Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financieel beheer en de uitgangspunten voor het financieel beleid van de gemeente Leeuwarden 4. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatste worden altijd geactiveerd. 5. Aanpassingen in de afschrijvingstermijnen zoals genoemd in lid 3 gaan in vanaf het moment dat deze verordening van kracht wordt en zijn niet van toepassing op reeds bestaande materiële vaste activa. 6. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 3 5 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. 7. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut kunnen ineens, onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste van de exploitatie worden gebracht. Hiertoe moet bij raadsbesluit worden besloten. In geval van activering, wordt het actief lineair afgeschreven volgens de onder lid drie genoemde periode. Artikel 12. Voorziening voor dubieuze debiteuren 1. Voor de openstaande vorderingen betreffende de gemeentelijke heffingen wordt een voorziening gevormd wegens oninbaarheid en derving van opbrengsten als gevolg van gerechtelijke procedures; 2. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening voor oninbaarheid gevormd. 3. Het college stelt nadere regels over de wijze van berekening van de bovenstaande voorzieningen. Artikel 13. Kostprijsberekening 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Leeuwarden wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Daarbij wordt uitgegaan van de integrale kostprijs. 2. Bij de berekening van de tarieven wordt geen gebruik gemaakt van de in artikel 228b, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet genoemde mogelijkheid om de compensabele BTW als kostenpost mee te nemen bij de berekening van de tarieven. Uitzonderingen hierop vormen de rioolheffingen en de marktgelden. 3De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerd vermogen in het betreffende jaar. Het rentetotaal wordt bepaald door de rentelasten van zowel aangetrokken vreemd lang als kort vermogen, de rentelasten van de reserves en voorzieningen en minus de totale renteopbrengsten. 4Voor de bepaling van het rentebestanddeel van de kapitaallasten wordt uitgegaan van het percentage omslagrente op begrotingsbasis. M •II Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financieel beheer en de uitgangspunten voor het financieel beleid van de gemeente Leeuwarden Artikel 14. Financieringsfunctie 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren b. het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's en kredietrisico's c. het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen; d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. 2. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht: a. het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0 %,- b. overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is; c. derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico's; d. voor het aantrekken van financieringen voor langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd; e. overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro; f. voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gelden de wettelijke waarden. Het college informeert de raad indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden; g. de gemeente hanteert integrale financiering. Partiële financiering is uitsluitend toegestaan indien de gemeenteraad daarmee vooraf instemt, alsmede het raadsbesluit tot toepassing van een vast rentepercentage in plaats van renteomslag; h. de rekening-courantfaciliteit bedraagt maximaal twee maal de kasgeldlimiet; ivoor het aantrekken van langlopende geldleningen wordt uitgegaan van 25% van het begrotingsvolume volgens de primitieve begroting. 3Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële paricipaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 230