2. Beleidsbegroting
2.2 Be paragrafen: Lokale heffinger
Tabel: tariefaanpassingen rioolheffing
Rekening houdend met bovenstaand schema en gelet op het door het college gedane voorstel om
een rioolheffing in te voeren, zien de tarieven voor de rioolheffing 2006 er als volgt uit (bedragen in
Omschrijving
2006
Stijging 2006 t.o.v. 2005
Gebruikerstarief per waarde-eenheid van 2.500 voor de woningen
0,89
3,8%
Eigenarentarief per waarde-eenheid van 2.500 voor de woningen
1,77
3,8%
Gebruikerstarief per waarde-eenheid van 2.500 voorde niet-woningen
1,65
3,8%
Eigenarentarief per waarde-eenheid van 2.500 voor de niet-woningen
3,29
3,8%
Tabel: tarieven rioolheffing
Hondenbelasting
De hondenbelasting wordt vanuit de belastingtheorie veelal als algemene belasting beschouwd met
als primair doel het genereren van inkomsten. In Leeuwarden wordt de hondenbelasting min of meer
als bestemmingsheffing behandeld, waarbij de hondenbelasting dient ter dekking van de kosten voor
hondenvoorzieningen.
Uitgaande van een gemiddeld aantal honden van ca. 5.000 en een gewenste opbrengst van circa
378.000 100% kostendekking) is handhaving van de huidige tarieven toereikend. Ook omdat de
tarieven al aan de hoge kant zijn, wordt daarom voorgesteld de tarieven 2005 voor de
hondenbelasting te handhaven.
Behalve het dekken van de kosten van de hondenvoorzieningen wordt de hondenbelasting gebruikt
als instrument om het aantal honden te reguleren. Om die reden is sprake van een progressief tarief.
De volgende progressie wordt gehanteerd:
tweede hond, 1,5 maal het tarief van de eerste hond;
iedere volgende hond, 2 maal het tarief van de eerste hond;
voor kennels geldt 3 maal het tarief van de eerste hond.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de tarieven over de afgelopen jaren aangegeven
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
Stijging 2006
t.o.v. 2005
Eerste hond
72,95
75,69
75,69
75,69
75,69
0%
Tweede hond
80,15
113,54
113,54
113,54
113,54
0%
Iedere volgende hond
110,70
151,38
151,38
151,38
151,38
0%
Kennel
132,65
227,07
227,07
227,07
227,07
0%
Baatbelasting
Baatbelasting geeft de gemeente de mogelijkheid de kosten van bepaalde voorzieningen ten laste van
degene te brengen die in het bijzonder van deze voorzieningen profiteren. In Leeuwarden wordt
baatbelasting alleen geheven bij het project Binnenstad-Nieuwestad. Hierbij is de baatbelasting voor
de fasen 1A, 1B en 2 in 2001 opgelegd. Deze belastingaanslagen hebben tot een groot aantal
bezwaar- en beroepsprocedures geleid. Tot dusverre is de gemeente in vrijwel alle gevallen in het
gelijk gesteld. Een aantal zaken loopt nog. Gelet op recente gerechtelijke uitspraken rond de
baatbelastingen elders in het land is het echter zeer twijfelachtig of de baatbelasting Binnenstad-
Nieuwestad juridisch houdbaar blijft. Om de eventuele nadelen van zo'n gerechtelijke uitspraak op te
vangen is bij de vaststelling van de jaarrekening 2004 een bestemmingsreserve van 1,4 min.
gevormd.
Het college is voornemens voorjaar 2006 de aanslag voor de baatbelasting fase 3 (Voorstreek, Over
de Kelders, etc.) op te leggen. De verordening voor fase 3 is december 2003 reeds door de raad
vastgesteld. Vanwege de problemen rond Over de Kelders en de onduidelijkheid rond de juridische
houdbaarheid heeft het college gemeend de aanslagoplegging voor fase 3 vooralsnog tot voorjaar
2006 te moeten uitstellen. 2006 is overigens ook het laatste jaar waarin het juridisch nog mogelijk is
de aanslagen op te leggen.
Op dit moment worden de mogelijkheden onderzocht om een baatbelasting toe te passen bij het
project Revitalisering Leeuwarden-West.
148
Beieidsbegro
2.2 De paragrafen: Lokaie heffingen
Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen vormen een steeds belangrijker fiscaal instrument, zowel wat betreft de sturende
werking als wat betreft de opbrengsten. In 2005 is het geactualiseerde parkeerbeleidsplan door u
vastgesteld. Hierin is onder andere besloten, conform bestaand beleid, de parkeertarieven met ingang
van 2005 gemiddeld met circa 10% te verhogen. De parkeerbelastingen gaan alleen over het betaald
parkeren en het verlenen van parkeervergunningen. Op parkeerovertredingen als dubbel parkeren of
anderszins fout parkeren is het strafrecht van toepassing.
