3. Fnmncieie «agroting
3.2 Uitaenzettsh;
sdëie positie; enksie specifieke onderwerpen
3.2.2 Enkele specifieke onderwerpen
In dit onderdeel van de beschouwingen over de financiële positie wordt aandacht besteed aan enkele
specifieke onderwerpen.
3.2.2.a Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Onder deze verplichtingen moet worden verstaan de aanspraken van het huidige dan wel het
voormalige personeel op (toekomstige) uitkeringen.
Om dergelijke aanspraken veilig te stellen, is in het BW art. 9 opgenomen dat voor dergelijke
aanspraken een voorziening moet worden getroffen. Dit betekent dat van elke aanspraak de totale
toekomstige aanspraak moet worden bepaald en dat er een voorziening moet worden gevormd.
Vervolgens moet jaarlijks worden nagegaan of de getroffen voorziening nog toereikend is. Hieruit
vloeien dan eventueel bijstellingen voort.
Deze voor het bedrijfsleven van toepassing zijnde bepaling is niet in het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV) opgenomen.
Primair gaat het er om dat de toekomstige verplichtingen betaald kunnen worden en dat er een
uniforme gedragslijn door de gemeenten wordt toegepast.
Volgens de nu geldende voorschriften is, voor het instellen van een voorziening voor arbeidskosten
gerelateerde verplichtingen, het ongelijkmatig karakter van de verplichtingen bepalend.
Indien de verplichting jaarlijks van een vergelijkbaar volume is, mag geen voorziening worden
getroffen.
Voor verplichtingen waarvan het bedrag oploopt dient wél een voorziening te vormen gevormd.
Welke voorzieningen hebben we die hiermee in verband kunnen worden gebracht?
Op 31-12-2004 waren er de volgende voorzieningen:
Bedragen x 1.000
Nr.
VRZ
Dienst
Soort verplichting
omvang
voorziening
per 31-12-2004
Opgenomen in
Exploitatie 2006
504
CS
Wachtgeldvoorziening voormalige bestuurders
549
505
CS
Pensioenvoorziening (voormalige) bestuurders
1.713
523
DSOB
Voorziening spaarverlof dienst Welzijn
15
525
DSOB
Voorziening spaarverlof dienst DSOB
14
526
CS
Voorziening spaarverlof dienst Concernstaf
51
537
AZ
Voorziening FPU
1.215
647
-
AZ
Uitkeringen voormalig personeel
n.v.t.
830
-
WZ
Wachtgeld flankerend beleid
n.v.t.
162
-
AZ
IZA-premies voormalig personeel
n.v.t.
695
-
Brdw.
Uitkeringen FLO
n.v.t.
576
Wachtgeldvoorziening voormalige bestuurders (VRZ 504)
Deze voorziening is ingesteld om de wachtgeldaanspraken van voormalige bestuurders te kunnen
betalen. Wethouders, die in een volgende raadsperiode niet terugkeren of tussentijds "opstappen",
hebben onder voorwaarden aanspraak op een wachtgeld. Het vereiste niveau van de voorziening
wordt berekend op basis van de bestaande verplichtingen (op 01-01-2005 twee voormalige
wethouders en één voormalige burgemeester). Van deze verplichtingen wordt de contante waarde
berekend tegen de omslagrente (5,25%).
Pensioenvoorziening (voormalige) bestuurders (VRZ 505)
Op grond van de pensioenregeling voor wethouders, bestaat de mogelijkheid de waarde van een
elders opgebouwd pensioen tijdens het wethouderschap over te dragen aan de gemeente. Voor
gewezen wethouders is het mogelijk de pensioenaanspraken bij de gemeente af te kopen door
waardeoverdracht. Zittende wethouders kunnen na hun aftreden eveneens verzoeken hun
gemeentelijk pensioen af te kopen door waardeoverdracht aan het pensioenfonds waar zij na hun
aftreden bij zijn aangesloten. Dit betekent dat de gemeente kan worden geconfronteerd met
afkoopsommen van enige omvang. Op grond hiervan is deze voorziening tot stand gekomen.
Hieruit kunnen de waardeoverdrachten worden betaald. Ook de pensioenuitkeringen aan
pensioengerechtigde voormalige wethouders worden ten laste van deze voorziening gebracht.
196
Financiële begroting
3.2 Uiteenzetting financiële positie; enkele specifiek® onderwerpen
De berekening van de hoogte van de voorziening is gemaakt met behulp van een
levensverwachtingstabel, waarbij de levensverwachting is verlengd met 5 jaar voor mannen resp. 6
jaar voor vrouwen en tegen de omslagrente (5,5%).
