Inleiding
In 2002 is de bestuursstructuur van de Sociale werkvoorziening gewijzigd. De uitvoering is
verzelfstandigd in NV Caparis, terwijl de regie met betrekking tot de uitvoering van de nWSW tot de
competentie van de gemeenschappelijke regeling is gebleven. De structuur van de
Gemeenschappelijke regeling is niet gewijzigd. De regeling is alleen aangepast voor wat betreft de
doelstelling en het aantal deelnemers (Leeuwarden
Daarnaast heeft in 2002 de invoering van het dualisme de verhouding tussen de Raad van de
gemeente en het college van B W aanzienlijk veranderd. De gemeenschappelijke regeling is nog
gebaseerd op de oude verhouding. De wetgever verplicht de gemeenten echter niet tot het aanpassen
van de gemeenschappelijke regeling aan de gevolgen van het dualisme.
Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling acht het wel gewenst om na te gaan of de
structuur van de GR nog functioneert in de nieuwe situatie. Zij heeft daartoe uit haar midden een
commissie benoemd die moet nagaan op welke wijze de structuur van de gemeenschappelijke
regeling zou kunnen worden aangepast om met bovengenoemde wijzigingen op een adequate manier
te kunnen functioneren. In dit voorstel wordt eerst ingegaan op de veranderingen die voortvloeien uit
de NV constructie. Vervolgens wordt stilgestaan bij de gevolgen van het dualisme voor de
gemeenschappelijke regeling. Ten slotte wordt een wijzigingsvoorstel gedaan die aan beide
veranderingen tegemoet komt.
Gemeenschappelijke regeling en de NV
Bij het fusieproces tussen DSW Leeuwarden en de Woudengroep is gekozen voor een structuur
waarbij beleid en uitvoering niet meer in een organisatie zitten. Voor het beleid of regie is de
gemeenschappelijke regeling verantwoordelijk. Om het aangegeven beleid ook daad werkelijk uit te
voeren is NV Caparis door de gemeenten opgericht. Voor deze constructie is gekozen om het
bestuurlijke deel niet te belasten met de bedrijfsvoering die aan de sociale werkvoorziening
verbonden is en het bedrijf niet te laten hinderen door de tragere besluitvorming van het bestuurlijke
deel.
Naast een raamcontract voor meerdere jaren sluit de gemeenschappelijke regeling een
jaarovereenkomst met NV Caparis waarin afgesproken wordt welke financiële middelen beschikbaar
worden gesteld en welke prestaties de NV Caparis hiervoor moet leveren. In 2004 is een start
gemaakt met het formuleren en verzamelen van kengetallen
Het beleid van een gemeenschappelijke regeling wordt aangedragen door de deelnemende gemeenten
en vastgesteld in het Algemeen bestuur. Om het beleid van de gemeenschappelijke regeling voor te
bereiden is een ambtelijke adviescommissie in het leven geroepen die het Dagelijks Bestuur adviseert
over de voorstellen die ter besluitvorming aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. Voor deze
constructie is gekozen omdat de sociale werkvoorziening een wezenlijk onderdeel is geworden van
het gemeentelijk arbeidsmarkt beleid. De gezamenlijke afspraken tussen de gemeenten over het SW
deel van het arbeidsmarktbeleid, moeten passen in het individuele arbeidsmarkt beleid van elk van de
gemeenten. De prestatie die in de jaarovereenkomst aan NV Caparis worden gevraagd, worden uit
deze gezamenlijke afspraken van de gemeenten gedestilleerd.
Gemeenschappelijke regeling en dualisme
Door het dualistische systeem dat in de gemeentelijke bestuursstructuur is in gevoerd is ook bij de
gemeenten een scherper onderscheid gemaakt tussen beleid (regie) en uitvoering. De Raad bepaalt het
beleid en het college van B W voert het beleid uit.
