P
P
9
P
P
i
P
P
P
P
2, Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk !nkonien(L
Wat doen we daarvoor?
De belangrijkste prestaties om het programma te realiseren
Algemeen
PRESTATIES Structureel
Werk (Arbeidsmarkt en sociale (re)integratie)
Invulling van de jaarschijf 2006 voor ca. 950 nieuwe reïntegratietrajecten
Het afsluiten en monitoren van contracten voor de uitvoering van 950 nieuwe
reïntegratietrajecten en de 1.800 lopende reïntegratietrajecten
Toeleiden van 1.150 bijstandscliënten naar reïntegratietrajecten
Casemanagement van ca. 1.800 lopende en 950 nieuwe reïntegratietrajecten
Het beheer van 12 ESF-projecten en het aanvragen van ESF-subsidie voor ca. 6 nieuwe
projecten
Het doen beheren van 600 gesubsidieerde banen; 200 wachtersbanen en maximaal 400
blijversbanen
Doen beheren van 500 sociale werkvoorzieningsplaatsen
Het realiseren van 8% uitstroom uit gesubsidieerde banen
Het doen ontwikkelen en beheren van 200 banen met behoud van uitkering en met inzet
van loonkostensubsidies
Het doen ontwikkelen, aanvragen en/of uitvoeren van 4 projecten Innovatieprogramma
WWB (IPW-projecten)
Afrekenen subsidies met uitvoeringsorganisaties en het Rijk
Uitvoeren van een Single Audit WWB
Inkomen (Inkomensvoorzieningen)
A,B,C,D
Afhandeling van 2.500 nieuwe uitkeringsaanvragen door middel van intake, onderzoek,
rapportage, toetsing en beschikking, administratieve verwerking en dossiervorming
Onderhoud van 4.500 lopende uitkeringen
Tijdige, correcte en rechtmatige betaling van uitkeringen t.b.v. 4.500 uitkeringsgerechtigden
Beheer van 5.600 vorderingen op (ex)uitkeringsgerechtigden
Beheer van 1.100 onderhoudsplichtigen
Het verstrekken van een financiële tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang voor
specifieke doelgroepen
Verwerken van 750 fraudemeldingen en het opstellen van 95 processen-verbaal
Uitvoeren van een Single Audit WWB
Verwerken van 350 bezwaarschriften
Vernieuwen en onderhouden van voorlichtingsmateriaal
Uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek
Bevorderen van cliëntenparticipatie door 10 keer per jaar te overleggen met de
cliëntenraad
Inkomen (Armoedebestrijding)
Het verstrekken van 16.000 toekenningen bijzondere bijstand
Het verstrekken van 2.000 toekenningen langdurigheidstoeslag
Het verstrekken van 3.900 toekenningen i.h.k.v. de declaratieregeling
Afhandeling van 11.000 aanvragen kwijtschelding
Het doen verstrekken van 4.500 aanvullende ziektekostenverzekeringen
Uitvoeren van 200 heronderzoeken
Uitvoeren van 20 beëindigingsonderzoeken
Laten afhandelen van 460 schuldregelingsverzoeken
Verwerken van 90 borgstellingsverzoeken voor saneringskredieten
Uitvoeren van een Single Audit WWB
Verwerken van 30 bezwaarschriften
i
«i
l«
I*
P
p
pr
f9
H
Stand van zaken
Werk, Inkomen
Het beleid op het terrein van Werk en Inkomen kent meerdere uitvoerders. Het Centrum voor Werk en
Inkomen (CWI) deelt een werkzoekende in, in een fase afhankelijk van diens afstand tot de
arbeidsmarkt. Op basis van deze fase-indeling worden vervolgtrajecten opgestart. Daarom is een
goede fasering van groot belang. In de praktijk blijkt dat een goede en volledige diagnose van
iemands kansen en beperkingen om toegeleid te kunnen worden naar de arbeidsmarkt vaak
ontbreekt. Om werkzoekenden beter te kunnen bedienen en ook om goede opdrachten aan
reïntegratiebedrijven (Rib's) te verlenen is een actuele, objectieve en betrouwbare diagnose van groot
55
2. Beialdsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Werk InkomsnfS)
belang. Mogelijkerwijs kan de nieuwe aanpak van de fasering door het CWI hiervoor
aanknopingspunten bieden. Wellicht zal de gemeente hier ook zelf een oplossing moeten zoeken.
Nu worden werkzoekenden die zijn ingedeeld in fase 1 bemiddeld door het CWI. Over de effectiviteit
van deze bemiddelingsinzet is beperkte informatie beschikbaar. Overwogen wordt of de gemeente ook
korte gerichte trajecten aan de fase 1 doelgroep moet gaan aanbieden.
