In 2000 hebben de toenmalige wethouder RO en directeur SOB een gesprek gehad met vertegenwoordigers van ING VGO en Achmea Global Investors. In dit overleg gaven de uitgenodigde partijen te kennen dat zij, op basis van de BRO-rapporten en een door ING VGO uitgevoerde analyse, bereid zijn te investeren in het kernwinkelgebied van Leeuwarden. In de loop van 2001 is een projectorganisatie opgezet en zijn een projectgroep en een stuurgroep ingesteld. In januari 2002 is het project formeel van start gegaan met de ondertekening van een Startdocument. De partijen onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheden van herontwikkeling van het kernwinkelgebied. In dit proces worden de Leeuwarder ondernemers nadrukkelijk betrokken en is de Architecten Werkgroep (AWG) uit Antwerpen gevraagd om een 'globaal masterplan' op te stellen. Juist voor de presentatie van de eerste resultaten van het Globaal Masterplan (mei 2002) wordt bekend dat het Fries Museum een schenking heeft ontvangen van de 'ir. A. Bonnema Stichting'. Aan deze schenking is onder andere de voorwaarde verbonden dat het Nieuwe Fries Museum op/aan het Zaailand/Wilhelminaplein moet worden gevestigd. In juni 2002 besluit B&W mee te werken aan de aanwending van de schenking en wordt de projectorganisatie gevraagd het Nieuwe Fries Museum in de verdere planontwikkeling te betrekken. In januari 2003 heeft B&W het besluit genomen om het door de AWG opgestelde (concept) Globaal Masterplan op te vatten als onderlegger voor de verdere planontwikkeling op en rond het Wilhelminaplein en krijgt de directeur SOB opdracht het globale plan nader uit te werken. B&W wensen in ieder geval duidelijkheid te krijgen over de incorporatie van het bouwinitiatief Fries Museum, het verkeer/parkeren en de economische uitvoerbaarheid. Deze uitwerking zou in juni 2003 afgerond zijn ware het niet dat het opnemen van het Fries Museum in het gewenste project een grondige programaanpassing noodzakelijk maakte. In die periode vindt bestuurlijk overleg plaats en kiest het college voor een 'zwaardere' organisatiestructuur. In september informeren de bestuurders en directies van de deelnemende partijen tijdens twee openbare bijeenkomsten over het op stapel zijnde project 'Nieuw Zaailand'. Op 29 oktober wordt een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van ING, Achmea, Fries Museum provincie Fryslan en gemeente, geformeerd. Vanuit de gemeente zit de burgemeester en de wethouders Waanders en Van Mourik (vanaf december 2003) in deze stuurgroep. Ook wordt een onafhankelijk procesmanager aangesteld en een projectgroep in het leven geroepen waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd. Vanaf september 2003 wordt gewerkt aan het opstellen van een Masterplan. Dit plan wordt in de periode april t/m juni aangeboden voor besluitvorming In het najaar van 2003 is gewerkt aan het verkrijgen van een bijdrage uit het BIRK (Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit). In het voorjaar van 2004 heeft het ministerie van VROM besloten dat het project, samen met vijf andere projecten, in aanmerking komt voor een BIRK-subsidie. De definitieve hoogte van de bijdrage wordt nog vastgesteld. 6. Haak om Leeuwarden. De aanleg van de Haak om Leeuwarden voorziet in de realisatie van een ontbrekende schakel in het Rijkshoofdwegennet en is essentieel voor een goede ontsluiting van het plan "De Zuidlanden" en de waarborging van de bereikbaarheid van Leeuwarden. Door de Haak wordt het doorgaande verkeer geweerd uit het stedelijk gebied en kan een betere verdeling van het inkomende verkeer worden gerealiseerd. Samengevat zijn de doelstellingen van het project: Leeuwarden de benodigde ruimte geven voor haar vestedelijkingsopgave;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 700