-
Berekening EMU-saldo Gemeente Leeuwarden
fi
K
If
3. Financiële bagroiirtg
3.2.2.d De stand en het verloop van de reserves
Het verwachte verloop van de Algemene Reserve is toegelicht in onderdeel 3.2.1 Ontwikkeling
Financiële Positie.
Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de overige reserves is opgenomen in bijlage F.
3.2.2.e De stand en ontwikkeling van de voorzieningen
Een overzicht van de stand en ontwikkeling van de voorzieningen is opgenomen in bijlage F.
3.2.2.f Het aandeel van de gemeente Leeuwarden in het EMU-tekort.
In het verdrag van Maastricht is vastgelegd dat het EMU-tekort (het gezamenlijk begrotingstekort van
het rijk, lokale overheden en sociale fondsen) van een bepaald land dat behoort tot de Europese
Monetaire Unie niet hoger mag zijn dan 3% van het Nationaal Inkomen van het betreffende land. Dit is
afgesproken om een "harde" Euro te garanderen,
In 2003 is gebleken dat het EMU-tekort van Nederland over de grenswaarde van 3% ging. Een
belangrijk deel van dit tekort werd veroorzaakt door de lokale overheden.
Daarom zijn ertussen het kabinet enerzijds en de VNG, het IPO en de UvW anderzijds afspraken
gemaakt om het aandeel van de lokale overheden in het EMU-tekort te beheersen..
Een van die afspraken behelst een betere informatievoorziening over het aandeel van het tekort dat
door de lokale overheden wordt veroorzaakt. Daartoe dient met ingang van het begrotingsjaar 2006 in
de gemeentebegrotingen een door het rijk ontworpen model te worden opgenomen, waarin het
aandeel dat een betreffende gemeente in het EMU-tekort veroorzaakt, wordt berekend.
Volgens de regels van het stelsel van lasten en baten heeft de gemeente een sluitende begroting. Via
het door het rijk opgestelde model dienen de cijfers van de gemeente te worden omgezet naar het
door het rijk gehanteerde kasstelsel om de cijfers van het rijk en die van de lagere overheden te
kunnen samenvoegen.
Zoals uit onderstaand model blijkt, is het aandeel in het EMU-tekort dat door de gemeente
Leeuwarden wordt veroorzaakt 26.040.000 in 2005, 32.814.000 in 2006 en 5.675.000 in 2007.
200
3. Financiële begroting
3.2 Uiteenzetting financiële positie; enkele specifieke onderwerper
1
;:f,
2005
2006
2007
H
volgens realisatie
begroting 2005,
1
1
aangevuld met
volgens
volgens
raming
resterende
periode (X
1.000)
begroting 2006
(X€ 1.000)
meerjarenra ming
(X€ 1.000)
1
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging
aan c.q. onttrekking uit reserves
(zie BBV, artikel 17c)
-25.582
-12.029
-1.012
Kü
+2
Afschrijvingen ten laste van de
exploitatie
16.173
13.873
17.929
+3
Bruto dotaties aan de post
voorzieningen ten laste van de
i
exploitatie
13.762
8.344
7.892
-4
Uitgaven aan investeringen in
(im)materiële vaste activa die op
li
li
+5
de balans worden geactiveerd
De in mindering op de onder vraag
4 bedoelde investeringen
gebrachte ontvangen bijdragen
-35.597
-37.925
-25.176
11
van het Rijk, de Provincies, de
Europese Unie en overigen
2.888
2.683
2.979
11
+6a
Verkoopopbrengsten uit
11
desinvesteringen in (im)materiële
vaste activa (tegen verkoopprijs)
3
23
4
i
-6b
Boekwinst op desinvesteringen in
(im)materiëie activa
0
0
0
8;t
-7
Uitgaven aan aankoop van grond
en de uitgaven aan bouw-,
+8a
woonrijp maken e.d.
Verkoopopbrengsten van grond
-19.706
-18.155
-14.000
B
(tegen verkoopprijs)
28.692
20.662
16.000
ft
-8b
Boekwinst op grondverkopen
0
0
0
-9
Betalingen ten laste van de
B
-10
voorzieningen
Betalingen die niet via exploitatie
-6.673
-10.290
-10.291
B
lopen, maar rechtstreeks ten laste
van de reserves worden gebracht
idU
en die nog niet vallen onder één
van de andere genoemde posten
0
0
0
(EB
11b
Boekwinst bijverkoop van
deelnemingen en aandelen
0
0
0
Berekend EMU-saldo
-26.040
-32.814
-5.675
li
la
201