De Gemeentewet noemt twee parkeerbelastingen, namelijk de feitelijke parkeerbelasting en de
parkeervergunning. De eerste soort is een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats
die bestemd is voor betaald parkeren. De tweede soort, de parkeervergunningbelasting, is een
belasting op een gemeentelijke vergunning voor het parkeren van een voertuig op een daartoe
bestemde plaats. De feitelijke parkeerbelasting wordt geheven van degene die het voertuig heeft
geparkeerd. Indien deze persoon niet heeft betaald, wordt de houder van het voertuig aangemerkt als
belastingplichtige. Dat wordt in principe bepaald aan de hand van het kentekenregister.
De feitelijke parkeerbelasting wordt geheven door voldoening op aangifte, namelijk door een
parkeermeter of parkeerautomaat in werking te stellen. In Leeuwarden kan bij de parkeermeters en
parkeerautomaten alleen met muntgeld betaald worden.
De parkeervergunningbelasting wordt betaald bij de afgifte van de parkeervergunning.
Indien de feitelijke parkeerbelasting niet wordt voldaan, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Deze
naheffingsaanslag bestaat uit twee onderdelen, namelijk de naheffing zelf (de eigenlijke naheffing) en
een vergoeding voor de kosten om de naheffingsaanslag op te leggen (de kostenvergoeding). De
gemeente mag niet meer dan de werkelijke kosten verhalen, met een bij wet vastgesteld maximum.
Met ingang van 1 januari 2005 is dit bedrag vastgesteld op 46,00.
Marktgelden
Vanaf 2005 moeten de marktkooplieden zelf hun afval afvoeren c.q. meenemen. Dit heeft een
kostenbesparend effect op de exploitatie van de markten. Een deel van de markttarieven zal daarom
verlaagd worden met ingang van 2006.
Leges artikel 19 procedures
In de programmabegroting 2004 is met ingang van 2006 een taakstelling opgenomen om extra
legesinkomsten 35.000) te genereren op het product 'voorbereidingsbesluiten en
anticipatieprocedures'. Aangezien de bestemmingsplannen dan actueel zouden zijn, werd het reëel
geacht dat de burger een meer kostendekkend tarief zou betalen bij het doen van voorstellen tot
afwijking (art. 19 procedures) van het daarin vastgestelde beleid.
Artikel 4.5.8.3 bijzondere procedure, wel verklaring van geen bezwaar GS
De ambtelijke inspanning voor een artikel 19 lid 1 procedure verschilt sterk van de aard van de
ingreep. Het kan gaan om een eenvoudige uitbreiding van bebouwingsmogelijkheden bij een
bestaand gebouw, maar het kan ook om een volledig nieuwe locatieontwikkeling gaan.
Momenteel geldt hiervoor een uniform tarief van 1.350. Voorgesteld wordt om dit op te splitsen in
bouwklassen, waarbij de omvang van de ingreep bepalend is. Omdat bij het opstarten van een artikel
19 procedure de bouwsom vaak nog niet helder is, zal gewerkt worden met een 3-tal grove
categorieën, te weten; bouwklasse I - tot 0,75 miljoen, bouwklasse II - 0,75 tot 2 miljoen en
bouwklasse III - 2 miljoen en hoger.
De hiervoor berekende tarieven bedragen respectievelijk 1.750, 4.000 en 7.500.
Artikel 4.10.1 bestemmingswijzigingen zonder bouwen
De ambtelijke inspanning varieert sterk bij dit soort aanvragen; van eenvoudig tot complex i.e.
eventuele bezwaren. Meestal zijn het functiewijzigingen ten behoeve van een burger of bedrijf,
waardoor zij onroerend goed meer doelmatig of rendabel kunnen benutten. Het betreft daardoor een
vrij primaire en serviceverlenende activiteit die soms gepaard gaat met een geringe bouwkundige
investering. Het huidige tarief bedraagt 425,70. Voorgesteld wordt dit te verhogen naar 595,00.
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente heeft de mogelijkheid om belastingen kwijt te schelden dat wil zeggen de gemeente kan
zelf bepalen welke belastingen al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. Het verlenen van
kwijtschelding is aan wettelijke regels gebonden. Strenger toepassen van deze regels is daarbij
toegestaan, ruimhartiger toepassen niet. Het beleid van de gemeente Leeuwarden is altijd geweest
149