D)
Verordening Handhaving Wet werk en bijstand
Nummer 19448
De Raad van de gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 augustus 2004;
gezien het advies aan het college van de cliëntenraad van 3 september 2004;
overwegende dat de gemeente verantwoordelijk is om bij verordening regels
vast te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van
bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en
bijstand en overwegende dat de gemeente in het meerjarenbeleidskader heeft
vastgelegd te zullen handhaven conform het concept van de Hoogwaardige
handhaving
gelet op artikel 8a van de Wet werk en bij stand en met inachtneming van
artikel 212 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening Handhaving Wet werk en bij stand
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Abw: de Algemene bijstandwet;
b. beleidsregel: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde
een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen,
de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij
het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;
c. bijstand: algemene en bijzondere bijstand;
d. cliënt: degene die in relatie staat tot de dienst Welzijn in verband met
een bestaande of vroegere aanspraak op voorzieningen op grond van wetten
en gemeentelijke regelingen op het terrein van Werk en Inkomen;
e. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Leeuwarden;
f. fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een
uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen
aan de dienst Welzijn van de gemeente Leeuwarden;
g. handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;
h. inlichtingen: het verstrekken van gegevens zoals genoemd in
artikel 17 lid 1, lid 2 en lid 4, en de artikelen 28 lid 1 en
2 9 lid 1 van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen;
i. maatregelenverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8
lid lb van de wet;
j. misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de
wettelijke voorschriften waarbij het ten onrechte ontvangen aan
de cliënt is te wijten;
k. oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de
regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling
die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;
Raadsbesluit 131004, nr. 19442. Bekendmaking 201004
1