Blad 24
E. Beheer buurt-, wijk- en dorpscentra
Het beheer van buurt-, wijk- en dorpscentra komt op dit
moment op de meeste plaatsen neer op vrijwilligers. Van hen
wordt veel gevraagd op het gebied van
verantwoordelijkheden, benodigde papieren en vaardigheden.
In het verleden was er sprake van vrijwilligers met ID-
banenDie zijn weggevallen. In een aantal centra in
kwetsbare wijken (Heechterp/Schieringen, Achter de Hoven,
Valeriuskwartier) is in 2006 en 2007 een "noodverband" met
incidenteel geld gelegd om beperkt betaald beheer mogelijk
te maken. Indien er in die centra geen betaalde beheerder
zou zijn, zal het centrum vermoedelijk gesloten worden. In
andere bestaande centra (bijvoorbeeld Bilgaard)waar nog
wel vrijwilligers het centrum beheren, wordt dat steeds
minder gemakkelijk.
In de nieuw te bouwen multifunctionele centra (behalve bij
het MFC Vrijheidswijk) is bij de begroting voor de
exploitatie wel rekening gehouden met de inzet van betaald
beheer. Het collegeprogramma voorziet voorlopig echter niet
in nieuwe multifunctionele centra. De bestaande buurt-,
wijk- en dorpscentra houden daarmee hun belangrijke positie
in de wijk.
De gevraagde inzet voor de Vrijheidswijk, Achter de Hoven,
Valeriuskwartier, Heechterp/Schieringen, Bilgaard en Nijlan
is gemiddeld 6 fulltime CAO-betaalde beheerders. 2 0% van de
kosten zal gedragen moeten worden vanuit de omzet van het
centrum. De beheerder kan zo nodig geassisteerd worden door
"blijvers", "wachters" of stagiaires.
Daarnaast waarderen we de vrijwillige beheerders in de
andere centra door het beschikbaar stellen van 1.000 per
centrum ten behoeve van het uitkeren van een
vrijwilligersvergoeding voor het dragen van de
verantwoordelij kheden
Gezien de toenemende druk op en eisen aan vrijwillige
beheerders moet gevreesd worden voor sterk teruglopen van
activiteiten of zelfs sluiting van buurt-, wijk- en
dorpscentra met alle gevolgen van dien voor de sociale
ontwikkeling van de wijk. Dit is in sterke tegenspraak met
de gemeentelijke doelen van wijkgerichte aandacht en
ontwikkeling. Voorgesteld wordt de benodigde financiële
middelen incidenteel beschikbaar te stellen voor de jaren
2008 en 2009.
F. Voortzetting Breedtesport Impuls
In de jaren 2001 t/m 2005 is een rijksvergoeding ontvangen
voor het project Breedtesport Impuls (BSI)De
rijksvergoeding is in de loop van de projectperiode
afgebouwd. Na afloop van de projectperiode moest het
project op eigen kracht verder.
24
Blad 25
De raad heeft tot en met 2007 incidentele middelen
beschikbaar gesteld. De veronderstelling was dat er
inkomsten gegenereerd zouden kunnen worden uit de eigen
bijdragen van de deelnemers. Dit blijkt niet het geval te
zijn. Zonder een verdere aanvullende subsidie van de
gemeente kunnen de Breedtesportprojecten niet meer worden
uitgevoerd.
Breedtesport heeft een hoge prioriteit in het
regeerakkoord. Onduidelijk is of het rijk ook middelen
hiervoor beschikbaar stelt. 2008 en 2009 kunnen dan als
overbruggingsjaar dienen in afwachting van mogelijke
rij ksmiddelen
G. Extra middelen Schuldhulpverlening particulieren
(minimabeleid)
De aanvragen schuldhulpverlening nemen toe, de problematiek
is complexer en daarmee arbeidsintensiever, wat leidt tot
wachtlijsten. In 2005 en 2006 zijn er middelen vanuit het
fonds voor de minima ingezet om aan de vraag te kunnen
voldoen. Dit fonds is nu leeg. In 2007 is er een
intensivering van de aanpak ingezet en heeft de raad
incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld. In 2008
zijn de beschikbare middelen eveneens ontoereikend om deze
aanpak te vervolgen en wachtlijsten te voorkomen.
Voor 2 00 8 e.v. staat er voor schuldhulpverlening een bedrag
van 161.600 in de begroting.
In 2007 is er structureel 161.600 en incidenteel
560.400 (extra gemeentelijke en extra rijksmiddelen)
beschikbaar voor de schuldhulpverlening (totaal 722.000).
Voor dit bedrag kunnen 400 schuldhulpverleningstrajecten
ingekocht worden.
Voor een verwachte toename van het aantal hulpvragen met
65 per jaar en voor een intensivering van de
schuldhulpverlening zodat de huidige uitval (60 procent)
kan worden teruggebracht tot een minimaal niveau zijn de
huidige beschikbare middelen echter niet toereikend.
Verwacht wordt dat er naar aanleiding van het regeerakkoord
extra rijksmiddelen voor schuldhulpverlening beschikbaar
komen. In afwachting hiervan wordt voorgesteld het niveau
van 2007 in 2008 te handhaven en in 2 0 08 te bekijken wat de
stand van zaken is en of er structureel extra gemeentelijke
middelen nodig zijn.
25