Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Artikel 3 Bereik 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar. 2De bepalingen in de artikelen 4 tot en met 7 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet. Artikel 4 Toeslagen voor alleenstaanden of alleenstaande ouders 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt: a. 20% van de gehuwdennorm voor degene in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft; b. 17% van de gehuwdennorm voor degene die als kostganger, onderhuurder of anderszins op commerciële basis de woning deelt met een ander; c. 10% van de gehuwdennorm voor degene die als kostgever, verhuurder of onderverhuurder de woning deelt met een ander; d. 5% van de gehuwdennorm voor degene die met een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad de woning deelt of met een ander op niet commerciële basis de woning deelt of degene die dak- en thuisloze is. 2. De onder het eerste lid, onderdeel b genoemde toeslag wordt verhoogd met 3% van de gehuwdennorm, als de woonkosten hoger zijn dan het in de algemene bijstand begrepen bedrag voor woonkosten. Deze verhoging wordt niet toegepast als belanghebbende als kostganger inwoont. 3Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft: a. het kind met een inkomen minder dan 55% van de gehuwdennorm; b. het kind met uitsluitend een tegemoetkoming op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten c. als belanghebbende of diegene met wie de woning wordt gedeeld, zorgbehoevende is. Artikel 5 Alleenstaande van 21 of 22 jaar 1. De toeslag als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt: a. 0% indien het een belanghebbende betreft van 21 jaar; b. 10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende betreft van 22 j aar 2. In afwijking van het eerste lid wordt de toeslag vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 4 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de toeslag waartoe toepassing van het eerste lid zou leiden. Artikel 6 Verlagingen gehuwden 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt: a. 3% van de gehuwdennorm voor gehuwden die als kostganger of onderhuurder de woning delen met een ander; b. 10% van de gehuwdennorm voor de gehuwden die als kostgever of onderverhuurder de woning delen met een ander; c. 15% van de gehuwdennorm voor de gehuwden die met een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad de woning delen of anderszins op niet commerciële basis de woning delen of dak- en thuisloze zijn. Raadsbesluit 131004, nr. 19442. Bekendmaking 201004 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2. De verlaging als bedoeld onder het eerste lid, onderdeel 1 blijft achterwege, indien en voor zover de woonkosten hoger zijn dan de in de algemene bijstand begrepen bedrag voor woonkosten. Dit is niet van toepassing op de belanghebbende die als kostganger inwoont. 3. Het tweede lid van artikel 4 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 7 Verlaging vanwege de woonsituatie 1. De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt indien een woning wordt bewoond, waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten zijn verbonden: a. 15% van de gehuwdennorm als er sprake is van de maximale toeslag als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onderdeel a of indien de bijstandsnorm niet met toepassing van artikel 6 is verlaagd; b. 7% van de gehuwdennorm als er sprake is van een toeslag als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onderdeel a en b; c. 7% van de gehuwdennorm in de overige gevallen. 2Indien geen woning is aangehouden geldt de toeslag of korting van een dak- en thuisloze. Artikel 8 Bekendmaking Het college draagt er zorg voor dat bij wij ziging van de in de wet genoemde normbedragen alsmede de daarbij in deze verordening genoemde toeslagen en kortingen bekend worden gemaakt op de wijze zoals vermeld in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht Artikel 9 Uitvoering 1. Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening. 2. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels opstellen Artikel 10 Citeerartikel Deze verordening kan worden aangehaald als: "Toeslagenverordening". Artikel 11 Verantwoording Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad over de uitvoering van deze verordening. Artikel 12 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 en met ingang van deze datum wordt de Algemene bijstandsverordening inwerking getreden op 1 januari 1996 ingetrokken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 oktober 2004. voorzitter griffier Raadsbesluit 131004, nr. 19442. Bekendmaking 201004 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 365