Herijking relatie Gemeente BV Sport
B: Beheer en exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties periodiek in de markt
zetten via openbare aanbesteding.
Positief:
de gemeente formuleert concreet opdracht en marktpartij levert gewenste
producten;
meerjarige contracten kan in voorbereidingsfase leiden tot gemiddeld lagere
ambtelijke inzet;
de BV Sport krijgt concurrentie; marktwerking bij prijszetting voelbaar;
bij ondememingsverlies of faillissement: geen financieel bedrijfsrisico.
Negatief:
geen invloed op bestuur/beheer onderneming;
geen aandeel in de winst;
beheer sportaccommodaties van de gemeente mogelijk ondergeschikt aan
overige, meer winstgevende activiteiten;
financiële uitkomst aanbesteding onzeker; bij tegenvallend resultaat meer
subsidie of hogere entreeprijzen; toegankelijkheid basisvoorzieningen kan in
het geding komen;
mogelijkheid om via informele contacten aanpassingen/aanvullingen door te
voeren vervalt:
- contracten moeten juridisch en technisch "waterdicht" zijn en op de
juiste wijze tot stand komen (aanbestedingsrecht);
- aanpassing/bijsturing contracten veel lastiger en veelal kostenverhogend;
- bij klachten burgers en verenigingen zal marktpartij eerder verwijzen
naar de gemeente (opdrachtgever);
zeer intensief toezicht op uitvoering contracten noodzakelijk; extra/andere
ambtelijke capaciteit/kwaliteit noodzakelijk; bij geschillen grotere kans op
gerechtelijke procedures;
bij faillissement marktpartij acute stagnatie aanbod basissportvoorzieningen,
wat direct terugslaat op de gemeente.
Standpunt Colle2e.
Naar ons oordeel is het publieke belang het meest gediend bij continuering van de
huidige situatie. De BV Sport heeft in de afgelopen jaren bewezen van toegevoegde
waarde te zijn, zowel op het gebied van het beheer en de exploitatie van de
accommodaties als ook wat betreft overige met sport verbonden activiteiten, die van
grote maatschappelijke waarde zijn. Niet voor niets wordt de onderneming gezien als
het sportieve gezicht van Leeuwarden. Bijkomend, maar naar onze mening van niet
minder groot belang, is de continuïteit vanuit een oogpunt van werkgelegenheid. De
kwaliteit van het aanbod is verzekerd, terwijl daarnaast de verenigingen een vast
aanspreekpunt hebben en houden. Verder verwachten wij niet dat, gezien de door de
directie van de BV doorgevoerde bedrijfsmatige aanpak, het gemeentelijk subsidie bij
aanbesteding structureel substantieel lager zal uitvallen dan thans het geval is.
Rekening houdende met het vorenstaande achten wij het dan ook niet gewenst nu of op
termijn de BV Sport af te stoten en wij zijn dus voorstander van het handhaven van de
huidige situatie. Wel is het naar onze mening raadzaam om de scheidslijn tussen de
publieke functie (subsidiegever) en de private functie (aandeelhouder) van de gemeente
nader te markeren. Aanleiding daarvoor is ook recente Europese regelgeving,
betreffende het voorkomen van concurrentievervalsing als gevolg van financiering door
de overheid.
Verder achten wij het gewenst de financiële positie van de BV Sport te versterken. Met
name de huidige solvabiliteit (eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de
4
Herijking relatie Gemeente /BVSport
totale activa) van 10% is op dit moment voor een bedrijf met 75 personeelsleden aan
de lage kant.
In de statuten van de BV is vastgelegd, dat de helft van de winst wordt toegevoegd aan
de algemene reserve van de vennootschap, totdat het eigen vermogen van de BV 30%
van het balanstotaal van de vennootschap bedraagt. De andere helft van de winst wordt
uitgekeerd aan de aandeelhouder(s). Als het eigen vermogen meer dan 30 van het
balanstotaal bedraagt, wordt de gehele winst uitgekeerd aan de aandeelhouder(s).
Om de BV Sport de gelegenheid te geven sneller een voldoende buffer op te bouwen,
stellen wij voor de jaarlijkse positieve bedrijfsresultaten volledig bij de BV Sport te
laten totdat een solvabiliteitspercentage is bereikt van 30% ten opzichte van het
balanstotaal. Na het bereiken van die situatie kan vervolgens overeenkomstig de thans
geldende regeling de gehele winst worden uitgekeerd aan de aandeelhouder (gemeente).
3. Publiekrechtelijke relaties Gemeente BV Sport.
ai Verordening taaktoedeling BV Sport Leeuwarden
Bij de oprichting van de BV is de "Verordening taaktoedeling BV Sport Leeuwarden"
vastgesteld. De aanleiding voor deze verordening was enerzijds bedoeld om vast te
leggen dat de BV Sport het alleenrecht heeft met betrekking tot het beheer en
exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties. En anderzijds om te voorkomen dat
op grond van Europese regelgeving sprake zou moeten zijn van aanbesteding wegens
dienstverlening.
In Artikel 2, onder c. van deze verordening is bepaald, dat de BV krachtens mandaat de
"Subsidieregeling voor het gebruik van niet gemeentelijke gymnastieklokalen en de
Subsidieregeling gehandicaptensport" uitvoert.
Ter uitvoering van het rapport "Time Out" is de adviesrol van de BV Sport geëindigd.
In dat perspectief is het ook logisch de uitvoering van bedoelde subsidieregelingen niet
meer door de BV te laten uitvoeren maar bij de Dienst Welzijn neer te leggen. Dit is
analoog aan de uitvoering van andere sportgelieerde subsidieregelingen, die ook via de
Dienst Welzijn lopen.
De "Verordening taaktoedeling BV Sport Leeuwarden" moet hierop worden aangepast.
bï Subsidieverordening Leeuwarden
Het subsidiëren van de BV Sport valt onder het regiem van de "Subsidieverordening
Leeuwarden". In die verordening is geen afzonderlijke (deel)subsidieverordening van
kracht, die specifiek betrekking heeft op de BV Sport. Toekenning van subsidie dient
derhalve te geschieden overeenkomstig het algemene deel (Hoofdstuk I) van deze
verordening.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient in ieder geval te worden overlegd:
het activiteitenplan (=overzicht van activiteiten waarvoor subsidie wordt
gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en de daarvoor
benodigde personele en materiele middelen);
een gespecificeerde en toegelichte begroting van inkomsten en uitgaven van
activiteit(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
een opgave van bij andere (overheids-)instellingen aangevraagde subsidies of
door andere (overheids-)instellingen verleende subsidies.
Tot nu toe is het gebruikelijk het subsidie voor de BV Sport te baseren op het voor de
gemeente (als subsidiegever) acceptabele nadelig saldo van de BV. De BV diende als
onderlegger van de subsidieaanvrage de begroting voor een dienstjaar in. Indien het
daarin gepresenteerde nadelig saldo [eventueel na correctie in verband met door de
gemeente(raad) vastgestelde bezuinigingsmaatregelen] paste binnen het bedrag dat in de
gemeentebegroting voor de BV is opgenomen, werd het subsidie toegekend.