2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Grondbeleid 2.2.7 Grondbeleid 2.2.7.a Kaders van het grondbeleid In september 2005 is de nota grondbeleid vastgesteld. In deze nota zijn de kaders van het grondbeleid vastgelegd. Deze kaders zijn: opereren als een ontwikkelingsbedrijf, dat wil zeggen uitvoeren van een actieve grondpolitiek van ontwikkellocaties voor woningen, kantoren en bedrijven; rekenen en tekenen moet gelijk opgaan, kwaliteit moet betaalbaar zijn, marktconform opereren moet en winst maken mag; leidraad voor het ontwikkelen van woningbouw is het woonplan. Door middel van het grondbeleid zullen de kavelprijzen hierop worden afgestemd; kwaliteit moet gerealiseerd worden door sturing op de architectuur, meer dan op gesubsidieerde grondprijzen; aan experimenten wordt alle ruimte gegeven onder voorwaarde dat deze geen effect hebben op de marktconforme grondprijs, dan wel het tempo van uitgifte; aanhouden van een ontwikkelbudget van 50.000 te dekken uit de Reserve Grondexploitaties om vorm te kunnen geven aan onderzoeken ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen; snelle vormgeving van de planontwikkeling in de kantorenhaak middels samenwerking met marktpartijen; handhaven van het bestaande actieve grondbeleid bij realisatie van bedrijventerreinen waarbij prioriteit gegeven wordt aan de ontwikkeling van Businesspark IV en Newtonpark fase 4; verkoop van gronden tegen marktconforme prijzen waarbij het nettoresultaat ten gunste komt van de Reserve Grondexploitaties tenzij hierover expliciet anders wordt besloten. In het collegeprogramma 2006-2010 staat dat de Nota Grondbeleid wordt uitgevoerd. Naast de uitgangspunten van de nota grondbeleid 2005 zijn ook de overgenomen aanbevelingen uit de Quick scan door adviesbureau Newland van belang: bij de keuze voor budgettair neutraal resultaat een buffer opnemen (operationele positieve resultaatsverwachting) van 5% van de geraamde opbrengsten; krediet voor strategische verwervingen. In januari 2007 heeft de raad besloten om hiervoor een krediet beschikbaar te stellen van 5 min, waarvan maximaal 1,5 min uit de reserve grondexploitaties ten behoeve van de eventuele onrendabele top. Uitvoering en uitwerking van de nota grondbeleid zal in de tweede helft van 2007 nader invulling krijgen met de nota's "Bovenwijkse voorzieningen" en "Grondprijzenbeleid". De rekenkamer heeft in 2007 haar onderzoek naar de kaders van het grondbeleid afgerond. Hieruit zijn vijf aanbevelingen gekomen: 1. actualisering van de nota grondbeleid; 2. meer sturing op een positief grondexploitatiesaldo; 3. verbetering van de sturingssystematiek; 4. verbetering van de informatievoorziening aan de raad, vooral over de PPS-constructies; 5. versterken van de positie van de gemeente in de PPS-projecten. Bij het opstellen van deze paragraaf heeft de discussie hierover in de raad nog niet plaatsgevonden. In 2008 zal in ieder geval, mede als gevolg van de invoering van de nieuwe grondexploitatiewet, de nota grondbeleid geactualiseerd worden. 2.2.7.b Visie op het Grondbeleid In de vorige beleidsperiode heeft de gemeente een actieve verwervingspolitiek gevoerd teneinde meer sturend te kunnen optreden bij de ontwikkeling en vormgeving van nieuwe woongebieden, de onderhandelingspositie van de gemeente ten opzichte van projectontwikkelaars te verbeteren en er voor te zorgen dat een groter deel van het rendement ten gunste van de gemeente komt. De planontwikkeling van de uitleggebieden Blitsaerd en de Zuidlanden zijn op bovenstaande wijze tot stand gekomen. Met de bestaande uitleglocatie Zuiderburen leidt de ontwikkeling van deze 252 2 Beleidsbegroting 2.2 De paragrafen: Grondbeleid gebieden tot een trendbreuk in de ontwikkeling van