2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Lokale heffingen In 2007 is gestart met een jaarlijkse herwaardering. Voor het tijdvak/belastingjaar 2007 gold nog de waardepeildatum van twee jaar voor het tijdvak, namelijk 1 januari 2005. Voor het tijdvak/belastingjaar 2008 wordt de gehanteerde waardepeildatum 1 januari 2007. Voor 2009 wordt de waardepeildatum 1 januari 2008, enzovoort. De tarieven worden altijd zodanig aangepast aan de waarde-ontwikkeling dat er geen voordeel in de belastingopbrengst ontstaat. Als gevolg van de alsmaar stijgende waarden betekent dit dat de tarieven bij elke herwaarderingsronde evenredig verlaagd worden. Bij verschillen in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen ontstaan echter wel verschuivingen in belastingdruk tussen woningen en niet-woningen. De afgelopen jaren stegen de woningen steeds harder in waarde dan de niet-woningen. Zonder aanpassing van de tarieven zou dit betekenen dat woningen steeds meer OZB zouden gaan betalen en niet-woningen steeds minder. Tot en met 2006 bestond wettelijk de mogelijkheid deze verschuiving van belastingdruk tussen woningen en niet-woningen te corrigeren door middel van zogenaamde tariefdifferentiatie. Dat betekende feitelijk niet meer dan dat een hogere waardestijging van de woningen gecorrigeerd werd door een grotere daling van de tarieven dan bij de niet-woningen. In 2007 zijn de tarieven OZB bevroren op de verhoudingen uit 2006. De verhoudingen 2006 zagen er als volgt uit: Tussen de gebruikers en eigenarentarieven zat een verhouding 1 1,25. Tussen de tarieven woningen en niet-woningen zat een verhouding 1: 1,86. De gemiddelde waardestijging in 2007 bij de woningen was circa 13%, bij de niet-woningen was dit slechts 4 De gemiddelde waardestijging in 2008 bij de woningen is circa 9,0 en bij de niet- woningen 5,5 Als gevolg hiervan verschuift er dus belastingdruk van de niet-woningen naar de woningen. In 2007 gold voor het eerst een wettelijk maximum tarief en een maximumstijgingspercentage. In 2008 komen deze maxima weer te vervallen en zijn gemeenten vrij hun tarieven te bepalen. Onduidelijk is op dit moment of er weer een mogelijkheid komt om verschuivingen in belastingdruk tussen woningen en niet-woningen, als gevolg van verschillen in waardeontwikkeling, te corrigeren met behulp van tariefdifferentiatie. Voorstel is om alsnog tariefdifferentiatie voor 2008 toe te gaan passen zodra duidelijk is dat dit wettelijk kan. In onderstaande tabel is het procentuele aandeel van de woningen en niet-woningen in de totale opbrengst OZB over de afgelopen jaren weergegeven. De stijging van het aandeel van de niet- woningen in 2006 wordt veroorzaakt door het afschaffen van het gebruikersdeel van de OZB- woningen in dat jaar. 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Woningen 55 55 55 55 55 42 39 40 Niet-woningen 45 45 45 45 45 58 61% 60 Totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 Tabel: procentueel aandeel van de woningen en niet-woningen in de totale opbrengst OZB In onderstaande tabel is voor een aantal jaren aangegeven wat het stijgingspercentage van de tarieven OZB (gecorrigeerd voor waardestijgingen) is ten opzichte van het voorafgaande jaar: Omschrijving 2004 2005 2006 2007 2008 %-stijging t.o.v. voorgaand 5,5 0,8 1,5 -/- 31,4 0,8 jaar 208 2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Lokale heffingen De daling in 2007 wordt veroorzaakt door de invoer van een afzonderlijke rioolheffing met ingang van 2007. Los daarvan zou er sprake zijn van een stijging van de tarieven OZB met 2,0 (inflatiecorrectie). De tarieven OZB-2008 per waarde-eenheid van 2.500 staan in onderstaande tabel33. Hoewel de wettelijke maximum tarieven zijn afgeschaft, zijn deze voorzichtigheidshalve nog wel vermeld. De tabel laat zien dat de voorgestelde tarieven binnen de niet meer bestaande maximumtarieven vallen. Omschrijving Tarief Leeuwarden Wettelijk maximum Wettelijk 2008 tarief gecorrigeerd maximum voor tarief areaaluitbreiding Woning-eigenaar 3,27 3,30 6,62 Woning-gebruiker - Totaal woningen 3,27 3,30 6,62 Niet-woning-eigenaar 6,93 7,22 8,29 Niet-woning-gebruiker 5,54 5,78 6,68 Totaal niet-woningen 12,47 13,00 14,97 Tabel: tarieven OZB-2008 per waarde-eenheid van 2.500 De bovenstaande tarieven OZB zijn berekend op basis van de voorlopige uitkomsten van de herwaardering 2008. Bij het vaststellen van de tarieven bij de belastingverordening in de raad van december zullen de tarieven herberekend worden op basis van de dan bekende meest actuele uitkomsten van de herwaardering 2008. OZB voor woonwagens en schepen die als onroerende zaken aangemerkt kunnen worden Volgens gewijzigde inzichten in jurisprudentie kunnen woonwagens en woonschepen in bepaalde gevallen aangemerkt worden als onroerende zaken. Deze objecten dienen in dat geval van een WOZ-waarde te worden voorzien. In de loop van 2007 zal de waardering van deze WOZ-objecten worden afgerond. Met ingang van 2008 zullen deze objecten eveneens in de heffing van de OZB en het rioolrecht worden betrokken. Het gaat om een beperkt aantal objecten en het betreft een wettelijke verplichting. Reinigingsheffingen De reinigingsheffingen bestaan uit 2 onderdelen: Reinigingsrechten. Afvalstoffenheffing. Reinigingsrechten De reinigingsrechten dienen ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van bedrijfsafval. Hierbij geldt als criterium dat het aangeboden afval per bedrijf niet meer mag bedragen dan 0,24 m3 (6 vuilniszakken) per ophaalbeurt. De gemeente heeft geen wettelijke plicht om bedrijfsafval in te zamelen. Het staat bedrijven vrij om met een particuliere afvalinzamelaar een contract af te sluiten. 33 Het te betalen bedrag OZB voor een bepaald object kan berekend worden door de WOZ-waarde te delen door de waarde- eenheid van 2.500 en dat op een geheel aantal naar beneden af te ronden. Het aantal waarde-eenheden dient vervolgens vermenigvuldigd worden met het betreffende tarief. 209

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 128