2. Beleidsbegroting 2.2 Da paragrafen: Verbonden partijen Volg- no. Verbonden partij Juridische status Dienst Boekwaarde op 01-01-2006 Deel neming Lening Totaal 20 Essent NV SOB 61.590 61.590 21 NV Afvalsturing Friesland NV SOB 162.000 162.000 22 NV Fryslan Miljeu NV SOB 261.079 261.079 23 NV Stadsherstel NV SOB 33.352 33.352 24 Caparis NV NV WZ 54.413 54.413 25 Stadsschouwburg De Harmonie Stichting WZ 26 Stichting Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland Stichting WZ 650.000 650.000 27 Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden (SBL) Stichting SOB 623.943 623.943 Totalen 12.079.123 1.756.943 13.836.066 De deelneming ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse Gemeenten N.V. (nr. 19) is met ingang van 2006 komen te vervallen. Na de levering van de laatste 25% van de door de gemeente in 2000 verkochte aandelen NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten aan ABN AMRO heeft deze gebruik gemaakt van het recht van optie om de uitgegeven cumulatief preferente aandelen terug te kopen van de gemeente. Door bovengenoemde aandelentransactie is tevens een als geldlening opgenomen vordering aan ABN AMRO komen te vervallen. Bij die verbonden partijen waarbij geen sprake is van een deelneming en/of lening bestaat het financieel belang uit de financiële aansprakelijkheid indien een verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Voor 2006 zijn er geen voornemens om deel te nemen aan nieuwe verbonden partijen. Van de bestaande verbonden partijen zijn met betrekking tot het FEC voortstellen in ontwikkeling die een verandering in de relatie tussen het FEC en de gemeente Leeuwarden betekenen. In een bijlage bij de jaarstukken 2005 zullen de diverse verbonden partijen nader worden toegelicht. In deze programmabegroting 2006 wordt volstaan met een overzicht van alle verbonden partijen in deze paragraaf. 172 2. Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen beiaid 2.2.7 Grondbeleid 2.2.7.a Visie op het grondbeleid In de vorige beleidsperiode heeft de gemeente een actieve verwervingspolitiek gevoerd teneinde meer sturend te kunnen optreden bij de ontwikkeling en vormgeving van nieuwe woongebieden, de onderhandelingspositie van de gemeente ten opzichte van projectontwikkelaars te verbeteren en er voor te zorgen dat een groter deel van het rendement ten gunste van de gemeente komt. De planontwikkeling van de uitleggebieden Blitsaerd en de Zuidlanden zijn op bovenstaande wijze tot stand gekomen. Met de bestaande uitleglocatie Zuiderburen leidt de ontwikkeling van deze gebieden tot een trendbreuk in de ontwikkeling van woningen, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Voor beide nieuwe locaties Zuidlanden en Blitsaerd, zijn gezamenlijke exploitatiemaatschappijen (PPS) opgericht in de vorm van CV/BV constructies. In 2005 werd eindelijk planologisch groen licht gegeven voor de ontwikkeling van Blitsaerd. In Blitsaerd en de Zuidlanden zullen naar verwachting vanaf 2006 de eerste woningen worden opgeleverd. In de bestaande stad wordt de Stedelijke Vernieuwing in de wijken Achter de Hoven/Vegelin en Vrijheidswijk ter hand genomen. Een aantal andere binnenstedelijke locaties zijn in het samenwerkingsverband met marktpartijen, de PPS 3Plus BV, aangepakt. De hiervoor genoemde ontwikkelingen zullen een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het realiseren van de prestatieafspraken (met de provincie en het ministerie VROM) op het gebied van de woningbouwproductie. Uitbreiding van bedrijventerreinen is gepland aan de westkant van de stad. Op kortere termijn in de 4e fase Business Park en Newtonpark fase 4 en op langere termijn in Newtonpark fase 3 en Zwettepark Noord. De samenwerkingsverbanden in de CV/BV constructies hebben tot gevolg dat er invulling moet worden gegeven aan de veranderde rol van de gemeente. Zij is immers aandeelhouder in deze ontwikkelmaatschappijen en niet meer zelf kapitein op het schip. Het accent zal het komende begrotingsjaar daarom op deze gewijzigde rol liggen, zodat de (aandeelhouders)belangen goed behartigd worden. Het kunnen voeren van een actief grondbeleid wordt bepaald door het risico dat men bereid is te lopen. Met inachtneming van de lopende PPS-contracten zal de gemeente waar mogelijk een actief grondbeleid voeren en zodoende de rol van de gemeente als ontwikkelbedrijf verder gestalte geven. Hierbij is het aanhouden van een ontwikkelbudget noodzakelijk. Gezien de financiële positie van de reserve grondexploitaties is het zaak dat strategische aankopen en stedenbouwkundige ontwikkelingen vooraf worden voorzien van een planeconomische analyse (rekenen en tekenen gelijk op). Kwaliteit moet betaalbaar zijn, marktconformiteit is een must en winst maken mag. De focus van acties en werkzaamheden is gericht op ontwikkeling en realisering van gebieden. Voor de economische ontwikkeling van de stad is locatieontwikkeling van het grootste belang. De actieve rol van de gemeente zal hierbij vooral betrekking hebben op nieuwe inbreidingslocaties. Een aantal binnenstedelijke locaties is immers al ondergebracht in PPS 3Plus BV, de uitbreidingslocaties zijn voor de langere termijn al ingevuld door de bovengenoemde samenwerkingsverbanden. De grondvoorraad voor bedrijventerreinen is voor de langere tijd voldoende (hoewel door afhankelijkheid van de tracékeuze van de Haak niet direct beschikbaar). De gemeente speelt een actieve rol bij de verdere ontwikkeling en uitbouw van het Frisian Expo Center tot grootste beurscomplex van het Noorden en bij de realisatie van het WTC. Een herstructurering van de grondposities en de juridische structuur vormen de basis voor deze ontwikkelingen. Daarnaast is de gemeente voornemens om, met deling van de risico's, samen met de eigenaar van het complex van de Leeuwarder Papier Fabriek de herontwikkeling van deze locatie ter hand te nemen. Overigens is de mate waarin actief grondbeleid gevoerd kan worden mede afhankelijk van de risico's die hiermee gepaard gaan. Op dit moment is er binnen de reserve grondexploitaties geen ruimte voor de afdekking van nieuwe risico's die samenhangen met een actief optreden als ontwikkelingsbedrijf. De speelruimte voor een actief grondbeleid is hierdoor beperkt. 173

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 431