leidingen die van invloed zijn op de externe veiligheid. Besluit Luchtkwaliteit De Europese richtlijn inzake beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit, de Kaderrichtlijn uit 1996 (96/62/EG), biedt het juridische kader voor het gemeenschappelijk luchtkwaliteitsbeleid in Europa. De implementatie van deze Europese Kaderrichtlijn (en de daarop gebaseerde dochterrichtlijnen met luchtkwaliteitsnormen) in de Nederlandse regelgeving heeft onder andere plaatsgevonden in het Besluit luchtkwaliteit (hierna: Besluit). Doel van dit Besluit is mensen te beschermen tegen risico's van luchtverontreiniging. Het geeft aan op welke termijn de normen gelden en gehaald moeten worden en welke bestuursorganen verantwoordelijk zijn voor het behalen van die normen. Momenteel wordt gewerkt aan het uiteindelijk vastleggen van regels in wetgeving. Overigens geldt deze regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit naast de reeds bestaande regels waaronder de Wet inzake de luchtverontreiniging. Bestuursorganen (Rijk, provincies en gemeenten) moeten ingevolge het geldende Besluit bij de uitoefening van hun bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit kunnen hebben, de in de richtlijnen vastgestelde grenswaarden in acht nemen voor de volgende stoffen: - zwaveldioxide - stikstofdioxide - zwevende deeltjes (PM 10) - koolmonoxide - benzeen - benzo(a)pyreen Ingevolge de toelichting op het Besluit behoren onder andere het vaststellen en herzien van een bestemmingsplan en het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot de hiervoor bedoelde bevoegdheden. Bij het nemen van besluiten zal primair gekeken moeten worden naar de grenswaarden (kwaliteitsnormen) van stikstofdioxide en zwevende deeltjes (PM10) aangezien op bepaalde plaatsen in Nederland de voor deze stoffen gestelde normen worden overschreden. Op basis van het Nationaal Luchtkwaliteitsplan 2005 wordt geconcludeerd, dat in Nederland momenteel alleen in uitzonderingssituaties overschrijdingen van de grenswaarden voorkomen van de andere in het Besluit genoemde stoffen. Daar waar de grenswaarden van deze stoffen worden overschreden, worden overigens ook altijd de grenswaarden voor stikstofdioxideen zwevende deeltjes (PM 10) overschreden. Het Besluit vermeldt bij de verschillende grenswaarden een termijn waarop de luchtkwaliteit uiterlijk aan de grenswaarden moet voldoen. Voor stikstofdioxide gelden voor geheel Nederland grenswaarden die uiterlijk in 2010 moeten worden gehaald. Bij de planontwikkeling is derhalve de kritische vraag of de situatie de te verwachten ontwikkelingen in aanmerking nemende uiterlijk in 2010 in overeenstemming met het Besluit zal zijn. Voor zwevende deeltjes (PM 10) gelden de in het Besluit gestelde grenswaarden. Ingevolge dit Besluit en de inmiddels ontstane jurisprudentie, dienen wij de consequenties van nieuwe ontwikkelingen voor de luchtkwaliteit te onderzoeken. Voor wat betreft deze nieuwe ontwikkelingen maken wij onderscheid in: - de consequenties van de aanwezige en nieuwe bedrijvigheid; - de consequenties van toenemend wegverkeer; - de consequenties van het situeren van zogenaamde gevoelige bestemmingen (zoals woningen en scholen) in de omgeving van deze bedrijven en wegen. 10 Beoordeling plan Met betrekking tot de luchtkwaliteit is voor het plan een onderzoek gedaan. Zowel voor 2007 als 2020 zijn er berekeningen uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn als bijlage bij de stukken gevoegd. Conclusie is dat de herbouw van het winkelcentrum en bovenwoningen geen dusdanige toename van het verkeer opleveren, dat de normen van het Besluit luchtkwaliteit 2005 worden overschreden. In zowel 2007 als 2020 wordt ruim voldaan aan de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. 7. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid economische uitvoerbaarheid Met betrekking tot de herbouw van het winkelcentrum is een financiële paragraaf opgesteld. Deze paragraaf maakt onderdeel uit van het raadsvoorstel en is in een aparte bijlage opgenomen. maatschappelijke uitvoerbaarheid - Inspraak Over de ontwikkelingsmogelijkheden van het te herbouwen c.q. opnieuw te realiseren winkelcentrum zijn enkele keren voorlichtingsbijeenkomsten geweest. Dit was op de inloopmarkt van 16 november 2006 en de wijkconferentie van 13 maart 2007. Op 24 mei 2007 is een informatie-avond georganiseerd. Verder heeft er telkens overleg plaatsgevonden met het wijkpanel en bewonersgroepen. Tijdens de bijeenkomsten is gelegenheid geboden tot het stellen van vragen en het maken van opmerkingen. Belangrijke opmerkingen die tijdens de verschillende avonden in het publiek zijn gemaakt: - het winkelcentrum dient zo veel mogelijk overdekt te worden - liefst naar buiten gekeerde winkels met zo mogelijk "open" etalages - meerdere toegangen naar het winkelcentrum, die s'avonds dicht kunnen - een gevarieerd aanbod in winkels en voorzieningen. - de bebouwing komt te dicht op de bestaande woningen - zorg dat het plein geen tochtgat wordt - een goede verkeerscirculatie - voldoende gratis parkeren voor bezoekers winkelcentrum en direct omwonenden - woningen op de kopse kanten (uiteinden aan de oost en westzijde) - als er toch woningen moeten komen hou ze dan betaalbaar. - qua architectuur een speels gebouw dat een aanwinst is in Bilgaard - niet de rechte dozen die er al veel staan - denk aan kindvriendelijkheid van het winkelcentrum - zorg dat de passage breed genoeg is voor activiteiten, zoals een braderie Gebleken is dat een grote meerderheid van de aanwezigen zich kan vinden in de plannen over de herbouw van het winkelcentrum, maar over de kwestie wel of geen woningen op het winkelcentrum zijn de meningen verdeeld. 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 418