6. nieuw Artikel 14 1. Het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur eindigt op de dag waarop het lid de hoedanigheid verliest, waarin hij is benoemd respectievelijk ingevolge het eerste lid van artikel 1 3 is aangewezen. 2. De leden van het Dagelijks Bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter op de hoogte. In een tussentijdse vacature wordt op de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur een nieuw lid benoemd. 3. De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dit bestuur af op de dag waarop de zittingsperiode voor de leden van de raden afioopt, met dien verstande dat de in artikel 13, lid 1 sub f bedoelde leden maximaal 8 jaar zitting kunnen hebben in het Dagelijks Bestuur. 4. In de gevallen van lid 2 en 3 blijven de leden hun functie waarnemen tot door het Algemeen Bestuur in hun opvolging is voorzien. Artikel 1 5 1Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt, of zulks schriftelijk door een lid van het Dagelijks Bestuur onder opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht. 2. Indien het Dagelijks Bestuur of de voorzitter het nodig oordeelt, kunnen één of meer deskundigen uitgenodigd worden om aan de beraadslagingen deel te nemen. Zij hebben een adviserende stem. Artikel 1 6 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met: a. de voorbereiding van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; b. de uitvoering van de besluiten van het Algemeen Bestuur; c. het beheer van de activa en de passiva van het lichaam; d. de zorg, voor zover deze niet aan anderen is opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; d. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkomen van verjaren en verlies van recht of bezit; e. de benoeming, de schorsing, het ontslag, dan wel de tewerkstelling op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht van het personeel met uitzondering van de directeur, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 29 en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de betreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden. 2. Het Dagelijks Bestuur kan een aantal van zijn bevoegdheden mandateren aan de directeur. 14 Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden van het Algemeen Bestuur overdragen, met uitzondering van de bevoegdheid tot: a. het instellen van een bedrijf of een tak van dienst; b. het vaststellen van de begroting van artikel 33 of van de rekening van artikel 35; c. het vaststellen van regels m.b.t. de organisatie van de administratie en het beheer van de vermogenswaarde van het lichaam. DE VOORZITTER Artikel 17 De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aangewezen en treden als zodanig op in het Algemeen en het Dagelijks Bestuur. De bepalingen in deze paragraaf zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend voorzitter. Het voorzitterschap eindigt indien de betrokkene ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn. Alsdan voorziet het Algemeen Bestuur zo spoedig mogelijk in de vervanging. Artikel 1 8 De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Hij draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken en tekent alle stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. a. Hij roept de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur zoveel mogelijk met vermelding van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk en onder medezending van de relevante stukken, spoedeisende gevallen daargelaten, tenminste 14 dagen van te voren bijeen op een door hem te bepalen datum, plaats en uur. Een afschrift van de vergaderstukken van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zendt hij ter kennisname aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. b. Voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zendt hij de uitnodigingen en de stukken tevens aan de personen genoemd in artikel 11 De voorzitter vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een gemeente die partij is in het geding waarbij het lichaam is betrokken, wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter. 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 200