«I» «II BIJLAGE III: AANBEVELINGEN RAPPORT LEEMHUIS 51 Conclusies Deze evaluatie draait om de vraag hoe het staat met de doeltreffendheid en de effecten van de dualisering. 18 Volgens het Plan van aanpak dat ten grondslag ligt aan deze evaluatie (bijlage 2) moet uit de evaluatie kunnen worden afgeleid welke aspecten van de wet aangepast moeten worden of waar misschien een nieuwe cultuurimpuls nodig is. De dualisering staat of valt met de kwaliteit van de verhouding tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Het Plan van aanpak spreekt in dit verband over de 'machtsbalans' tussen raad en college. De Stuurgroep Evaluatie Dualisering Gemeentebestuur stelt vast dat de doelstellingen van de wet nog niet zijn bereikt. In onvoldoende mate is gebleken: dat de positie van de gemeenteraad als het belangrijkste lokale politieke forum is hersteld; dat de volksvertegenwoordigende functie van de gemeenteraad is hersteld; dat de herkenbaarheid van het lokale bestuur voor de burger is versterkt. In veel gemeenten is er onvoldoende samenspel tussen de raad en het college van burgemeester en wethouders. De haperingen in de samenwerking zijn zeker niet alleen toe te schrijven aan overgangsproblemen. Er is meer aan de hand. Goed samenspel betekent ook 'vruchtbaar bestuurlijk tegenspel'waar dat nodig is uit een oogpunt van kwaliteit van besluitvorming. De hierbij te hanteren spelregels en omgangsvormen zijn nog onvoldoend beproefd en uitgekristalliseerd. Dit gebrek aan helderheid wordt nog versterkt door het grotendeels ontbreken van leiderschap en sturing op de invoering van dit nieuwe bestuursmodel, zowel op centraal niveau als op het niveau van de gemeenten. Door het parlement en via de vemieuwingsimpuls is aandacht besteed aan voorlichting over de dualisering, maar binnen gemeenten voelt niemand zich eindverantwoordelijk voor het veranderingsproces. De invoering moet bij veel gemeenten worden getypeerd als een 'zelfzoekend leerproces', waardoor de richting verloren is gegaan en verwarring is ontstaan. De veronderstelling dat de structuurwijzigingen als hefboom zouden functioneren voor de noodzakelijke cultuurveranderingen is te optimistisch gebleken. Samenvattend kunnen als oorzaken voor de stagnerende invoering worden aangeduid: het gekozen invoeringsproces, de onhelderheid over begrippen en bedoelingen, het gebrek aan een goede invoeringsstrategie, reguliere overgangsproblemen en een duidelijk gebrek aan 'sense of urgency' op lokaal niveau. Flankerend beleid is nodig om de wet alsnog tot een succes te maken. Daarbij dient in het bijzonder gelet te worden op de toerusting van raadsleden. Zij moeten zich de cultuur van de dualisering vooral ook zelf actief eigen maken en in dat verband ook aanspreekbaar zijn op concrete resultaten. Vastgesteld moet verder worden dat de burgemeesters in hun gemeentewettelijke opdracht tot het bevorderen van de goede gang van zaken in de gemeente veelal geen aanleiding hebben gezien tot het nemen van een bijzondere verantwoordelijkheid voor een goed procesverloop. Als binnen zeer afzienbare tijd geen betekenende doorstart kan worden bewerkstelligd met betrekking tot het proces 18 Artikel Xa van de Wet dualisering gemeentebestuur 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 138