In aansluiting op de Stadsvisie in 2002/2003 de Regiovisie is ontwikkeld voor het gebied van de Stadsregio Leeuwarden en de Westergozone. Provinciale Staten, de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en het Wetterskip Fryslan hebben eind 2003/begin 2004 de Regiovisie vastgesteld. In deze visie ligt het accent op de versterking van de positie van Leeuwarden als centrumstad op het gebied van wonen, werken, cultuur, zorg en onderwijs (centrumpositie) en als hoofdstad van Fryslan. Daarnaast wordt ter behoud van de kwaliteiten van de Regio in de visie vastgehouden aan het concept van bundeling en concentratie van wonen en werken. De as Harlingen-Leeuwarden-Burgum wordt daarbij gezien als ontwikkelingsas; de as Stiens-Leeuwarden-Heerenveen als een transportas. Ook in het landelijk gebied zelf is bundeling en concentratie uitgangspunt voor beleid om de ruimtelijke kwaliteit te handhaven en de landschappelijke diversiteit in stand te houden. De Regiovisie is door Provinciale Staten vastgesteld als belangrijke bouwsteen voor het nieuwe streekplan. De versterking van Leeuwarden als centrumstad en hoofdstad staat in het Stadsconvenant centraal. Leeuwarden heeft een bijzondere positie gekregen in de door de Staten vastgestelde Kadernota voor het nieuwe Streekplan. In het (Voorontwerp-) Streekplan zal deze positie verder worden uitgewerkt. In het bestuursakkoord 2003-2007 van de Provincie Fryslan, "investeren in kwaliteit" de positie van Leeuwarden wordt onderlijnd. In dit kader zal de Provincie zich inzetten voor een goede bereikbaarheid, groei van de werkgelegenheid en de verdere uitbouw van Leeuwarden als kennisstad. De gemeente Leeuwarden sinds 1995 participeert in het Grotestedenbeleid. In het kader van het partnership tussen Rijk en steden is voor de volgende convenantperiode (2005-2010) opnieuw een Meerjarenontwikkelingsprogramma opgesteld. Dit MOP "Scherp aan de wind" is in samenhang met de Stadsvisie opgesteld. In het MOP wordt ingegaan op de in het GSB stelsel genoemde thema's, die aansluiten bij de problematiek van de grote stad. Een aantal van deze thema's past binnen de ontwikkelingsrichting van de Stadsvisie (economie, wonen, zorg en kennis). Andere thema's staan los(ser) van de ontwikkelingsrichting van de Stadsvisie en behoren meer tot het reguliere beleid. Daarbij moet gedacht worden aan het sociale beleid, het veiligheidsbeleid en de leefbaarheid. Op basis van het MOP wordt in februari 2005 een convenant afgesloten met het rijk. Het rijk stelt vervolgens de financiële middelen beschikbaar (jaarlijks circa 15 min voor de periode van vijfjaar) en Leeuwarden verbindt zich aan het behalen van de vastgelegde resultaten. De provincie zich zal inspannen om de positie van Leeuwarden voldoende tot uitdrukking te brengen in het raamprogramma en uitvoeringsprogramma dat in SSN verband wordt opgesteld ten behoeve van het regionale beleid na 2006. Het betreft hier vooral de thema's Innovatie en kenniseconomie en concurrerend vestigingsklimaat in het stedelijk gebied. Op basis van een nadere uitwerking van deze thema's zal een beroep worden gedaan op rijks- en/of EU financiering. De Stuurgroep Stadsconvenant Leeuwarden een tussenevaluatie heeft gehad met als uitkomst, dat in de Stuurgroep zowel Provincie als gemeente tevreden zijn over de bereikte resultaten, dat geen inhoudelijke wijziging hoeft plaats te vinden, dat de middelen van het Stadsconvenant nagenoeg uitgeput zijn en dat een voortzetting, c.q. actualisatie van het stadsconvenant wenselijk is alsmede een verkorting van procedures. Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. Partijen stemmen in met en zullen uitvoering geven aan de in goed overleg gemaakte afspraken met de daarbij horende werkwijze, de bestuurlijke aansturing en de financiële inzet van de partijen, vastgelegd in dit convenant. Partijen streven naar realisatie van de uitvoering van de afgesproken thema's en de daarin opgenomen afspraken. 4 Actualisatie Stadsconvenant Leeuwarden 2000-2010 2. In bijlage B zijn per thema, daar waar mogelijk, voor de uit te voeren activiteiten, bedragen geraamd. Deze bedragen zijn, voorzover nog niet beschikbaar gesteld door de bevoegde organen van partijen, onderhevig aan het oordeel en de instemming van Provinciale Staten en de gemeenteraad en zijn daarom in de context van dit convenant nog geen harde juridische aanspraken. Naast de eigen investeringen zetten de partners zich in om andere financieringsbronnen voor investeringen te genereren, zoals EU-middelen, KOMPAS-gelden, rijksmiddelen etc. 3. Dit geactualiseerde convenant gaat in op 1 april 2005 en heeft een looptijd tot 1 januari 2010. Tijdig met het oog op de einddatum van 2010 zullen partijen aan de hand van een (eind)evaluatie met elkaar afspraken maken over continuering van de samenwerking. Jaarlijks zullen partijen de voortgang van de samenwerking bespreken en waar nodig c.q. gewenst komen tot bijstelling van afspraken. 4. In alle gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet zullen partijen tijdig in goed overleg tot aanvullende afspraken komen in de geest van de afspraken uit dit convenant. Bij eventuele geschillen zullen partijen eerst in goed overleg in der minne tot een oplossing komen. Is dat niet mogelijk gebleken dan zullen alle geschillen in verband met dit convenant of afspraken die daarmee samenhangen, worden beslecht door een bindend advies, te geven door drie door partijen gezamenlijk of bij gebreke van overeenstemming daarover binnen 4 weken door de president van de rechtbank te Leeuwarden te benoemen, adviseurs. Een geschil bestaat, indien een der partijen dat stelt en schriftelijk aan de andere partij mededeelt. Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te Leeuwarden op maart 2005 Gemeente Provincie Actualisatie Stadsconvenant Leeuwarden 2000-2010 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 48