2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen De belangrijkste majeure risico-groepen zijn: 1. De ondernemende gemeente Sinds een aantal jaren wordt ingezet op een versnelling van de woningbouwproductie in combinatie met een actieve grondpolitiek. Beide zijn noodzakelijk voor het behoud en de versterking van de sociaal-economische positie van de gemeente. De ondernemersrisico's voortvloeiend uit de genoemde inzet zijn daarmee ook toegenomen. Risico's zijn er vooral bij de gelijktijdig kansrijke en risicovolle projecten Blitseard en Zuidlanden. Door de hoge investeringen in deze projecten kunnen er bij vertragingen in de uitvoering tekorten ontstaan. Ook de bij de uitvoering van de projecten stedelijke vernieuwing en de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen kunnen tekorten ontstaan. Voor het opvangen van de risico's van het grondbedrijf dient in de eerste plaats de reserve grondexploitatie. Door een permanente monitoring van de risicovolle projecten zullen eventuele problemen snel gesignaleerd worden. Tijdig kunnen maatregelen genomen worden om problemen te voorkomen en/of de gevolgen hiervan op te vangen. Voor een geactualiseerde analyse van de beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de specifieke risico's van de grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid van deze begroting. Daarin valt o.a. te lezen dat, in tegenstelling tot voorgaande jaren, de omvang van de risico's van grondexploitaties lager is dan de omvang van de reserve grondexploitaties. Dit surplus blijft voorlopig binnen de reserve Grondexploitaties beschikbaar voor het wegnemen van onrendabele toppen van strategische aankopen. Maar deze oormerking is niet zodanig hard dat het surplus niet als weerstandscapaciteit kan worden aangemerkt. De reserve grondexploitaties omvat dus ook weerstandscapaciteit voor het afdekken van andere risico's dan de risico's van grondexploitaties. 2. Ontwikkeling uitkering gemeentefonds Er staan in de komende beleidsplanperiode geen grote herzieningen van het Gemeentefonds op de agenda die risico's met zich meebrengen. 3. Juridische risico's Algemeen Er worden jaarlijks juridische procedures gevoerd en op basis van de trend van de afgelopen jaren wordt een schatting gemaakt van het bedrag dat hiervoor in de begroting wordt opgevoerd. Het is echter altijd onzeker of dit bedrag voldoende blijkt te zijn. Immers in verschillende jaren kan er variatie in bijvoorbeeld het aantal en de omvang van projecten zijn of er kunnen in een jaar ineens grote claims worden toegewezen. Baatbelasting Op 22 juni 2007 is de gemeente in een tweetal zaken rond de baatbelasting Binnenstad- Nieuwestad fase la door de Hoge Raad der Nederlanden in het ongelijk gesteld. Het college is voornemens om op zo kort mogelijke termijn tot een definitief besluit te komen over de toekomst van de baatbelasting. Inschatting is dat, mocht het tot een algehele terugbetaling komen van de baatbelasting, de daarvoor in 2005 gevormde reserve toereikend is. 4. Fiscale risico's BTW-compensatiefonds In de jaarrekening 2006 is al aangegeven dat over het jaar 2003 de controle van de aangifte BTW-compensatiefonds heeft geresulteerd in een naheffing. Voor het deel waartegen bezwaar is gemaakt, is een voorziening van 400.000 getroffen. Er bestaat een kans dat de belastingdienst de geconstateerde fouten doortrekt naar de jaren 2004 en later. Dat risico is niet in de voorziening verwerkt en komt dus ten laste van de algemene weerstandscapaciteit. 