Pagina 6 Resumé De analyse van de effecten van de ontwikkeling van Nieuw Zaailand, de uitbreiding van De Centrale en de eventuele ontwikkeling van een hypermarché maakt het volgende duide lijk: Nieuwe detailhandelsontwikkelingen hebben altijd effecten en zorgen voor marktver- schuivingen. Of het nu gaat om de ontwikkeling van Nieuw Zaailand, de uitbreiding van De Centrale of om de eventuele ontwikkeling van een hypermarché. Nieuwe ont wikkelingen zorgen ook voor dynamiek. De effecten van de ontwikkeling van Nieuw Zaailand (5.600 m2 wvo) en een gefa seerde uitbreiding van De Centrale (4.000 m2 wvo tot 2011) bedragen in eerste instan tie voor de niet-dagelijkse sector in geen enkel winkelcentrum meer dan 5%. Na een verdere uitbreiding van De Centrale met nog eens 4.000 m2 wvo na 2011, lopen de ef fecten in de niet-dagelijkse sector op tot maximaal 7%. In specifieke branches kunnen de effecten hoger of lager dan dit percentage zijn. De effecten op brancheniveau zijn sterk afhankelijk van de specifieke branche-invulling. Op het moment dat daar con crete informatie over bekend is, is het raadzaam de specifieke effecten op brancheni veau in kaart te brengen. De geschetste effecten betreffen de marktverschuivingen als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen. In deze effecten zijn ontwikkelingen die een positief effect hebben op de omzetontwikkeling (o.a. groei van de bevolking en van de detailhandelsbeste dingen) niet meegenomen. Deze ontwikkelingen kunnen een deel van de omzetver- schuivingen compenseren. Bij de ontwikkeling van Nieuw Zaailand en de uitbreiding van De Centrale wordt bij voorkeur aangesloten op de huidige overzichtelijke detailhandelsstructuur. De bin nenstad vervult met name een functie voor het recreatieve winkelen, De Centrale voor de (semi) doelgerichte aankopen en de buurt- en wijkcentra voor de dagelijkse aan kopen. De eventuele ontwikkeling van een hypermarché leidt in tegenstelling tot de ontwik keling van Nieuw Zaailand en de uitbreiding van De Centrale, ook tot marktverschui vingen in de dagelijkse sector. Deze bedragen voor de dagelijkse aanbieders in de winkelcentra in Leeuwarden tussen de 2 en 5% en voor Grou tussen de 5 en 10%. Met de vestiging van een hypermarché is een bedrijfsrendabele exploitatie van andere dagelijkse voorzieningen in de Zuidlanden niet of nauwelijks mogelijk. Voor de niet- dagelijkse sector leidt het indicatieve programma voor de hypermarché niet tot sub stantiële extra marktverschuivingen. Zienswij zen/reacties naar aanleiding van de Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden 2007 (concept van 2 0 maart 2 0 07). Conceptantwoorden van burgemeester en wethouders op ingebrachte schrifte lijke zienswijzen en gestelde vragen tijdens gemeentelijke informatieavond d.d. 3 april 2007 Inleiding Burgemeester en Wethouders hebben op 20 maart 2007 de Detailhandelsstruc tuurvisie Leeuwarden 2 0 07 voor overleg vrijgegeven. Hieraan werd bekendheid gegeven via een kennisgeving in het blad "Huis aan Huis"De hierop betrek king hebbende stukken zijn op het stadskantoor ter inzage gelegd met de mogelijkheid om schriftelijk te reageren tot 14 april 2007. Ook werd speci aal voor de detailhandelssector een informatieavond gehouden op 3 april 2007. Hieraan is extra bekendheid gegeven door schriftelijke uitnodigingen aan de bij de gemeente bekend zijnde winkeliersverenigingen en de plaatsing van een advertentie in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad. Zienswijzen 1. Schriftelijke reactie Leeu warder Ondernemersvereni ging (LEON) van 12 april 2 007 onder toevoeging van de visie van de Kamer van Koophandel in Friesland (KVK) en van het Hoofdbe drijfschap detailhandel (HBD)Samenvatting: a. Het beleid van de gemeen te is te volgend op de marktvraag b. Er ontbreekt samenhangen de visie op het verster ken van de totale detail- handelsstructuur (beperk te actualisatie) c. LEON is te laat en onvol doende betrokken bij de totstandkoming en be sluitvorming; Antwoorden la. Van de gemeente mag worden ver wacht, dat vanuit het staande detail- handelsbeleid in zekere mate op actue le ontwikkelingen en (consumen ten) trends wordt gereageerd. Gelet op de dynamiek in de detailhandel zou het niet goed zijn, als niet periodiek naar de noodzaak tot bijstelling van beleid wordt gekeken. Er is hier in onze opvatting geen sprake van het slaafs bedienen van ontwikkelaars. Zo is de supermarktoorlog een gegeven en de schaalvergroting bij supermarkten een markttrend. De brand in Bilgaard is een niet te voorziene omstandig heid, waar de gemeente actief op in speelt. De afronding van De Centrale is reeds 10 jaar geleden voorzien en vastgelegd in een goedgekeurd bestem mingsplan. De laatste fase van het plan wordt nu bekeken in het licht van de actuele marktsituatie en het recent vastgestelde Streekplan Fryslan. lb. De focus is inderdaad sterk ge richt op de noodzakelijke actualisatie van het beleid. Het verwijt, dat er geen samenhangende visie zou zijn, wordt niet gedeeld. De totale (toekom stige) detailhandelstructuur voor Leeuwarden is helder op basis van de voorliggende visie en de keuzes voor de verschillende locaties, lc. LEON, KVK en HBD zijn op ambtelijk niveau op basis van een ambtelijk voorconcept al bij de voorgenomen aan passingen van beleid betrokken en kre- 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 273