Inleiding
2. Kadernota Jeugdbeleid
2.1 Kadernota Jeugdbeleid
Gemeente Leeuwarden
In 1998 is de kademota Jeugdbeleid "Een kwestie van lef' door de gemeenteraad vastgesteld.
Sinds die tijd is veel gebeurd op het gebied van jeugd zowel op lokaal, provinciaal als
landelijk niveau. Te denken valt aan nieuwe beleidsterreinen als
onderwijsachterstandenbeleid, projecten jeugd en veiligheid in het kader van het Grote
Stedenbeleid, nieuwe wetgeving op het gebied van Jeugdzorg en de Operatie Jong. En last but
not least heeft de gemeenteraad het jeugdbeleid hoog op de politieke agenda geplaatst.
Voldoende aanleiding om zeven jaar na verschijning van de kademota Jeugdbeleid de balans
op te maken en het beleid voor de komende jaren in de vorm van een jeugdagenda weer te
geven.
In de gemeente Leeuwarden wonen per 1-1-2004 91.403 inwoners. 30.036 van hen behoren tot de
leeftijdscategorie 0-24 jarigen, oftewel 32,7%. Dit is iets hoger dan het landelijke gemiddelde van
31% per 1 januari 2002 (CBS, 2003). De verdeling per leeftijdcategorie wordt duidelijk uit tabel 1.
Tabel 1. Verdeling naar leeftijdscategorie 0-24 jarigen Leeuwarden per 1-1-2004
Aantal
0-4 jaar
5.036
5,50%
5-9 jaar
4.781
5,20%
10- 14 jaar
4.777
5,20%
15-19 jaar
5.986
6,50%
20-24 jaar
9.456
10,30%
0-24 jaar
30.036
32,70%
Bron: Statistiek Onderzoek gemeente Leeuwarden
De indeling van de Jeugdagenda is als volgt:
Kademota; stand van zaken en knelpunten
Landelijke ontwikkelingen van belang voor jeugdagenda
Jeugdagenda (Doelen en uitgangspunten; prioriteiten; instrumenten; jaarprogramma's)
Bijlagen (overzicht huidige beleid in schema; financiën)
Impuls opvoed- en gezinsondersteuninc 2005-2007
24
15-11-2005
Gemeente Leeuwarden
Dit hoofdstuk gaat kort in op de inhoud van de kademota Jeugdbeleid "Een kwestie van lef".
Vervolgens is een beschrijving opgenomen van de huidige stand van zaken van het
gemeentelijk jeugdbeleid. Het gaat om de belangrijkste ontwikkelingen sinds 1998. In bijlage
1 is dit schematisch weergegeven. Tot slot zijn de grootste knelpunten in het gemeentelijk
beleid beschreven.
De kademota Jeugdbeleid is in 1998 uitgebracht om samenhang aan te brengen in het
jeugdbeleid. De doelstelling voor het jeugdbeleid is als volgt geformuleerd:
"kansen voor jongeren (0 - 25 jaar) vergroten en uitval voorkomen. Het beleid dient zich te
richten op de integratie, participatie en sociale binding van jeugdigen aan de samenleving".
Daarbij geldt dat de primaire verantwoordelijkheid voor opvoeding en bescherming bij ouders
ligt. De gemeente creëert zo gunstig mogelijke voorwaarden waaronder het gezin en de
jeugdige kan functioneren. Het jeugdbeleid is in vier soorten beleid ingedeeld:
Algemeen jeugdbeleid gericht op het maatschappelijk functioneren van jeugdigen.
Voorbeelden hiervan zijn: onderwijs, speel- en sportvoorzieningen, culturele voorzieningen.
Algemeen preventief jeugdbeleid gericht op het voorkomen van achterstanden. Te denken valt
aan: jeugdgezondheidszorg en voorschoolse vorming
Gericht preventief jeugdbeleid bedoeld voor specifieke groepen ter voorkoming van
achterstanden. Bijvoorbeeld: onderwijsachterstandenbeleid, opvoedingsondersteuning
Curatief en repressief jeugdbeleid dat probleemoplossend is. Het gaat dan onder meer om
jeugdhulpverlening en de aanpak van veelplegers.
De prioriteit is gelegd bij de doelstellingen die vallen onder het gericht preventief jeugdbeleid
en het algemeen preventief jeugdbeleid zonder daarbij het algemene beleid en het acuut
oplossen van problemen uit het oog te verliezen. Het gaat dan met name om doelstellingen die
gericht zijn op het bestrijden van onderwijsachterstanden en om doelstellingen gericht op
opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg en hulpverlening aan (risicojongeren.
Stand van zaken beleid 0-12 jarigen
De versterking van het algemene jeugdbeleid voor de 0 - 12 jarigen heeft vooral vorm
gekregen door de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk, de forse uitbreiding van
het aantal kindplaatsen in de kinderopvang, de uitbreiding van het aantal speelvoorzieningen
in de wijken en de invoering van het kunstmenu voor de basisscholen. De totale
jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jarigen, als essentiële basisvoorziening, valt sinds 2003 onder
de gemeentelijke verantwoordelijkheid.
In het preventief jeugdbeleid is onder meer ingezet op de invoering van het fenomeen
buurtschool in vijf wijken en daaraan gekoppeld de invoering van de voor- en vroegschoolse
educatie zoals het programma Kaleidoscoop. Opvoedingsondersteuning heeft een sterke
impuls gekregen via diverse instellingen en programma's zoals Opstap(je)en POOK
(gedwongen opvoedingsondersteuning).
Op sportief vlak heeft de breedtesportimpuls gezorgd voor extra activiteiten voor kinderen uit
de achterstandswijken.
Vroegsignalering van problemen en het vroegtijdig aanpakken daarvan is de afgelopen jaren
op verschillende manieren versterkt. Een voorbeeld hiervan is de zorgmonitor voor zorg- en
risicoleerlingen gericht op het voorkomen van voortijdig schooluitval.
Impuls opvoed- en gezinsondersteuninc 2005-2007
25
15-11-2005