Voorbeeld C-besluiten Monumentennota 3C kwartaal SOB Nota grondbeleid 2e kwartaal SOB Duurzaamheidsplan 3C kwartaal SOB ISV-1, verantwoording 2e kwartaal SOB Voorkeursregeling dorpen T kwartaal SOB SOB Realisatiebesluit westelijke invalsweg 2C kwartaal SOB Planvorming west 2e kwartaal SOB Evaluatie onkruidpilot 4e kwartaal SOB Bestemmingsplannen, Continu SOB Monitor Werk en Inkomen maart/april Welzijn C-besluiten (indicatie, lang niet volledig) Wanneer Verantwoordelijke dienst Meeijarenprogramma realisering MFC's (mogelijke verbinding met WMO) September Welzijn Bebouwde kom boswet 1e kwartaal SOB Wijziging marktverordening 1e kwartaal SOB Naaktrecreatie groene ster 2e kwartaal SOB Standplaatsen buiten centrum 3e kwartaal SOB B egrotingswij zigingen Continu vrijstellingsverzoeken art. 19, planschade-verzoeken Continu SOB Statutenwijziging Piter Jelles (april) April welzijn Aanpassen verordening Proloog Juni welzijn Jaarprogramma GO A Juni Welzijn Onderwij shuisvestingsprogramma 2006 November welzijn NB1 Als gevolg van bijdragen van andere partijen, afhankelijkheid van andere overheden etc. kan deze planning niet statisch zijn. De griffie en de concernstaf zullen in gezamenlijkheid sturing geven aan de agendering en de planning actueel houden NB2 In Impuls staat wanneer je een startnotitie opstelt. Aangegeven wordt dat een startnotitie dient te worden geschreven als het nieuw beleid betreft, waarvoor geen gemeentelijk beleidskader is; het een strategische nota aan het eind van zijn levenscyclus is en/of het de aanpak van een maatschappelijk probleem betreft dat grote en structurele invloed heeft op de samenleving. Daarmee is het vrijwel altijd van groot politiek belang. Deze nota's vallen onder de zgn. A-punten. 38 BIJLAGE V: KADERSTELLING, FASEN IN BESLUITVORMING I. Informerende fase De kaderstelling begint met het verspreiden, delen en vergaren van informatie met als doel dat met name college en raad op gelijk niveau starten. Veelal zal zich dit vertalen in een informatieve bijeenkomst (of meerdere) voor raadsleden met interne en externe bijdragen. Daarop volgt een startnotitie. Deze startnotitie geeft zowel inhoudelijk als procesmatig het politieke speelveld aan, de grenzen en mogelijkheden. Een startnotitie is open van karakter, kort van inhoud en bevat: V de aanleiding voor de kaderstelling ■S de centrale vraagstelling V een samenvatting van het beleid tot nu toe V de relatie met het programma en de programmabegroting en relatie met andere beleidskaders ■S de inhoudelijke grenzen; wat mag en wat kan (bv. in wetgeving) V de financiële grenzen; huidig en toekomstig budget V verschillende denkrichtingen/alternatieven; waar moet of kan uit gekozen worden •V op wat voor manier welke actoren en partijen betrokken zijn/worden bij het onderwerp; V een communicatieparagraaf waarin met name aandacht is voor de wijze waarop het kadertraject interactief wordt vormgegeven V een procesbeschrijving van het traject (wat doet raad, college, betrokkenen etc). De raad stelt met het vaststellen of amenderen van de startnotitie vast op welke wijze hij de kaderstellende discussie wil voeren. Dit is bij uitstek het moment waarop de raad zijn verwachtingen voor het resultaat van het traject kan uitspreken. II. Meningsvormende fase Deze fase typeert zich door oriëntatie van raadsleden, het horen van betrokkenen, andere actoren en de achterban en door het voeren van meningsvormende debatten, dit laatste meestal in commissiesamenstelling. Deze debatten vormen de inbreng/bouwstenen voor college voor het uiteindelijke kademota voorstel. 3 Een beleidstraject is pas interactief als de burger en/of organisaties vroegtijdig zijn betrokken bij de voorbereiding, bepaling, uitvoering en evalutie van het beleid en als burgers en/of organisaties de mogelijkheid hebben daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de uitkomst van het proces. 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 144