Herijking relatie Gemeente /BVSport Het subsidie dient naar onze mening overeenkomstig de subsidieverordening in de komende jaren te worden toegekend op basis van een concreet activiteitenplan met een raming van daarbij behorende inkomsten en uitgaven. Hiermee wordt de beoogde afstand tussen gemeente als publieke partij (subsidiegever) en private partij (aandeelhouder van de BV) duidelijk tot uitdrukking gebracht. De BV Sport wordt niet anders behandeld dan elke andere aanvrager om gemeentelijke subsidie. 4. Privaatrechtelijke relaties Gemeente BV Sport. al Meerjarenovereenkomst. De meerjarenovereenkomst beoogt uit te stralen dat gemeente en BV Sport een duurzame verhouding met elkaar hebben. Dat gebeurt onder meer door daarin te constateren dat via de "Verordening taaktoedeling BV Sport Leeuwarden" de BV -met uitsluiting van anderen- belast is met het beheer en exploitatie van sportaccommodaties van de gemeente Leeuwarden; huurovereenkomsten de BV de beschikking heeft over gemeentelijke sportvoorzieningen. Onder invloed van de BTW-kwestie is deze overeenkomst begin dit jaar aangepast. In de huidige overeenkomst zijn op hoofdlijnen bepalingen opgenomen over onder andere de doelstellingen van de vennootschap, de inhoud van de huurovereenkomsten, het activiteitenplan in relatie tot het gemeentelijk subsidie, de tarieven die de BV mag/moet hanteren, de wijze van rapportage, toezicht en communicatie, verzekeringen, wettelijke voorschriften en overige regelgeving, aansprakelijkheid, gemeentegaranties, gewijzigde omstandigheden en geschillen. Deze overeenkomst geldt tot en met 31 december 2006 en kan worden opgezegd met een opzeggingstermijn van 12 maanden. Na 31 december 2006 is sprake van verlenging voor onbepaalde tijd, met een minimale opzegtermijn van 24 maanden. Thans is de vraag of na 31 december 2006 een meerjarenovereenkomst (nog) relevant is. De "greep" van de gemeente op de BV is verzekerd via het aandeelhouderschap, de statuten van de BV, de gemeentelijke subsidieverordening en de huurovereenkomsten. De BV heeft zekerheid op grond van de hiervoor genoemde verordening taaktoedeling, waarbij de BV het exclusieve recht heeft op beheer en exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties. De BV Sport hecht aan een meerjarenovereenkomst, omdat daarin een langdurige subsidierelatie is vastgelegd. Die duurzame financiële band met de gemeente kan ook worden geregeld via de subsidieverordening omdat de mogelijkheid bestaat subsidie te verlenen voor een periode langer dan één jaar, al dan niet in combinatie met een uitvoeringsovereenkomst. Verder is het niet mogelijk een subsidierelatie abrupt te beëindigen. Ook de huurovereenkomsten bieden aanknopingspunten voor het vastleggen van een duurzame relatie. Op grond hiervan is onze conclusie dat de meerjarenovereenkomst eigenlijk overbodig is en kan komen te vervallen. b) Huurovereenkomsten. Bij de oprichting van de BV Sport zijn de gemeentelijke sportaccommodaties in een verzamel contract verhuurd aan de BV. Daarnaast is een afzonderlijke overeenkomst gesloten voor het zwembad De Blauwe Golf. De huurprijs voor de diverse objecten is oorspronkelijk vastgesteld voor 4 jaar. In de huurprijs waren naast de jaarlasten van de oorspronkelijke investering ook de geraamde kapitaallasten van de kosten van groot onderhoud in die vier jaar verdisconteerd. Aangezien de feitelijke besteding van die beschikbare middelen achter liep ten opzichte van de prognose, betaalde de BV Sport via de huur voor (nog) niet uitgevoerd onderhoud. Om deze ongewenste situatie te voorkomen wordt de huurprijs thans Herijking relatie Gemeente /BVSport jaarlijks vastgesteld, rekening houdende met de werkelijke kapitaallasten van uitgevoerd groot onderhoud. Dit is een zeer bewerkelijke procedure. Wij achten het dan ook gewenst over te gaan naar een systeem met vaste huurprijzen, die jaarlijks worden geïndexeerd. 5. Overdracht taken aan sportverenigingen. Bij de behandeling van de Beleidsnotitie Sportaccommodaties is in de gemeenteraad de suggestie naar voren gebracht te onderzoeken of het beheer van sportaccommodaties bij de betreffende sportverenigingen kan worden ondergebracht. Achtergrond van deze gedachte is onder andere dat (leden van) sportverenigingen zorgvuldiger met hun "eigen" spullen zullen omgaan dan in een situatie waarbij ze alleen maar gebruiker zijn. Ook financieel kunnen er voordelen zijn. Naar ons oordeel is het niet gewenst die richting op te gaan. Doelstelling is het realiseren en instandhouden van grotere complexen (sportconcentratie), waar meerdere verenigingen een plek kunnen vinden en er dus ook sprake is van gemeenschappelijk gebruik van velden en kleedboxen. Daarbij is logisch dat de gemeente (de BV Sport) een rol speelt bij de toewijzing, die uitgaat boven het individuele verenigingsbelang. Verder vraagt het beheer in toenemende mate om een professionele aanpak (bijvoorbeeld kunstgras). Verenigingen werken over het algemeen met (goedwillende) vrijwilligers, waardoor de noodzakelijke professionaliteit niet (altijd) is gewaarborgd. Rekening houdende met het vorenstaande zijn wij er dan ook geen voorstander van om de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van sportcomplexen bij de verenigingen neer te leggen. Wel is het denkbaar samenwerkingsverbanden aan te gaan, waarbij naast de gemeente ook verenigingen zelf op de door hen te bespelen complexen investeren. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 196