Het in totaal aantal beschikbare wedstrijdvelden is voor het afge
lopen en het lopende sezizoen iets hoger dan de behoefte, zowel ge
baseerd op KNVB-normen als op de VNG-normen. 1)
Voor het gemeentelijke beleid tot de veldbehoefte is niet zo zeer
de actuele situatie van belang, maar wel de zichtbare meerjarige
tendens. Ook is van invloed of een vereniging een zaterdagvereni
ging is (alle wedstrijden op zaterdag) of niet (spreiding van wed
strijden over de zaterdag en zondag)
In de stad is er in een enkel geval sprake van ruime 'onderbespe
ling' van velden (OSI op het complex Aldlan en FVC op het complex
De Hemrik)
Daar waar binnen de bespelingnorm (gerelateerd aan de vaste bespe
ler) ruimte bestaat om meer teams te'laten spelen wordt veelal door
medegebruik van velden een optimaal gebruik bewerkstelligd. In ge
val van velden met een (beperkte) dorpsfunctie is het acceptabel
dat er door het beperkte gebruik sprake is van onderbespeling.
Bij enige onderbespeling op de sportcomplexen is geen sprake van
'luxe'er zijn fluctuaties in ledenaantallen en de 'bespelings
ruimte' kan worden benut voor medegebruik, incidentele verhuur aan
anderen en biedt oplossingen om tijdelijk velden te ontzien, afkeu
ringen op te vangen en uit te kunnen wijken bij veldrenovatie e.d.
In enkele gevallen is er sprake van een knelpunt in de verhouding
tussen het aantal leden/teams en de beschikbaarheid van trainings
velden (Rood-Geel op het complex Kalverdijkje, Leeuwarder Zwaluwen
op Nylan en Frisia op Magere Weide)
In geval van verplaatsing van verenigingen of fusies zal, bij ge
lijkblijvende voetbaldeelname (stabiel totaal aantal actieve leden
verenigingen) en zonder toepassing van kunstgras, het aantal beno
digde velden niet drastisch afnemen; hooguit een enkel veld kan mo
gelijk 'vrijvallen'.
Het sportcomplex De Hemrik is ongelukkig gesitueerd ten opzichte
van de woongebieden en de entourage (bereikbaarheid) leidt tot ge
voelens van sociale onveiligheid. Daardoor is het niet attractief
het medegebruik van deze velden te bevorderen.
2.3.2.overige velden
Voor de overige sportvelden is het volgende vermeldenswaard:
De velden voor hockey (2) zijn uitgevoerd met kunstgras. Hierdoor
bestaan er geen capaciteitsproblemen. (Deze velden zijn overigens
eigendom van de hockeyvereniging)
Ook bij de korfbalvelden is er geen sprake van capaciteits
problemen. Vanuit kwaliteitsoverwegingen is er wel behoefte aan
kunstgrasvelden
Op het complex Aldlan is één van de sportvelden in gebruik als rug-
byveld; het trainingsveld wordt zowel voor voetbal als voor rugby
gebruikt
Op het complex Kalverdijkje is een specifiek honkbal- en softbal-
veld gesitueerd.
In een aantal gevallen is er sprake van medegebruik van sportvelden
door een kaatsverenigingDiverse velden en de atletiekaccommodatie
worden gedurende een deel van het jaar tevens benut voor schoolge
bruik. Voorts heeft de gemeente een atletiekbaan in eigendom, die be
halve door de atletiekvereniging ook wordt gebruikt door scholen. Op
het complex Kalverdijkje is een wielercircuit gesitueerd.
1) (In bijlage 4 wordt voor de seizoenen 2003/2004 en 2004/2005 per voetbalvereniging
inzicht gegeven in ledenaantallen, de behoefte aan wedstrijdvelden en de verhouding tot
het aantal beschikbare velden.)
