2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Financiering In de renterisiconorm worden de nieuw aan te trekken leningen uitgedrukt als percentage van de vaste schuld. In de Wet Fido is de renterisiconorm op 20% bepaald. De wet Fido zal op dit punt worden aangepast. De berekening van de renterisiconorm zal worden vereenvoudigd en wordt gekoppeld aan het begrotingsvolume. Naar verwachting wordt deze wijziging in 2008 doorgevoerd. In onderstaande tabel wordt de huidige renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven. Renterisiconorm in miljoenen euro's (per 1 januari van het betreffende jaar) Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld 2008 2009 2010 2011 la Renteherziening op vaste schuld o/g 4,2 4,7 0,0 0,0 lb Renteherziening op vaste schuld u/g 4,2 4,7 1,2 1,7 2 Netto renteherziening (la-lb) 0,0 0,0 -1,2 -1,7 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld (conform 46,4 19,5 10,9 9,5 investeringsplanning) 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 0,0 0,0 0,0 0,0 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 46,4 19,5 10,9 9,5 5 Betaalde aflossingen 10,9 26,8 14,1 13,9 6 Flerfinanciering (laagste van 4 en 5) 10,9 19,5 10,9 9,5 7 Rente risico op vaste schuld (2+6) 10,9 19,5 9,7 7,8 8 Stand vaste schuld 216,7 252,2 244,9 241,7 9 Het normpercentage 20,0 20,0 20,0 20,0 10 Rente risiconorm (8*9/100) 43,3 50,4 49,0 48,3 11 Ruimte (10-7) 32,4 30,9 39,3 40,5 Uit voorgaande tabel blijkt dat onze gemeente ruimschoots binnen de renterisiconorm blijft. Vooralsnog worden op dit terrein dan ook geen specifieke acties overwogen. Blijft de vaste schuld ruimschoots binnen de risiconorm, dit zal eveneens het geval zijn met de vlottende schuld. Bij een begrotingsomvang van 345,9 min bedraagt de toegestane kasgeldlimiet 8,5% van dit bedrag ofwel 29,4 min. Dit is het maximale bedrag dat met kort geld mag worden gefinancierd. Het aantrekken van langlopende leningen zal bij de verwachte rente ontwikkeling niet eerder geschieden dan op het moment dat de kasgeldlimiet nagenoeg bereikt wordt. 2.2.4.d Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Van de uitgezette gelden kan het volgende overzicht worden gegeven, verstrekte geldleningen x 1 min. Met/zonder Risicogroep (hypothecaire) zekerheid Woningcorporaties met garanties Zonder WSW Overige toegestane instellingen Zonder (volgens de Wet Fido) Totaal Restant - schuld in euro's op 01.01.2007 31,4 33,7 65,1 Restant - schuld in euro's op 01.01.2008 29,7 32,9 62,6 232 2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Financiering Gezien het feit dat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw garant staat en de overige leningen ondergebracht zijn bij ondernemingen met een goede kredietwaardigheid kan het risico als minimaal worden beschouwd. Voorts zijn er nog voor ruim 32,9 min. leningen aan en aandelen in op afstand gezette bedrijven welke voorheen tot de gemeente behoorden dan wel voortvloeien uit gemeentelijke activiteiten. Informatie over deze bedrijven is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. 2.2.4.e Intern liauiditeitsbeheer De betrouwbaarheid van de liquiditeitsprognoses wordt vooral bepaald door de liquiditeitsprognoses van de investeringen. De voortgang van investeringen kan echter sterk beïnvloed worden door externe factoren, zoals milieu effect rapportages, bezwaarprocedures en dergelijke. Bij de huidige vrij stabiele rente-ontwikkeling zijn de financiële risico's ten gevolge van misschattingen in het investeringstempo beperkt. Een grove benadering geeft het volgende beeld van het intern liquiditeitsbeheer. Bedragen per kwartaal x 1 min. Kasgeldlimiet le kw 2e kw 3C kw 4e kw Omvang begroting per 1 januari 2008 345,9 345,9 345,9 345,9 1 Toegestane kasgeldlimiet In procenten van de grondslag In bedrag 8,5 8,5 8,5 8,5 29,4 29,4 29,4 29,4 2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden 1 jaar Overige vlottende schuld 10,4 16,5 23,0 27,7 3 Vlottende middelen 0,0 0,0 0,0 0,0 Toets kasgeldlimiet 4 Totaal netto vlottende schuld (2 - 3) 10,4 16,5 23,0 27,7 Toegestane kasgeldlimiet (1) 29,4 29,4 29,4 29,4 5 Ruimte )/Overschrijding (-):(! - 4) 19,0 12,9 6,4 1,7 2.2.4 f Financierinqsstrateaie Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen wordt uitgegaan van integrale financiering. Dat wil zeggen dat steeds gekeken wordt naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Bij de huidige verwachtingen over de rente-ontwikkeling wordt eerst maximaal met kort geld gefinancierd. Pas wanneer de kasgeldlimiet (de limiet die aangeeft wat maximaal kort gefinancierd mag worden) wordt genaderd, wordt overgegaan tot het aantrekken van middelen op lange termijn. De termijn wordt daarbij bepaald door de lange termijn financieringsplannning. Voor het jaar 2008 wordt verwacht dat 46,4 min. aan geldleningen moet worden opgenomen. In de Financiële verordening Leeuwarden 2005 is bepaald dat het college gemachtigd is tot 25% van het begrotingsvolume aan langlopende geldleningen aan te trekken. Voor 2008 is dit bedrag dus 346,3 min x 0,25 86,6 min. De geraamde opname van 46,4 min. valt hier ruimschoots onder. 233

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 140