1. Inleiding
7.2. Algemeen
mmm
Nota grondbeleid
Voor u ligt de grondnota van de gemeente Leeuwarden. Aanleiding voor het schrijven van
deze nota is in eerste instantie de risicoanalyse (zelfanalyse risicogebieden) van december
2001 geweest. Ook de veranderende rol van de gemeente t.a.v. het grondbeleid door de
diverse samenwerkingsverbanden en de nieuwe financiële voorschriften voor gemeenten
(BBV) maakten het schrijven van deze nota wenselijk. De belangrijkste reden is echter het
inzichtelijk maken van het gemeentelijke grondbeleid.
Bij de uitwerking van de grondnota is rekening gehouden met de onderwerpen/kaders
waarover de Raad zich met betrekking tot het gemeentelijke grondbeleid in haar vergadering
van januari 2004 heeft uitgesproken. Als belangrijkste onderwerpen die daarbij aan de orde
zijn geweest worden genoemd:
Transparantie;
- Actief grondbeleid;
(strategische) Verwerving;
Samenwerkingsverbanden;
Regionale samenwerking;
Grondprijsbeleid;
- Erfpacht;
Winstgevendheid.
Omdat de financiële aspecten al ruim aandacht krijgen in de jaarlijkse nota "Financiële positie
grondexploitatie", is de grondnota vooral gericht op het grondbeleid van de gemeente. Dit
neemt niet weg dat het financiële kader waarbinnen het grondbeleid zich dient af te spelen
bepalend is voor de mogelijkheden en de succesfactoren van dit beleid.
In paragraaf 2.2.2.3. wordt nog kort ingegaan op enkele aanbevelingen uit de notitie van
Noordanus ("Second opinion woningproductie Leeuwarden" van februari 2004) die het
gemeentelijke grondbeleid raken.
1.2. Indeling nota
De grondnota is als volgt ingedeeld. Vanuit de stadsvisie "Varen onder eigen vlag" en de
diverse relevante programma's en beleidsnota's wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de
algemene doelstelling van het grondbeleid en de taakstellingen die op grond van vastgesteld
beleid voor de komende tijd gelden voor de bouwproductie van woningen, kantoren en
bedrijventerreinen.
Het voorgestelde grondbeleid van de gemeente Leeuwarden komt in hoofdstuk 3 aan de orde.
In dit hoofdstuk wordt eerst de veranderende rol van de gemeente en in het bijzonder van
grondzaken beschreven. Verder wordt in dit hoofdstuk de visie op het grondbeleid
gepresenteerd en wordt aangegeven op welke doelstellingen en uitgangspunten het beleid zich
in de komende periode vooral zal richten.
In hoofdstuk 4 wordt het instrumentarium besproken waarop de planologische ontwikkelingen
van de gemeente gebaseerd zijn en waarmee het gemeentelijk grondbeleid zich bij de
uitvoering kan bedienen.
7
Nota grondbeleid
De financiële kaders waarbinnen het grondbeleid zich afspeelt komen in hoofdstuk 5 kort ter
sprake^ De meest actuele stand van zaken wordt jaarlijks aan de raad voorgelegd middels de
nota "Financiële positie grondexploitatie".
Hoofdstuk 6 geeft een beeld van de uitvoering van de grondnota. Daarbij wordt kort
stilgestaan bij de relatie met de bedrijfsvoering en de nadere uitwerking van onderdelen van
het beleid.