sportbeoefening niet alleen meer om sport, maar ook om sportieve recreatie en sportief
bewegen. De diversiteit in de vraag naar voorzieningen neemt toe, evenals de wijze waarop
accommodaties worden geëxploiteerd. Daarmee wordt ook de vraag waar de gemeente wel en
waar zij niet (financiële) verantwoordelijkheid wil dragen gecompliceerder.
Steeds meer richten (private en overheids)partij en zich op het tot stand brengen van
publiekprivate samenwerking of andere samenwerkingsvormen en
accommodatiearrangementen.
Ondanks de inmiddels grote verscheidenheid in de wijze waarop accommodaties tot stand
komen en worden geëxploiteerd is het mogelijk de verschillende voorzieningen voor sport,
sportieve recreatie en bewegen te categoriseren, waardoor een leidraad ontstaat voor politiek-
bestuurlijke afwegingen over bijdragen aan en investeringen in sportaccommodaties.
Te onderscheiden zijn de volgende categorieën voorzieningen voor sport en bewegen (waarbij
voorbeelden gegeven worden vanuit de Leeuwardense situatie):
1) publieke basisvoorzieningen voor sport en bewegen: deze zijn primair bestemd voor de
eigen inwoners en worden op grond van politieke afwegingen aangemerkt als onontbeerlijk
voor een volwaardig pakket aan sociaal-maatschappelijke voorzieningen; de gemeente
draagt zorg voor (een substantieel deel van) de financiering van de aanleg en het onderhoud;
het kwantitatieve aanbod is vooral afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. In
Leeuwarden is de exploitatie en het dagelijkse beheer van de gemeentelijke accommodaties
opgedragen aan de BV Sport.
Voorbeelden in Leeuwarden: voetbal- en korfbalvelden, sporthallen, zwembad Kalverdijkje
2) aanvullende (private) basisvoorzieningen voor sport en bewegen: dit betreft
accommodaties die bij sportverenigingen (al of niet via een afzonderlijke stichting) in
eigendom en beheer zijn of privaat worden geëxploiteerd. Deze voorzieningen hebben een
lokaal karakter en vormen daarmee een aanvulling op de gemeentelijke basisvoorzieningen;
voor het merendeel is sprake van enkel eigen gebruik, incidenteel van medegebruik of
exploitatie op non-profit basis; de gemeente kan een rol hebben gespeeld bij de realisatie
(bijvoorbeeld door het verlenen van een bijdrage in de stichtingskosten).
Voorbeelden in Leeuwarden: tennisbanen, verenigingssporthal, lokaal georiënteerde
sportscholen en fitnesscentra. Ook de verenigingskantines kunnen hieronder worden
geschaard vanwege het onlosmakelijk verbonden zijn met het functioneren van de
sportverenigingen.
3) grootstedelijke publieke voorzieningen voor sport en bewegen: deze worden mede
gerealiseerd op basis van de rol van de stad als regionaal centrum en de daaraan
gerelateerde gemeentelijke ambitie; het bereik is groter dan alleen de inwoners van de eigen
gemeente, hetgeen vanuit exploitatieve overwegingen vaak ook een noodzaak is; op grond
van politieke afwegingen draagt de gemeente zorg voor (een substantieel deel van) de
financiering, het onderhoud en de exploitatie.
Voorbeelden in Leeuwarden: zwembad de Blauwe Golf, atletiekbaan, wielrencircuit
4) grootstedelijke private voorzieningen voor sport en bewegen: dit zijn de voorzieningen
met een bovenstedelijk bereik, waarbij de gemeente niet rechtstreeks of indirect
verantwoordelijkheid draagt voor de instandhouding en exploitatie; het gaat veelal om
commercieel geëxploiteerde voorzieningen, incidenteel kan ook sprake zijn van exploitatie
door een non-profit organisatie. Ook komt het voor dat de gemeente in het verleden wel
verantwoordelijkheid voor de voorziening heeft gedragen of een bijdrage heeft verstrekt
voor het stichten of instandhouden daarvan.
Voorbeelden in Leeuwarden: ijshal (gerealiseerd met gemeentelijke middelen) en
grootschalige sport- en fitnesscentra (geheel privaat, zonder gemeentelijke middelen
gerealiseerd).
