettelijke
regels zijn
1de dualisering van het gemeentebestuur;
2. een duidelijker afbakening van begrotings- verslaggevingsvoorschriften voor
privaatrechtelijke rechtspersonen (conform titel 9 boek 2 BW) en gemeenten.
Hoewel de nieuwe wettelijke bepalingen pas met ingang van 2004 zullen gaan gelden is er
binnen de gemeente voor gekozen om in verband met de implementatie van het nieuwe
financiële systeem CODA de administratie 2003 overeenkomstig deze nieuwe bepalingen in te
richten. Op deze wijze kon dubbel werk worden voorkomen omdat voor 2004 niet nog eens
allerlei aanpassingen behoeven te worden gedaan. Voor begroting en rekening 2003 houdt dit
overigens wel in dat deze zoveel mogelijk conform de bepalingen van het BBV moet worden
opgesteld. Het jaar 2003 moet worden beschouwd als een overgangsjaar.
1.3 Het resultaat over 2003.
Een van de gevolgen van de invoering van het BBV is dat bij de bepaling van het resultaat
onderscheid wordt gemaakt tussen het resultaat voor mutaties in reserves en het resultaat na
mutaties in reserves. Het resultaat voor mutaties in reserves is 12,3 miljoen gunstiger dan
begroot.
Na stortingen in en de onttrekkingen aan reserves (per saldo 6,4 miljoen nadelig) is het
resultaat nog 5,9 miljoen gunstiger dan begroot. Overigens moet daarbij worden opgemerkt
dat op begrotingsbasis rekening werd gehouden met een ontrekking aan de algemene reserve
van 8,9 miljoen om een sluitende begroting te kunnen presenteren en dat deze onttrekking
alszodanig ook heeft plaatsgevonden.