Herijking PD V/GD V -beleid gemeente Leeuwarden 2003 Herijking PDV/GDV-beleid gemeente Leeuwarden 2003 kwaliteit (efficiënt en functiemenging) en de kwaliteit van de leefomgeving (veiligheid, geluid, emissies). Variatie in vestigingsmilieus komt tot uiting in de indeling centrum-milieu (binnenstad, stationsomgeving); werkmilieus (bedrijventerreinen, bijzondere winkel- en recratiecomplexen) en gemengde milieus (kleinschalige centra op wijk- en buurtniveau). De kansen van elk milieu moeten worden benut en de bedreigingen voor een goede ontwikkeling moeten worden gekeerd. Dat moet in samenhang gebeuren. Locaties moeten niet eikaars concurrent zijn maar elkaar aanvullen. Daartoe moeten centrummilieus attractief zijn, de ruimte moet daar intensief gebruikt worden en er moet sprake zijn van goede bereikbaarheid; de andere milieus mogen niet verleiden tot weglekeffecten en waar nodig moeten belemmeringen in gemengde milieus worden weggenomen. Nodig voor dit alles is samenwerking tussen gemeenten. Lokale ontwikkelingen moeten passen binnen een regionaal afgestemd geheel, waarbij wordt voldaan aan de economische dynamiek, bereikbaarheid, leefbaarheid en kwaliteit op lokaal en regionaal niveau. Binnen voornoemde randvoorwaarden verwacht het rijk van de provincies en gemeenten dat ze de "slag naar een operationeel locatiebeleid" maken in de vorm van een visie op de ontwikkeling van vestigingsmilieus voor bedrijven en voorzieningen (inbegrepen de detailhandel) en die wordt vertaald in planologische regelingen en in ontwikkelings-programma's. Provincies (en kaderwetgebieden) krijgen de taak toe te zien op aspecten van het locatiebeleid die de gemeentelijke aspecten overstijgen. In de uitwerking van het locatiebeleid in een Streekplan moeten alle onderdelen van de verbrede doelstelling van het Rijk met betrekking tot het locatiebeleid tot hun recht komen. De hiervoor weergegeven thema's zijn een uitvloeisel van de intensieve discussie die de afgelopen jaren op rijksniveau over de detailhandel gevoerd is. Daarbij werd vanuit het perspectief van de economie en de vrije mededinging gepleit voor minder regelgeving en meer marktwerking, waarbij werd ingehaakt op de ontwikkelingen in zowel Europa als daarbuiten. Vanuit de planologie werd gewezen op noodzaak van ordening om o.a. de kwaliteit van onze binnensteden te behouden. In de concepten voor de 5e nota RO, dat ook de detailhandelsontwikkeling omvat, is gekozen de invulling vooral bij de regionale uitwerking (provincie, stadregio's) neer te leggen. Echter, de kamer heeft geen besluit genomen t.a.v. de 5e nota, met gevolg dat nieuwe beleidslijnen ontberen.. Voor wat betreft het inspelen op het rijksbeleid moet dan ook teruggevallen worden op een mix van de nog geldende oude beleidsuitgangspunten op het gebied van de detailhandel en niet formeel bevestigde nieuwe visies Ontwikkeling in provinciaal beleid De provincie Fryslan werkt aan een nieuw Streekplan In de rapporten daaraan voorafgaand, "Ruimte voor werk, Notitie bedrijventerreinen en kantorenlocaties 2000-2010" en het "startdocument Stadsontwikkeling en Beheer team economie versie 29 aug. 2003 pagina 10 Streekplan 2005 -2015, Oer de romte fan Fryslan" geeft de provincie aan hoe ze tegen detailhandelslocaties aankijkt. De provincie onderkent op grond van het "nieuwe rijksbeleid" haar positie in dezen. Het vraagstuk van een ruimtelijke plaatskeuze van detailhandelsvestigingen zal in eerste instantie bij de gemeenten komen te liggen. De provincie heeft een regionale bewakings- en afstemmings-functie. Dat betekent voor de provincie dat ze in samenwerking met de gemeenten nieuw beleid zal formuleren. Het uitgangspunt dat de provincie hanteert is dat PDV-locaties geen negatieve gevolgen mogen hebben voor de binnensteden, conform het vigerend streekplan. Met inachtneming van dit uitgangspunt biedt de provincie de mogelijkheid voor regionale en stedelijke centra om detailhandel in volumineuze goederen met een bovenlokale functie toe te laten op perifere locaties. Voor de regionale centra betrekt de provincie de aard en schaal bij de afweging. Voor GDVziet de provincie vooralsnog geen andere locaties dan in Leeuwarden, omdat de markt voor GDV klein wordt geacht. Vanuit die optiek ziet de provincie zelfs niet binnen Leeuwarden ruimte voor een andere/tweede locatie. Versnippering maakt de bestaande locatie kwetsbaar. Afstemming is met name gewenst tussen de wens van de markt om flexibiliteit als het gaat om assortimentverbreding in de periferie en anderzijds de gevolgen hiervan voor winkels in het centrumgebied van de stad en in verzorgingskemen. Detailhandelsvisie Kamer van Koophandel Friesland Tijdens het opstellen van de herijking is op 11 september 2003 door de KvK Friesland een detailhandelsvisie gepresenteerd, bedoeld als inbreng bij het op te stellen Streekplan en de gemeentelijke detailhandelsvisies. De visie is tot stand gekomen na uitgebreide consultatie van de Friese detailhandel. De conclusies van de visie volgen hieronder integraal. 3.8 Conclusie Hoofddoelstelling van beleid is het tot stand brengen van een evenwichtige en vitale detailhandelsstructuur in Fryslan. Om deze structuur vorm te geven kan gebruik worden gemaakt van de functionele indeling, gebaseerd op consumentenvoorkeuren. Deze indeling van winkelgebieden vormt een goed kader voor de classificatie en beoordeling van winkelconcentraties en sluit goed aan bij de huidige positie van centra zoals geanalyseerd in de Detailhandelsanalyse Fryslan 2001. Uit de Detailhandelsanalyse Fryslan blijkt dat het gemiddelde detailhandelsaanbod per inwoner in Fryslan (1,5 ml enigszins boven het landelijke gemiddelde ligt (1,3 m2) (Retailhandboek 2001, Locatus). Door dit overaanbod in Fryslan dient het accent van detailhandelontwikkeling te liggen op herstructurering en kwaliteitsimpuls. Een kleine overschrijding van de marktruimte is slechts in het provinciale verzorgende centra en de regionaal verzorgende centra verdedigbaar en toelaatbaar in het licht van hun trekkracht en dus regionale betekenis. Stadsontwikkeling en Beheer team economie versie 29 aug. 2003 pagina 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 93