Dit is overeenkomstig de berekening van de opgebouwde pensioenrechten bij waardeoverdracht, met
als verschil dat wij de omslagrente hanteren in plaats van de marktrente.
Voorzieningen spaarverlof (VRZ 523;VRZ 525; VRZ526)
Op grond van de verlofspaarregeling voor ambtenaren, kunnen werkgever en werknemer een voorstel
doen om gebruik te maken van deze spaarmogelijkheid. Een ambtenaar met een volledige betrekking
kan maximaal 4 uren per week (36 x 1/9) sparen. Personeel in deeltijd kan naar rato van deze formule
verlof sparen.
De storting bestaat uit het bedrag dat overeenkomt met de waarde van het niet opgenomen verlof, c.q.
extra gewerkte uren. Doel is om bij het opnemen van het verlof vervangende arbeidskrachten te
kunnen inhuren.
Voorziening FPU (VRZ 537)
Deze voorziening is ingesteld om de aanvulling van de werkgever op de FPU aan gewezen
ambtenaren te betalen.
De voorziening is berekend op basis van de reële verplichtingen naar de stand per ultimo 2005.
De verplichting bestaat er uit dat de gemeente een percentage van het pensioengevend salaris moet
betalen aan het ABP tot het moment dat betrokkene de 65 jarige leeftijd bereikt.
Hoe hoog dat percentage is, hangt af van de leeftijd waarop zij met FPU gaan. En als zij op hun 61ste
of later met FPU gaan, ook van hun geboortedatum.
Op basis van een schatting van het aantal ambtenaren dat van de regeling gebruik zal maken, is een
berekening gemaakt van de toekomstige ontwikkelingen. Berekend is dat bij een jaarlijkse toename
van 25 personeelsleden die gebruik gaan maken van de FPU-regeling, dit een uitzetting van jaarlijkse
lasten tot gevolg heeft van 25 x€ 7.500 187.500. De jaarlijkse dotatie wordt in 2006 verhoogd met
een bedrag van 73.000 en bedraagt thans 647.000. Gezien de ontwikkelingen rondom de FPU
wordt er vooralsnog van uitgegaan dat dit niveau voldoende is. Jaarlijks wordt het niveau getoetst en
vindt zonodig correctie plaats.
Wachtgeld flankerend beleid
De gemeente heeft nog verplichtingen ten aanzien van voormalig gemeentelijk personeel dat nu in
dienst is bij diverse stichtingen (Zalen Schaaf, H.W.L. en De Opstap en Stadsschouwburg de
Harmonie). De verplichting bestaat er uit dat voormalig gemeentepersoneel in dienst van deze
stichtingen, bij werkloosheid aanspraak hebben op een wachtgeld van de gemeente.
Aangezien het hier gaat om verplichtingen met een jaarlijks min of meer vergelijkbaar volume, is de
voorziening opgeheven
IZA-premies gepensioneerden
Het gaat hier om verplichtingen van een jaarlijks nagenoeg vergelijkbaar volume. Er mag in dit geval
geen voorziening worden getroffen. De verplichtingen zijn in de begroting opgenomen als structurele
last.
FLO uitkeringen dienst Brandweer
Personeel van de beroepsbrandweer kan vanaf de leeftijd van 55 jaar de dienst verlaten.
Vanaf de leeftijd van 55 jaar tot het moment dat betrokkene de 65 jarige leeftijd heeft bereikt heeft
deze recht op een FLO uitkering. Voor het jaar 2006 zal naar verwachting door de gemeente een
bedrag van 576.000 aan FLO uitkeringen worden uitgekeerd.
3.2.2.b Investeringen
De uitbreidings- en vervangingsinvesteringen bedragen voor 2006 rond 40,2 min. Een specificatie
van deze investeringen, overeenkomstig het BBV onderscheiden naar investeringen in de openbare
ruimte met een maatschappelijk nut (MN) en investeringen met een economisch nut (EN) is
opgenomen in bijlage G.
Omdat investeringskredieten in veel gevallen gefaseerd worden uitgevoerd in de loop van het jaar
ontstaat er op rekeningsbasis onderuitputting op kapitaallasten. Gezien het hoge bedrag hiervan zijn
inmiddels maatregelen getroffen om zowel bij de uitbreidings- en vervangingsinvesteringen, als bij de
197