Blad 4
4Klankbord
Zoals hiervoor al is vermeld, zijn in de binnenstad diverse
belangen te onderscheiden, soms zelfs tegengesteld aan
elkaar. Wij hebben het om die reden dan ook noodzakelijk
geacht het concept van de Nota van Uitgangspunten aan
representatieve belangengroepen voor te leggen. De nota is
derhalve onder de aandacht gebracht van het wijkpanel, de
Leeuwarder ondernemersvereniging Leon, het bestuur van de
afdeling Leeuwarden van Horeca Nederland, Bond Heemschut en
de historische vereniging Aed Levwerd. Ook hebben wij de
nota voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van Fryslan en de
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuur en Monumentenzorg
(RACM) die als vaste overlegpartners zich te zijner tijd
ook over het bestemmingsplan zullen buigen. Tenslotte
hebben wij de welstandsadviescommissie Hüs en Hiem gevraagd
om een reactie, omdat ook zij een belangrijke plaats
inneemt bij de beoordeling van de(ontwikkeling van de)
bebouwing in de binnenstad.
Allen hebben de gelegenheid gekregen om binnen een termijn
van 4 weken schriftelijk hun commentaar te geven.
Voorafgaand aan die termijn hebben wij op maandagavond 19
februari 2 007 de belangengroepen uitgenodigd. Toen hebben
wij de nota op het Stadhuis aan het Hofplein mondeling
toegelicht, en besproken. Van alle belangengroepen waren
vertegenwoordigers aanwezig met uitzondering van Aed
Levwerd. Van die vereniging was niemand aanwezig.
Van meerdere belangengroepen hebben wij schriftelijke
reacties ontvangen. Ook hebben Gedeputeerde Staten en RACM
schriftelijk gereageerd.
5Reacties op Nota van Uitgangspunten
Uit de hiervoor geduide reactie blijkt in het algemeen
waardering voor de opzet van een nieuw bestemmingsplan ter
vervanging van de 13 geldende bestemmingsplannen.
Ook bestaat er waardering voor een globale(re) planopzet,
dan de gedetailleerde regeling in de geldende plannen.
Als nadeel wordt gezien het ruimere vrijstellingsregiem en
een daardoor voor burgers in dat opzicht minder eenvoudig
te doorgronden bestemmingsplan.
Die consequentie onderkennen wij en wij zullen er dan ook
naar streven de beoordelingscriteria in de
vrijstellingsbepalingen zo helder mogelijk te maken.
Hieronder geven wij beknopt de ingekomen reacties weer en
vervolgens onze reactie daarop (in hoofdlijnen)
Blad 5
Ingekomen reacties
a. Wijkpanel en mevrouw Kotte, als wijkpanellid.
In deze reacties wordt aandacht gevraagd voor de
gedifferentieerde benadering van de verkeersstructuur in de
binnenstad maar ook voor het groen. In het bijzonder wordt
aandacht gevraagd voor de binnenhoven.
b. Bond Heemschut
In de brief van deze belangengroep wordt aandacht gevraagd
voor de belevingsfunctie die aan de beschermde binnenstad
moet worden toegekend. Daarbij wordt o.a. geduid op het
herkennen van structuurelementen en objecten als
betekenisdragers, die mede het verhaal van de stad
vertellen en de belangstelling daarvoor prikkelen.
c. Leeuwarder Ondernemersvereniging LEON
In deze reactie wordt voorgesteld de westelijke zijde van
de Oude Doelesteeg als "Centrum II" aan te duiden. Hierdoor
kan in de loop van de tijd functiewijziging naar
detailhandel plaatsvinden.
Daarnaast stelt LEON voor om de noordzijde van de
Nieuwestad tussen Oude Doelesteeg en de Wirdumerdijk als
"Centrum I" aan te duiden.
Tenslotte wordt voorgesteld expliciet te vermelden hoe het
bestemmingsplan ruimte geeft aan ontsluitingsconstructies
ten behoeve van wonen boven winkels
d. Hüs en Hiem
In zijn algemeenheid ziet Hüs en Hiem de welstandsnota meer
in de samenhang met het bestemmingsplan. Kleur- en
materiaalgebruik is daar een onderdeel van.
Voorts plaatst Hüs en Hiem een vraagteken bij de in de Nota
geduide indeling van centrumgebieden. Zij vraagt zich of
centrumgebied 2 niet te lang is gezien zijn diversiteit en
functie binnen het centrum.
e. RACM
RACM wijst erop dat het bestemmingsplan het belangrijkste,
bindende beleidsinstrument is en het wettelijk kader vormt
waarbinnen de bescherming van het stadsgezicht moet worden
geregeld. Daarom dient dit bestemmingsplan essentiële
ruimtelijke kenmerken te benoemen en handhaving daarvan -
in beginsel - als beleidsdoel vast te stellen. Naast de
bestemmingsplanvoorschriften kunnen voor de uitvoering
andere beschikbare instrumenten mede worden ingezetHet
handhaven van wezenlijke karakteristieken moet in het plan
zijn verankerd en kan niet zonder meer worden overgelaten
aan het welstandsbeleid. Een goede afstemming tussen het
bestemmingsplan en de in dit opzicht aanvullende
welstandsnota is bovendien van belang om te voorkomen dat
er door het ontbreken van een sturingsmogelijkheid zaken
'tussen wal en schip' vallen.