woningen, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Voor beide nieuwe locaties Zuidlanden en Blitsaerd, zijn gezamenlijke exploitatiemaatschappijen (PPS) opgericht in de vorm van CV/BV constructies. In Blitsaerd zijn de eerste woningen inmiddels opgeleverd en in de Zuidlanden zal dit naar verwachting vanaf 2008 gebeuren. In de bestaande stad is de Stedelijke Vernieuwing in de Vrijheidswijk ter hand genomen. Een aantal andere binnenstedelijke locaties zijn in het samenwerkingsverband met marktpartijen, de PPS 3Plus BV, aangepakt. De hiervoor genoemde ontwikkelingen zullen een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het realiseren van de prestatieafspraken (met de provincie en het ministerie VROM) op het gebied van de woningbouwproductie. Uitbreiding van bedrijventerreinen is gepland aan de westkant van de stad. Op kortere termijn in de 4e fase Business Park en Newtonpark fase 4 en op langere termijn in Newtonpark fase 3 en Zwettepark Noord. De samenwerkingsverbanden in de CV/BV constructies hebben tot gevolg dat de gemeente een andere rol is gaan spelen. Zij is immers aandeelhouder in deze ontwikkelmaatschappijen en niet zelf kapitein op het schip. Het college zal bij voortduring blijven inzetten op strategisch commerciële denkkracht bij de PPS-constructie, zodat de contractuele afspraken daadwerkelijk ook gerealiseerd worden. Het kunnen voeren van een actief grondbeleid wordt bepaald door het risico dat men bereid is te lopen. Met inachtneming van de lopende PPS-contracten zal de gemeente waar mogelijk een actief grondbeleid voeren en zodoende de rol van de gemeente als ontwikkelbedrijf verder gestalte geven. Hierbij is het aanhouden van een krediet voor strategische verwervingen en een ontwikkelbudget noodzakelijk. Gezien de financiële positie van de reserve grondexploitaties is het zaak dat strategische aankopen en stedenbouwkundige ontwikkelingen vooraf worden voorzien van een planeconomische analyse (rekenen en tekenen gelijk op). Kwaliteit moet betaalbaar zijn, marktconformiteit is een must en winst maken mag. De focus van acties en werkzaamheden is gericht op ontwikkeling en realisering van gebieden. Voor de economische ontwikkeling van de stad is locatieontwikkeling van het grootste belang. De actieve rol van de gemeente zal hierbij vooral betrekking hebben op nieuwe inbreidingslocaties. Een aantal binnenstedelijke locaties is immers al ondergebracht in PPS 3Plus BV, de uitbreidingslocaties zijn voor de langere termijn al ingevuld door de bovengenoemde samenwerkingsverbanden. De grondvoorraad voor bedrijventerreinen is voor de langere tijd voldoende (hoewel door afhankelijkheid van de uitvoering van de Haak en Westelijke Invalsweg niet direct beschikbaar). De gemeente speelt een rol bij de verdere ontwikkeling en uitbouw van het WTC Expo tot grootste beurscomplex van het Noorden en bij de realisatie van het hotel en de WTC Plaza. Een herstructurering van de grondposities en de juridische structuur vormen de basis voor deze ontwikkelingen. Het voormalige Philipscomplex is aangekocht en zal worden herontwikkeld in samenhang met de FEC-ontwikkeling. Dit terrein kan voorzien in de lange termijn parkeerbehoefte van een groter gebied (inclusief het FEC). Overigens is de mate waarin actief grondbeleid gevoerd kan worden mede afhankelijk van de risico's die hiermee gepaard gaan en de ruimte in de reserve grondexploitaties om deze risico's op te kunnen vangen. 2.2.7.C Resultaatbepalina arondexploitatieproiecten Jaarlijks worden alle grondexploitaties volledig herzien. De relatie van de grondexploitaties met de reserve grondexploitaties is volgens een aantal regels vastgelegd. Deze staan hieronder vermeld. 253

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 150