Blad 2
In dat verband moet dan ook worden opgemerkt dat het
plangebied oorspronkelijk onderdeel was van het stelsel van
bolwerken, dat de stad omringende en beschermde. Met het
verdwijnen van de militaire betekenis ervan zijn de
bolwerken ontmanteld en tot stadspark omgevormd. Er werden
parken aangelegd in de landschapsstijl, een romantische
stijlvorm, waardoor de dwingers en wallen tot een
aantrekkelijk geheel werden en de inwoners van de stad hier
konden wandelen.
Zo heeft het stadsbestuur in 1820 Lucas Pieter Roodbaard de
opdracht gegeven de vroeglandschappelijke tuin opnieuw vorm
te geven. Deze ontwierp de Prinsentuin in landschapsstijl.
Oorspronkelijk uitsluitend bedoeld als wandelpark, maar in
de loop der jaren is dit aan slijtage onderhevig gebleken.
Inmiddels kent het park meerdere functies, waaronder horeca
en een passantenhaven (watersport)Ook wordt er gewoond en
biedt het plaats aan verschillende functies aan de
Boterhoek. Daarenboven vormt het park het decor voor
kunstwerken, monumenten, gedenktekens en dergelijke.
Om hierin verbetering aan te brengen is een inrichtingsplan
opgesteld, waarbij de door Roodbaard gehanteerde
uitgangspunten terug moeten komen, maar waar ook de voor de
passantenhaven noodzakelijke voorzieningen worden
verbeterd. Daartoe wordt de bouw van een tweetal moderne
servicegebouwtjes met douche-, toilet- en wasvoorziening
noodzakelijk geacht.
Naast het waarborgen van de waarden, die vanuit het
beschermd Stadsgezicht aan het gebied worden toegekend is
als uitgangspunt voor het bestemmingsplan dan ook dit
inrichtingsplan gekozen.
Vervolgens, toen duidelijk werd dat het op het perceel
Groeneweg 1 gevestigde Bestuurscentrum Leeuwarden leeg zou
komen te staan, is in het plan ruimte geboden voor een
andere functie. Die zou wel moeten aansluiten bij de
naastgelegen functies (Maatschappelijke doeleinden)
Samengevat is op grond van de hiervoor genoemde
uitgangspunten een bestemmingsplan opgesteld, dat
grotendeels conserverend van aard is en dat dan ook uitgaat
van behoud (en bescherming) van de bestaande historische
waarden. Gelijkertijd sluit het bestemmingsplan aan bij de
restauratie van de Prinsentuin en biedt ruimte voor de bouw
van de bedoelde servicegebouwtjes.
Inspraak en overleg
Nadat het voorontwerp van het bestemmingsplan gereed was,
is overleg gevoerd en inspraak gehouden. Ten behoeve van de
inspraak heeft het plan met ingang van 27 maart 2003
gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen, en
is gedurende die termijn aan een ieder de gelegenheid
geboden om commentaar te leveren.
Blad 3
Tevens is op donderdag 3 april 2 003 een inloopbijeenkomst
gehouden in de Businessroom van het Stadskantoor. Tijdens
die bijeenkomst is niet alleen het voorontwerp van het
bestemmingsplan gepresenteerd maar is ook het
herinrichtingsplan alsmede de ontwerpschetsen van de
servicegebouwtjes getoond.
Met name de situering van het servicegebouwtje dat in het
oostelijk deel van de Prinsentuin tegenover de
Noordersingel is geprojecteerd leverde veel commentaar op.
Die situering was niet in overeenstemming met eerder door
de gemeente verstrekte informatie over de situering. Dit
heeft ertoe geleid dat het beoogde gebouwtje weer op de
oorspronkelijk gedachte plek is gesitueerd. Daarmee werd
overigens aangesloten bij de wens, die vanuit het overleg
naar voren is gekomen om de situering van dat gebouwtje
vanuit historisch perspectief te heroverwegen.
Verder is vanuit het overleg geattendeerd op de groene
karakteristiek van het plangebied. Het maakt deel uit van
de groene gordel tussen de stadsgracht en de binnenstad met
daarin op een aantal plaatsen grote, zelfstandige
bebouwingselementen. Voorbeelden daarvan zijn de kazerne,
het gymnasium en de infirmerie. Ook was de Provinciale
Bibliotheek in eerste instantie een voorbeeld. Daarna is
aan de Boterhoek toch min of meer een wand ontstaan door de
situering en schaal van het later gerealiseerde
Rijksarchief. Op de vraag om de planvoorschriften deze
karakteristiek te waarborgen hebben wij aangegeven dat in
de Beschrijving in Hoofdlijnen van artikel 9 van de
planvoorschriften (Beschermd Stadsgezicht) hier nader op
wordt ingegaan.
Verder is vanuit het overleg met diverse nutsbedrijven naar
voren gekomen dat hoofdtransportleidingen, die in het
plangebied liggen in het bestemmingsplan moeten worden
beschermd. Reden om het plan op grond van de verkregen
informatie aan te passen.
Een en ander is beschreven in hoofdstuk 7Overleg en
Inspraak van de plantoelichting. De diverse reacties zijn
als bijlage achter de plantoelichting in het
bestemmingsplan opgenomen.
Aanpassen van het voorontwerp van het bestemmingsplan
Het bestemmingsplan is daadwerkelijk aangepast aan de
resultaten van overleg en inspraak. In hoofdstuk 7: Overleg
en Inspraak is dit beschreven.
Vervolgens is in de loop van 2004 (met het opstellen van de
definitieve versie van het ontwerp-bestemmingsplan is
hierop gewacht) duidelijk geworden dat ter plaatse van het
Bestuurscentrum ruimte geboden zou moeten worden aan
grotere c.q. andere bebouwing dan de bestaande gebouwen.