5. Financieel kader Nota grondbeleid 4.3.11. Grondbeleid en de nota Ruimte Als gevolg van de Nota Ruimte is herziening van de "gereedschapskist" met instrumenten ten behoeve van een slagvaardige ruimtelijke ontwikkeling noodzakelijk. Het nieuwe bouwwerk komt er waarschijnlijk als volgt uit te zien: Nieuw instrument Betekenis instrument Projectbesluit en bestemmingsplan bevoegdheid De nieuwe Wro introduceert het gemeentelijk projectbesluit tbv de ontwikkeling van concrete projecten. Voorkeursrecht Vanaf 1 februari kunnen alle gemeenten voor alle niet agrarische ruimtelijk functie, het voorkeursrecht vestigen. De komende integrale herziening van de Wet voorkeurrecht gemeenten (gepland voor 2005) moet de toepassing van deze wet vereenvoudigen. Onteigeningsbevoegd heden Introductie van onteigeningsbevoegdheid gekoppeld aan het gemeentelijk projectbesluit uit de nieuwe Wro (wordt geregeld in Invoeringswet Wro). De herziening van de onteigeningswet (gepland voor 2005) moet de toepassing van deze wet vereenvoudigen. Grondexploitatiewet De Grondexploitatiewet biedt een regeling voor kostenverhaal en verevening bij particuliere locatieontwikkeling en de mogelijkheid om enkele locatie-eisen te stellen. Het wetsvoorstel van de Grondexploitatiewet is in oktober 2004 voor advies naar de Raad van State gestuurd. Planschadevergoedings- overeenkomsten Het Wetsvoorstel Planschadevergoedings-overeenkomsten (is ingediend bij de Tweede kamer) maakt het weer mogelijk dat gemeenten en projectontwikkelaars overeenkomsten sluiten over de vergoeding van pianschadekosten. Uiteraard wordt de wetgeving en de overige landelijke ontwikkelingen gevolgd, zodat het gemeentelijk beleid hierop wordt aangepast. 29 Nota grondbeleid 5.1. Algemeen In de jaarlijkse nota "Financiële positie grondexploitatie" wordt uitgebreid op de financiële stand van zaken met betrekking tot de grondexploitatie ingegaan. Daarom wordt de financiële positie van de grondexploitatie in deze grondnota alleen op hoofdlijnen besproken. Tegelijk met deze nota wordt de nota financiële positie 2004 aangeboden De nota financiële positie beschrijft de situatie per 1 januari 2004. Inmiddels is de jaarrekening 2004 gereed. De cijfers in dit hoofdstuk zijn daarom geactualiseerd naar 31 december 2004. 5.2. Financiële positie Een belangrijke toets voor de beoordeling van de financiële positie van de grondexploitatie is het niveau van de reserve grondexploitaties. Bij de bepaling van deze reserve moet onderscheid worden gemaakt tussen de gerealiseerde en nog te realiseren bedragen. Het gerealiseerde bedrag (per eind 2004 10,9 miljoen) wordt ontleend aan de balans en heeft betrekking op afgesloten complexen, dan wel op lopende complexen waarbij al voor een deel winst is genomen. Het reservebedrag van 10,9 miljoen is exclusief de voorziening verliesgevende complexen waarvan de omvang eind 2004 1,8 miljoen bedraagt. De nog te realiseren winsten (per eind 2004 5,4 miljoen) blijken uit de kostprijscalculaties van de lopende plannen en komen op termijn (na realisatie) beschikbaar. Verliezen zijn voorzien en er is een redelijk bedrag aan reserve aanwezig. Een en ander moet echter worden bezien tegen de risico's die nog in de grondexploitatie schuil gaan (zie hierna). 5.2.1. Weerstandsvermogen Voor de opvang van onvoorziene risico's op planniveau (afzet en invulling) en algemene risico's die samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen is het nodig dat de grondexploitatie beschikt over een financiële buffer (weerstandsvermogen). Op basis van de risicoanalyse over de grondexploitaties is op dit moment een weerstandsvermogen noodzakelijk van 10 miljoen. 5.2.2. Verwachte exploitatietekorten In overeenstemming met het voorzichtigheidsprincipe worden de exploitatietekorten van plannen bij het bekend worden daarvan voorzien. In dat kader zijn alle verwachte exploitatieverliezen per eind 2004 via de voorziening verliesgevende complexen afgedekt. Bij gronden in ontwikkeling is geen sprake van negatieve resultaten, omdat er nog geen vastgestelde grondexploitatie is. De gronden worden jaarlijks tegen reële waarde (met de dan bekende gegevens) gewaardeerd. Indien dit een bij- of afwaardering betekent, wordt dit jaarlijks gecorrigeerd ten laste of ten bate van de reserve grondexploitatie. (conform BBV moet de afwaardering via de exploitatierekening worden verantwoord en bij de resultaatbestemming ten laste van de grondreserve gebracht worden. Immers bij BBV is een rechtstreekse afboeking niet meer toegestaan. De boekingen worden volgens deze richtlijnen uitgevoerd). 5.2.3. Tussentijdse winstneming Vanaf 2003 wordt voor de plannen met een verwacht voordelig exploitatiesaldo tussentijds winst genomen. Hieraan zijn wel de volgende voorwaarden verbonden: - de tussentijdse winst moet gerealiseerd zijn. In dat geval moet de winst op de reeds verrichte prestaties op een verantwoorde wijze kunnen worden bepaald. Dit betekent dat met een redelijke mate van nauwkeurigheid al gemaakte en nog te maken kosten kunnen worden toegerekend aan het gerealiseerde deel van het complex en dat er een grote mate van zekerheid bestaat over de nog te realiseren opbrengsten en te maken kosten; 30

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 68