Om daar vorm aan te geven zijn de wethouders geen lid meer van de Raad. Indien we nu de structuur
van de gemeenschappelijke regeling beschouwen zien we dat deze nog gebaseerd is op de oude
constructie n.l dat de wethouders nog wel deel uitmaken van het algemeen bestuur. De wetgever ziet
dat in samenwerkingsverbanden als geen bezwaar. De werkgroep acht een nadere positie bepaling
echter wel van belang, waarbij de nadruk ligt op het meer betrekken van de gehele raad bij de
samenwerking op het beleidsterrein van de sociale werkvoorziening
Een nieuwe situatie
Voor de raadsleden van de deelnemende gemeenten in het Algemeen bestuur is het van belang te
weten of de afspraken die in de jaarovereenkomst met NV Caparis zijn neergelegd in hoofdlijnen
overeenstemmen met het arbeidsmarktbeleid dat in de eigen gemeente is vastgesteld. Daarmee
bepalen immers de gemeenten de regie van de sociale werkvoorziening in het werkgebied van de
gemeenschappelijke regeling.
Feitelijk kan men in de raad van eigen gemeente het college van B W aanspreken op de uitvoering
van dit onderdeel van het arbeidsmarktbeleid van de gemeente. Van belang is daarbij dat in dit beleid
voor het onderdeel SW de kengetallen vastgelegd zijn. Daarnaast is het van belang dat de raadsleden
van de deelnemende gemeente goed worden geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen het
beleidsterrein van de SW. Samenvattend is het voor de raadsleden van belang te weten:
Wat zijn de uitgangspunten van het gemeentelijk arbeidsmarkt beleid;
Welke afspraken zijn met NV Caparis gemaakt en stemmen die overeen met het eigen beleid
van de gemeente;
Welke ontwikkelingen doen zich voor op het beleidsveld SW.
De portefeuillehouders van de gemeenten in het Dagelijks Bestuur (en Algemeen Bestuurjzijn er op
gericht onderling overeenstemming te bereiken over het gewenste Sw beleid dat past in het
arbeidsmarkt beleid van hun eigen gemeente. Daarnaast zullen zij als uitvoerder van hun gemeentelijk
beleid, NV Caparis nauwlettend te volgen of de uitvoering plaatsvindt volgens de in de
jaarovereenkomst afgesproken afspraken. Ten slotte zullen zij conform de voorschriften van de wet
gemeenschappelijke regelingen verantwoording af moeten leggen in hun gemeenteraad over dat gene
van wat in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling is afgesproken.Samenvattend is het voor
de portefeuillehouders van belang te weten:
Passen de afspraken die gezamenlijk gemaakt zijn in het arbeidsmarktbeleid van mijn eigen
gemeente;
Voert de NV Caparis de jaarovereenkomst uit zoals afgesproken;
Kan ik het resultaat verantwoorden in de raad.
Uit bovenstaande blijkt dat de rollen van portefeuillehouder en raadslid in een algemeen bestuur door
het systeem van het dualisme wezenlijk veranderd zijn.
Deze verandering brengt met zich mee dat de structuur van de gemeenschappelijke regeling aangepast
kan (moet)worden om de verschillende rollen van de deelnemers te scheiden. Van belang is dat de
raden van de deelnemende gemeenten het door hun vastgestelde beleidskader voor de SW als
onderdeel van het gemeentelijk arbeidsmarkt beleid terugvinden in de uitvoering van de SW zoals
deze is vastgelegd in de jaarovereenkomst met NV Caparis. Naar het oordeel van de werkgroep kan
de rol van het raadslid in het Algemeen Bestuur beter in de individuele raad worden uitgeoefend.De
rol van de portefeuillehouder beter in het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
Door in de regeling op te nemen dat het bestuur van de regeling in het voorjaar met de raden van de
gemeenten individueel overleg pleegt, en in het najaar met de gezamenlijke raden het vastgestelde
beleid voor het komende jaar toelicht, wordt de betrokkenheid van de raden van de deelnemende
gemeente aanzienlijk vergroot. Op deze wijze kan in de uitvoering door NV Caparis ook meer
maatwerk geleverd worden.
3