Bijlagen bij Beleidsnotitie sportaccommodaties
Gemeente Leeuwarden mei 2005
5) voorzieningen voor sport en bewegen in de openbare ruimte: dit betreft vooral
laagdrempelige voorzieningen in de woonomgeving (specifieke voorzieningen zoals
trapveldjes, speelplaatsen, basketball veldjes en kleinschalige skatevoorzieningen), die van
belang zijn voor beweging- en sportstimulering, maar vooral ook een bijdrage leveren aan
de inrichting van de wijk en de sociale infrastructuur. Ook looproutes, wandelpaden,
ruiterpaden, kanovoorzieningen, 'open zwemwater' en speelvelden behoren hiertoe.
Bij het ontwerp, de inrichting en het beheer van de openbare ruimte dient steeds meer
rekening gehouden te worden met de behoefte aan specifieke voorzieningen, alsmede aan
het gebruik van het openbaar groen, water en wandelpaden.
Voorbeelden in Leeuwarden: de gebieden Grote en Kleine Wielen, trapveldjes in
woonwijken, het Leeuwarder Bos en de Fröske Pölle.
In veel gemeenten zien we een tendens naar het realiseren van multifunctionele
accommodaties of clustering van voorzieningen. Met het combineren van een zwembad met
een sporthal op het complex Kalverdijkje liep Leeuwarden daarin destijds voorop. Ook gedacht
kan worden aan de combinatie met andere vormen van vermaak (theater, beursaccommodatie,
etc.) of seizoensgebonden gebruik (ijsbaan in de winter, skeelervoorziening in de zomer).
Combineren van functies levert kostenvoordelen op (gezamenlijk beheer, energie, gedeelde
voorzieningen), maar ook synergievoordelen (medegebruik, combinatiegebruik, contacten
tussen verenigingen, kennismaking met andere sporten) en een sterkere uitstraling. Dit vraagt
om regievoering: partijen, belangen en doelstellingen dienen te worden samengebracht. De
lokale overheid speelt hierbij een belangrijke verbindende rol. Waar sprake is van een
verzelfstandigd sportbedrijf geldt dat vanzelfsprekend ook voor die organisatie.
Ook bundeling van voorzieningen voor verschillende doeleinden in multifunctionele centra (met
voorzieningen voor onderwijs, sport en/of welzijn, zie o.a. multifunctionele wijkcentra en het
concept van de Buurt- of Brede school) komt steeds vaker voor, evenals de combinatie van
sportvoorzieningen en recreatiecentra, en het combineren van zwemwater met
fitnessvoorzieningen in Health Centers. Bij de bouw van nieuwe voetbalstadions zien we de
combinatie met commerciële functies als kantoren, horeca en winkelvoorzieningen.
De nieuwste tendens is het combineren van andere vormen van vrije tijdsbesteding met sport en
bewegen: als voorbeelden kunnen dienen de toename van hotel- en verblijfaccommodaties met
sportvoorzieningen en het combineren van grootschalige detailhandel met sport-, beweging- en
gezondheidsvoorzieningen. Deze tendens zal zich naar verwachting verder doorzetten
In toenemende mate worden sport (en sportgerelateerde vrije-tijds) voorzieningen aangeboden
door private partijen, al dan niet op commerciële basis en al dan niet als onderdeel van een
groter aanbod. Ook combinaties van publiek en private exploitatie van sportvoorzieningen zijn
in opmars (publiekprivate samenwerking: PPS). Gelet op de steeds sterker gevoelde noodzaak
om publieke en private doelstellingen te combineren en de kosten voor de overheid te drukken
wordt verwacht dat dergelijke PPS-constructies de toekomst hebben. Het zal dan veelal gaan om
constructies waarbij de overheid een financiële inbreng levert in de stichtings- en of
exploitatiekosten, maar de uiteindelijke exploitatie een private verantwoordelijkheid is.
Daarnaast zijn er tal van technische en technologische veranderingen: cultuurtechnische
ontwikkelingen (denk aan de toepassing van kunstgras), gebruik van moderne
onderhoudsapparatuur en de toepassing van nieuwe media en (computer)technieken in
bestaande of nieuwe voorzieningen
Bijlagen bij Beleidsnotitie sportaccommodaties
Gemeente Leeuwarden mei 2005