i
Gemeentelijk Gezondheidsbeleid 2008-2011
het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het masterplan is voor Leeuwarden vertaald in de
speerpunten met betrekking tot de leefstijlen.
Ontwikkelingen binnen het algemeen gezondheidsbeleid
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kent een negental prestatievelden die
alle een relatie hebben met het gezondheidsbeleid. Het voert in deze nota te ver om hier
ook integraal de Wmo prestatievelden door te lichten op het aspect volkgezondheid.
Inhoudelijk is dit wel gedaan en dit komt ondermeer tot uitdrukking in het Wmo-
beleidsplan 2008-2011 en de diverse beleidsplannen op de specifieke prestatievelden.
Echter het gezondheidsbeleid is ook weer breder omdat ook met ruimtelijke ordening,
veiligheid, verkeer, vervoer en milieuzorg relaties bestaan in beleid en uitvoering. In de
gemeentelijke beleidsvoorbereiding en uitvoering zal, zoveel als mogelijk is, integraal
het aspect van de volksgezondheid worden meegenomen. Aangezien geen intensivering
voor het specifieke gezondheidsbeleid wordt voorgesteld zal de activiteit tot integrale
afstemming primair liggen bij de teams en sectoren op de andere werkterreinen. Binnen
de bestaande kaders zal met behulp van het middel van een gezondheidseffectschatting
(GES) het integraal werken op het gebied van gezondheidsbeleid worden geoefend.
De huidige beleidsuitvoering van het gemeentelijke gezondheidsbeleid is ondergebracht
in de volgende kaders:
1Het specifieke gezondheidsbeleid met een directe relatie met ondermeer de
verplichte uitvoering van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid en de
jeugdgezondheidszorg (JGZ) ligt bij de Thuiszorg jgz tot 4 jaar) en de
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Fryslan (onderdeel van de
Hulpverleningsdienst Fryslan) voor de onderdelen jeugdgezondheidszorg 4-18
jaar. Andere onderdelen bij de GGD zijn; preventie infectieziekten; toezicht
hygiëne en veiligheid; bevolkingsonderzoeken; reizigersvaccinatie;
gezondheidsbevordering
2. Het specifieke gezondheidsbeleid in relatie tot veiligheid is in het
deelprogramma "Acute zorg en vangnet" van de GGD opgenomen.
Onderdelen van dat deelprogramma zijn ondermeer: uitbraak infectieziekten;
Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR); forensische
geneeskunde.
3. Het specifieke gemeentelijke gezondheidsbeleid met de nadruk op leefstijlen
heeft vorm gekregen in het projectActie Leeuw.
4. Het algemene gezondheidsbeleid heeft voornamelijk vorm gekregen binnen de
prestatievelden 1 t/m 9 van de Wmo. Deze prestatievelden zijn nog in
beweging en vragen om een continue afstemming met de onderdelen van het
specifieke gezondheidsbeleid.
5. Beleidsterreinen als ruimtelijke ordening, sport en verkeer en vervoer hebben
ook indirect een effect hebben op de volksgezondheid en dit vraagt om
afstemming van beleid en uitvoering. Het gemeentelijk apparaat is hiervoor
primair verantwoordelijk om te overleggen over gezondheidseffecten van
overheidshandelen.
2
Gemeentelijk Gezondheidsbeleid 2008-2011
2 HOOFDSTUK: GEMEENTELIJK BELEID 2008-2011
2.1. Specifiek gezondheidsbeleid (wettelijk vereiste)
De jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar wordt uitgevoerd door Thuiszorg Het Friese Land en
de jeugdgezondheidszorg 4-18 jaar door de GGD. Het voornemen is om de gehele
Jeugdgezondheidszorg in één publieke organisatie onder te brengen onder aansturing
van de 31 gemeenten per 01-01-2009.
De andere taken van de WCPV liggen eveneens bij de GGD, namens ondermeer de
gemeente Leeuwarden.
2.2. Specifiek gezondheidsbeleid: speerpunten Leeuwarden
Deze speerpunten hebben betrekking op het gedrag van personen waarbij het accent van
de strategieën ligt op verleiding tot gezond gedrag, ondersteuning en facilitering van
gezond gedrag en minder op het werken met het "vermanende vingertje".
De volgende zeven speerpunten van beleid worden aan de raad voorgelegd:
Externe werking: Gebaseerd op Masterplan Gezond Leven
1.
Verminderen alcoholgebruik jongeren
2.
Verminderen overgewicht
3.
Verminderen roken
4.
Bevorderen seksuele gezondheid
5.
Opvoeding en vergroten weerbaarheid jeugdigen
Interne
werking: Eigen gemeentelijke speerpunten
6.
Bevorderen relatie met de eerstelijnszorg
7.
Verbeteren integraal beleid door gezondheidseffectrapportage.
3