Beleidsnotitie sportaccommodaties
Gemeente Leeuwarden mei 2005
6
2.4 Aanbod gemeentelijke binnensportaccomodaties
De gemeente heeft drie sporthallen in eigendom, te weten:
Sporthal Bilgaard: deze hal verkeert bouwkundig in matige staat en
is qua gebruikswaarde verouderd; de hal voldoet niet meer aan de
eisen die het gymnastiekonderwijs en individuele consumenten stel
len;
Sporthal Nylan: ook deze hal kent verouderingsverschijnselen en
heeft een sterk teruglopende gebruiks- en belevingswaarde, o.a.
door het onvoldoende toegerust zijn voor het geven van gymnastiek-
onderwij s
Sporthal Kalverdijkje: deze hal voldoet qua gebruikswaarde aan de
eisen van gebruikers, zeker na het in 2003 leggen van een nieuwe
vloer. De kwaliteit van de was- en kleedgebouwen en van de omgeving
van het gebouw laat wel te wensen over.
Voor de sporthallen in Leeuwarden geldt de 'wet van de remmende voor
sprong' Was Leeuwarden eens (in de jaren '70 van de vorige eeuw)
vooruitstrevend en zeer goed bedeeld met kwalitatief hoogwaardige bin
nensportaccommodaties, op dit moment is de gebruiks- en belevingswaar
de van de hallen sterk teruggelopen. Geconstateerd moet worden dat het
aanbod aan sporthalruimte niet meer voldoet aan de eisen van de moder
ne consument voor wat betreft uitstraling, sfeer, comfort, veiligheid
en gebruikskwaliteitEr zijn regelmatig klachten van vaste gebruikers
over de kwaliteit van het gebodene
Ook zijn de accommodaties niet toegerust voor topsportwedstrijden en
evenementen op (internationaal niveau. Zowel vanuit het oogpunt van
ontplooiing van de sport en de verwachtingen van de sporters, als ook
gelet op de toeschouwerscapaciteit en mediavoorzieningen schieten de
accommodaties voor dergelijke evenementen tekort. Dit is een in het
verleden bewust gemaakte keuze, die voor de (actieve en passieve) be
leving van de sport als een tekortkoming wordt gezien, de ambities om
topsportevenementen naar Leeuwarden te halen beperkt en daarmee de
compleetheid en attractiviteit van Leeuwarden als stad nadelig beïn
vloedt
De drie privaat geëxploiteerde hallen CambuurhalCamminghahal en
Blauw Wit-hal De Greuns) bieden, vanwege hun functionaliteit, geen
hoogwaardige kwaliteit. De laatstgenoemde hal komt overigens na reali
satie van een nieuwe hal op het sportcomplex Drachtsterweg (tijdelijk)
in handen van de gemeente.
Voorts beschikken ook onderwijsinstellingen over meerdere sportzaalac
commodaties. Hiertoe behoort sporthal Aldlan, die tevens door de BV
Sport wordt verhuurd aan verenigingen.
Naast de sporthallen is de gemeente eigenaar van 19 gymnastiekzalen.
Deze worden gebruikt door scholen voor gymnastieklessen en door sport
verenigingen voor trainingen en lessen. Diverse zalen zijn toe aan
groot onderhoud, renovatie of sanering.
Verder zijn er enkele tientallen gymnastieklokalen in eigendom bij
bijzondere scholen en bij scholen voor voortgezet onderwijs.
Een toenemende vraag is waarneembaar vanuit het middelbaar onderwijs.
Was het voorheen zo dat het middelbaar onderwijs voor een belangrijk
deel zelfverzorgend' was voor wat betreft zaalaccommodatie voor gym
nastieklessen door het situeren van gymnastieklokalen bij de school,
tegenwoordig is er - om budgettaire, ruimtelijke, exploitatieve en/of
organisatorische redenen - een voorkeur voor gebruik van publieke ac
commodaties die in de nabijheid van de school worden aangeboden. Daar
mee kan tevens een effectiever gebruik van sportaccommodaties en dus
een groter maatschappelijk rendement van (publieke) investeringen be
werkstelligd worden. Vanwege de betrokkenheid van meerdere partijen en
Beleidsnotitie sportaccommodaties
Gemeente Leeuwarden mei 2005
7