Verhoging van tijdelijke vergunningen 8.4 Het tarief in 8.1.2 wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 8.5 indien en voorzover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing is. 8.5 De verhoging als bedoeld in 8.4 bedraagt voor: Categorie C. Bouwwerken of inrichtingen als bedoeld in artikel 6.1.1 van de geldende Bouwverordening van de gemeente Leeuwarden dan wel artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening 1993 voor zover het betreft tijdelijke bouwwerken of inrichtingen en de gebruikersduur niet langer zal zijn dan maximaal vier weken met een gebruiksoppervlakte van: minder dan 10 0 m2 meer dan 100 m2, Oper 100 m2 of gedeelte hiervan 6,00 Behorende bij het raadsbesluit van 20 december 2004. De griffier van Leeuwarden, 18 Nummer AvdV DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 0 november 2004 (kenmerk gelet op artikel 22 0 tot en met 220h van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende: Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2005. In deze verordening aInvorderingswet b Algemene wet cNatuurschoonwet dWet WOZ e onroerende zaak fwoning g. niet-woning: Begripsomschrijvingen Artikel 1 wordt verstaan onder: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221); de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301); de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252); de Wet waardering onroerende zaken (Stb. 1994, 874); de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet WOZ; een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient; een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient. Belastingplicht Artikel 2 1. Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 610