Artikel 5 verplichte medewerking
1Personen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, zijn verplicht te voldoen aan een oproep van de
onderzoekscommissie om als getuige of deskundige te worden gehoord.
2. Een getuige of deskundige die door de onderzoekscommissie wordt gehoord, is niet tevens lid van de
onderzoekscommissie.
3. De getuigen zijn verplicht getuigenis af te leggen.
4. De deskundigen zijn verplicht hun diensten onpartijdig en naar beste weten als zodanig te verlenen.
5. De onderzoekscommissie kan besluiten dat getuigen uitsluitend worden verhoord na het afleggen van
een eed of belofte. Zij leggen dan in de vergadering van de onderzoekscommissie, in handen van de
voorzitter, de eed of belofte af dat zij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zullen zeggen.
6. De getuigen en deskundigen worden in een openbare zitting van de onderzoekscommissie gehoord.
Plaats en tijd van de openbare zitting worden door de voorzitter tijdig ter openbare kennis gebracht.
7De onderzoekscommissie kan om gewichtige redenen besluiten een verhoor of een gedeelte daarvan
niet in het openbaar af te nemen. De leden van de commissie en andere aanwezigen bewaren
geheimhouding over hetgeen hun tijdens een besloten zitting ter kennis komt.
8. Een getuige is gerechtigd zich tijdens het verhoor te laten bijstaan.
9. Verklaringen die zijn afgelegd voor de onderzoekscommissie kunnen, behalve in het geval van artikel
207, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, niet als bewijs in rechte gelden.
Artikel 6 oproepen getuigen en deskundigen
1Getuigen en deskundigen worden schriftelijk opgeroepen. De brief, houdende de oproep, wordt
aangetekend verzonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.
2. De onderzoekscommissie kan bevelen dat getuigen en deskundigen die, hoewel opgeroepen in
overeenstemming met het eerste lid, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor hen worden
gebracht om aan hun verplichting te voldoen. De onderzoekscommissie stelt de getuige of deskundige
hiervan schriftelijk in kennis op de wijze, bedoeld in het eerste lid. In de beschikking wordt een termijn
gesteld waarbinnen de belanghebbende de tenuitvoerlegging kan voorkomen door alsnog aan zijn
verplichting te voldoen.
3. Op een beschikking als bedoeld in het eerste en het tweede lid is artikel 7:1 van de Algemene wet
bestuursrecht niet van toepassing.
4. De getuigen of deskundigen dienen de oproeping als bedoeld in het eerste lid, tenminste tien dagen voor
de dag van het verhoor te ontvangen.
Artikel 7 verhoren getuigen en deskundigen
1De verhoren van getuigen en deskundigen worden door de commissie gehouden op de plaats, waar zij
zulks het meest wenselijk oordeelt.
2. De schriftelijke aantekening van de afgelegde verklaringen of gegeven berichten wordt aan de getuigen
of deskundigen voorgelezen of ter inzage verstrekt en door dezen ondertekend.
3. De commissie kan ter voorbereiding op de openbare verhoren informatieve gesprekken voeren in
beslotenheid.
Artikel 8 niet verschijnen getuige of deskundige
1. Indien de behoorlijk opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan een proces
verbaal opgemaakt, hetwelk een nauwkeurige omschrijving van de oproeping behelst en door de
aanwezige leden der commissie wordt ondertekend.
2. Dit proces-verbaal wordt door de commissie, wanneer zij het nodig acht, in handen gesteld van het
openbaar ministerie bij de rechtbank van het arrondissement, waarin de in gebreke gebleven getuige of
deskundige woont.
Artikel 9 weigeren tot antwoorden van getuige of deskundige
Wanneer een getuige of deskundige, hetzij vrijwillig, hetzij op de oproeping verschenen of door de
openbare macht gebracht zijnde, weigert te antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt
daarvan proces-verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van die weigering, zo die gegeven zijn, inhoudt,
en door de aanwezige leden van de commissie wordt ondertekend.
Artikel 10 weigeren van informatie uit hoofde van ambt, beroep of betrekking of door toebrenging
onevenredige schade
1Niemand kan genoodzaakt worden aan de commissie geheimen te openbaren, voor zover daardoor
onevenredige schade zou worden toegebracht aan het belang van de uitoefening van zijn beroep, danwel
aan het belang van zijn onderneming of de onderneming waarbij hij werkzaam is of geweest is.
2. Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich
verschonen getuigenis af te leggen, doch uitsluitend met betrekking tot hetgeen waarvan de wetenschap
aan hen als zodanig is toevertrouwd. Zij kunnen inzage, afschrift of kennisneming anderszins weigeren
van bescheiden of gedeelten daarvan tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt.
Artikel 11 niet openbaar maken overgelegde bescheiden
1De commissie kan om gewichtige redenen in verband met de bescherming van de in artikel 4, eerste lid,
genoemde personen of van een belang, bedoeld in artikel 12, besluiten aan haar overgelegde bescheiden
of gedeelten daarvan niet openbaar te maken.
2. De leden van de commissie bewaren geheimhouding omtrent de inhoud van de bescheiden of gedeelten
daarvan, die ingevolge een besluit, bedoeld in het eerste lid, niet openbaar worden gemaakt.
3. Voor zover de in het tweede lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van het onderzoeksverslag van de
commissie, worden deze ter inzage of anderszins ter kennisneming gelegd van de leden van de
gemeenteraad. De leden bewaren omtrent de inhoud van de zodanige bescheiden geheimhouding.
Artikel 12 weigeren inlichtingen in strijd met openbaar belang
1Leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en
gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester
ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur
aangesteld of daaraan ondergeschikt, zijn niet verplicht aan artikel 4, eerste lid, en artikel 5, eerste en
derde lid te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang.
2. De onderzoekscommissie kan verlangen dat een beroep als bedoeld in het eerste lid op strijd met het
openbaar belang wordt bevestigd door het college, of, voor zover de inlichtingen betrekking hebben op
het door de burgemeester gevoerde bestuur, door de burgemeester.
Artikel 13 besloten vergadering en geheimhouding
Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de
Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en
omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering
opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van
het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Artikel 14 verstrekken schadeloosstelling
De getuigen en deskundigen ontvangen op hun daartoe strekkend verzoek schadeloosstelling, door de commissie
op vertoon van de schriftelijke oproeping, te begroten overeenkomstig het bepaalde omtrent getuigen en
deskundigen krachtens artikel 57 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
Artikel 15 voortzetting van werkzaamheden
De bevoegdheid en de werkzaamheden van een commissie van onderzoek worden door het aftreden van de
gemeenteraad niet geschorst.
Artikel 16 raming kosten
De gemeenteraad stelt een raming vast van de kosten, welke naar zijn oordeel voor het onderzoek in een bepaald
jaar vereist zijn. Hij brengt deze ter kennis van het college. Het college neemt de geraamde kosten voor een
onderzoek in een bepaald jaar op in de ontwerp-gemeentebegroting.
Artikel 17 rapportage
De commissie van onderzoek legt haar bevindingen neer in een rapport. Dit rapport wordt besproken in de raad
op een door de raad te bepalen tijdstip.
Artikel 18 afhandeling onderzoek
1Na de beëindiging van het onderzoek van een door hem ingestelde commissie besluit de gemeenteraad,
dat de processen-verbaal en de overige bescheiden van het onderzoek worden vernietigd, dan wel
gedurende een door hem te bepalen periode worden bewaard in het gemeentearchief.
2. Bescheiden en aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie geheim dienen te worden
gehouden, maken geen deel uit van dit archief.