1 1. Inleiding Deze notitie gaat over cameratoezicht in Leeuwarden. De directe aanleiding tot deze notitie is de discussie in de Leeuwarder politiek omtrent de mogelijkheden en de wenselijkheid van dat instrument. De discussie leidde ertoe dat de burgemeester de gemeenteraad toezegde met een uitgewerkt voorstel te komen voor een proef met cameratoezicht. De gemeentelijke sector Ju ridische- en Veiligheidszaken (JVZ) bereidt dat voor en gaf opdracht aan het lectoraat Integra le Veiligheid van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) om in dit verband een on derbouwde notitie te schrijven met aandacht voor: - principes van handhaving met technologie, - elders reeds vastgestelde effecten van cameratoezicht, - mogelijkheden en onmogelijkheden van evaluatieonderzoek; - een proef met cameratoezicht in Leeuwarden en het meten van effecten. De NHL vond de Onderzoeksgroep van de Politieacademie te Apeldoorn bereid om op te tre den als referent (intervisie). Deze notitie is geschreven vanuit een wetenschappelijke oriënta tie op het onderwerp. Er is dus geen partij-politiek belang, de opdrachtgever legde geen be perkingen op en zijn er geen geheime stukken. Achtereenvolgens komen aan de orde: de discussie in de Leeuwarder politiek omtrent cameratoezicht (paragraaf 2), principes van handhaven met technologie (3), evalueren van cameratoezicht (4), effecten van cameratoezicht (5), leren van een proef in Leeuwarden (6) en een korte slotbeschouwing (7). 2. Discussie in Leeuwarden: doelen en veronderstelde effecten van cameratoezicht Deze paragraaf bevat een schets van de discussie in de Leeuwarder politiek omtrent camera toezicht. Die discussie was immers de aanleiding tot deze notitie. Van geen belang is hier welke partij welk standpunt innam. Het gaat er om zicht te krijgen op beoogde doelen, ver wachte problemen en achterliggende veronderstellingen. Wat die punten aangaat is deze para graaf gebaseerd op stukken van de gemeente Leeuwarden en krantenberichten (bijlage 1). De discussie over cameratoezicht in Leeuwarden werd voor de eerste keer gevoerd na de gewelddadige dood van Meindert Tjoelker op 13 september 1997. Dat incident leidde in november 1997 tot een pakket maatregelen onder de naam 'Nee! tegen geweld', zonder came ratoezicht. De voornaamste argumenten om dat middel (voorlopig) niet in te zetten, waren: - cameratoezicht moet sluitstuk zijn van beleid, dus is het goed om eerst de effecten van 'Nee! tegen geweld' af te wachten; - er zijn nog onvoldoende ervaringscijfers over effecten van cameratoezicht. Het beleid 'Nee! tegen geweld' is in 2000 geëvalueerd (Brinks 2000a, 2000b, 2000c, 2000d). In de aanbevelingen komt cameratoezicht niet meer voor. De discussie laait echter onmiddel lijk weer op nadat op vrijdag 24 september 2004 Manuel Fetter om het leven komt door uit- gaansgeweld. Een peiling onder inwoners van Leeuwarden, op donderdag 14 oktober 2004, laat zien dat er forse steun is voor maatregelen tegen uitgaansgeweld, waar onder het invoeren van cameratoezicht (Stol e.a. 2004). Hierna volgt een schets van deze tweede discussie. Over hetgeen uiteindelijk zou moeten worden bereikt met cameratoezicht (het wat) hebben bestuurders en politici een vrij helder beeld dat ook niet echt ter discussie staat. Came ratoezicht moet bijdragen aan veiligheid tijdens de uitgaansuren in de Leeuwarder binnenstad: - primair door het verminderen van criminaliteit (speciaal gewelds- en vermogenscriminali teit) en door het vergroten van veiligheidsgevoelens, - secundair door het terugdringen van overlast (speciaal drugs- en jeugdoverlast).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 293