Blad 2 b. het beperken van brandgevaar; c. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand,- d. al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt; e. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; f. de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet. Belastingplicht Artikel 3 De rechten worden geheven van a. degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a; b. degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b. Grondslag en maatstaf van de heffing en belastingtarief Artikel 4 1De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel 2Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt Ontstaan van de belastingschuld Artikel 5 De rechten, als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik of bij de aanvang van de dienst. Wijze van heffing Artikel 6 1. De rechten worden geheven bij wege van aanslag. 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één aanslag. Blad 3 Termijn van betaling Artikel 7 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen 10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 8 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van rechten. citeertitel Artikel 9 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening brandweerrechten Leeuwarden 2005" Inwerkingtreding Artikel 10 1. De 'Verordening brandweerrechten Leeuwarden 2004', vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2003, wordt ingetrokken met ingang van met de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. In afwijking in zoverre van het in het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 587