Werkzoekenden ingedeeld in fase 2,3 en 4 worden door de sector Sociale Zaken voorgedragen bij
verschillende Rib's, en het Rib voert in opdracht van de gemeente reïntegratietrajecten uit.
De in het meerjarenkader Werk en Inkomen opgenomen passage over de kenmerken van het
bijstandsbestand is nog steeds actueel. Op grond van ervaringen blijkt slechts de helft van het
bijstandsbestand toeleidbaar naar reïntegratie; dat is niet hetzelfde als plaatsbaar op een reguliere
baan. Om kansen te benutten moet er geïnvesteerd worden en bovendien moeten er tegelijkertijd
geschikte banen beschikbaar zijn.
ledereen in fase 2/3 krijgt een reïntegratietraject aangeboden omdat juist bij deze groep veelal sprake
is van frictiewerkloosheid. Dan is het goed te investeren in het actief en beschikbaar houden van deze
groep voor het moment dat de arbeidsmarkt weer aantrekt. Momenteel is de benutting van fase 2/3/-
trajecten hoog. In het kader van reïntegratietrajecten kunnen werkstages en loonkostensubsidies
worden ingezet.
Commitment van het bedrijfsleven aan de reïntegratie-inspanningen van de gemeente is noodzakelijk
om plaatsingen te kunnen realiseren. Werkstages en loonkostensubsidies kunnen aan werkgevers
beschikbaar worden gesteld. Sinds het voorjaar 2005 is er een tijdelijke regiefunctie ingericht met de
inzet van twee "werkmanagers". Hun taken bestaan uit het initiëren en versterken van de
ketensamenwerking met CWI, Rib's, UWV door het overleggen, vastleggen van
samenwerkingsafspraken en het doen plaatsen van werkzoekenden met gebruikmaking van
gemeentelijke en landelijke subsidieregelingen. De werklocatie bevindt zich op het CWI.
De groep fase 4 werkzoekenden omvat meer dan de helft van het uitkeringsbestand. Onder hen is
een grote groep blijvers in de bijstand; de kans dat deze groep aan het werk komt op de reguliere
arbeidsmarkt is gering. De omstandigheden op de arbeidsmarkt zijn amper van invloed op de
mogelijkheden van deze groep om werk te vinden. Ook al is er veel vraag naar arbeid, deze groep is
niet in staat om te voorzien in deze vraag. Daarmee is de inzet van het eigen gemeentelijke beleid op
het terrein van minimabeleid en reïntegratie van grote invloed op de kansen en mogelijkheden die aan
deze groep worden geboden.
Specifiek voor de fase 4 groep met problemen op het terrein van gezondheid, verslaving en dak-
thuisloosheid zijn de kansentrajecten ontwikkeld. De kansentrajecten hebben tot doel om
hulpverlening en arbeidsreïntegratie met elkaar te verbinden en de kans op deelname aan de
reguliere arbeidsmarkt aanmerkelijk te vergroten. Nu blijkt dat het aantal geraamde toeleidingen om
meerdere redenen niet wordt gehaald. Samengevat komt het erop neer dat uitstroom naar de
arbeidsmarkt veelal te hoog gegrepen is. Wel blijkt de behoefte aan vormen van aangepaste arbeid
die mensen een dagstructuur biedt en waar gewerkt wordt onder begeleiding, zoals binnen het project
Skrep, groot.
De doelgroep werkzaam op gesubsidieerde arbeid is bijna volledig geanalyseerd op
uitstroommogelijkheden naar de arbeidsmarkt. Op een enkele uitzondering na is iedereen ingedeeld in
een van de categorieën blijver, wachter of vertrekker. Voor vertrekkers en wachters zijn trajecten
ontwikkeld om uit te stromen uit het gesubsidieerde werk, zo mogelijk naar regulier werk. In het najaar
ontstaat de mogelijkheid voor nieuwe instroom op blijversbanen, aangezien het aantal blijvers zal
uitkomen rond de 200. Deze nieuwe instroom kan ook een bijdrage leveren aan het terugdringen van
het tekort op het l-deel.
Accent begrotingsjaar
In 2006 wordt verder invulling gegeven aan het in het meerjarenkader geformuleerde lokale beleid op
het terrein van Werk en Inkomen. Daar hoort bij het monitoren van realisatie van voorgenomen beleid
en het ontwikkelen en uitvoeren van een Single Audit systeem WWB. Speciale aandacht zal uitgaan
57