2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Weerstandsvermogen risico op naheffing in verband met gebruik dienstauto's De belastingdienst heeft een onderzoek aangekondigd naar de mate waarin het gebruik van de dienstauto t.b.v. burgemeester en wethouders in de periode 2002 t/m 2006 in overeenstemming is geweest met de fiscale regels op dit terrein. Soortgelijke onderzoeken bij andere gemeenten en provincies hebben uitgewezen dat de ficus een zeer "enge" definitie van het begrip zakelijke gebruik toepast. Meer in het bijzonder kan worden gesteld dat de fiscus uitgaat van een veel striktere interpretatie van het begrip "ambtsgebonden" nevenfuncties dan in de bestuurspraktijk als redelijk en werkbaar wordt beschouwd. Hierdoor wordt al snel een groter privé gebruik dan toegestaan geconstateerd, wat bij deze eerdere onderzoeken aanzienlijke naheffingsaanslagen tot gevolg heeft gehad. De kans dat ook het onderzoek in Leeuwarden tot een nadelige uitkomst leidt, is reëel aanwezig. 5. Bodemvervuiling, bodemverontreiniging, baggerwerken De gemeente wordt geconfronteerd met de risico's van bodemvervuiling c.q. bodemverontreiniging. De gemeente is verantwoordelijk voor de sanering van vervuilde bodems. De kosten daarvan komen deels voor rekening van de gemeente. 6. Decentralisatie overheidstaken/ beleidswijzigingen en intensiveringen Rijk Rijksbeleid Wet Werk en Bijstand (WWB) Met betrekking tot de financiering van de WWB zijn er wederom nieuwe ontwikkelingen. Het rijk is met de VNG in overleg over het voor een periode van vier jaar (de lopende kabinetsperiode) realiseren van meer budgetzekerheid voor gemeenten door het 'vastzetten' van het macrobudget Inkomensdeel WWB. Op hoofdlijnen betekent dit dat het macrobudget Inkomensdeel WWB tot 2011 gebaseerd wordt op de conjunctuurprognose van het CPB. Slagen gemeenten er in om daar bovenop een extra uitstroom te realiseren dan blijft het voordeel dat daardoor ontstaat meerjarig voor gemeenten beschikbaar. Er wordt daarbij gemikt op een extra (dus bovenop de conjuncturele daling) uitstroom van 30.000 bijstandsgerechtigden. Er wordt nog overleg gevoerd over de nadere invulling van deze werkwijze; er liggen varianten op tafel waarbij het risico van een te laag macrobudget Inkomensdeel WWB in meer of mindere mate uitgeruild wordt tegen een kleinere kans op financieel voordeel voor gemeenten. Winst van dit alles is dat, veel beter dan nu voor een langere periode een raming gemaakt kan worden van het van het rijk te ontvangen budget voor het Inkomensdeel WWB. De onzekerheid over de inkomsten neemt aanzienlijk af maar het zijn wel dalende inkomsten die gevolgd moeten worden door dalende uitgaven door het dalen van het aantal bijstandsgerechtigden. Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2007 veel sneller gedaald dan is voorzien in de begroting; er is nog steeds sprake van te hoge uitgaven in vergelijking met het rijksbudget maar het negatieve verschil is sterk afgenomen. Op basis van de huidige, nog niet volledige informatie over het bovenstaande is het wel duidelijk dat er, ook al is het aantal uitkeringsgerechtigden in 2007 sterk gedaald, ook in de komende jaren een nog verdere daling gerealiseerd moet worden teneinde het negatieve verschil tussen uitgaven en rijksbudget weg te werken. Het realiseren van die daling is een risico. De voorziening voor het opvangen van dat risico bedraagt 3,0 min. De omvang van het risico bedraagt maximaal 10% van het rijksbudget en betekent op basis van de huidige informatie over de omvang van het rijksbudget een risico van 4,2 min. per jaar. In de meerjarenraming is in 2009 een extra storting in de voorziening opgenomen van 3 min. Zodra meer duidelijkheid over het 'vastzetten' van het macrobudget beschikbaar is, kan beoordeeld worden of deze voorgenomen storting in de voorziening nog nodig is. Nieuwe financiering Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Naar verwachting zal de nieuwe wet per 1 januari 2008 in werking treden. Bij het inwerking treden van de wet kunnen er nieuwe (financiële) risico's voor de gemeente Leeuwarden 223

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 135