Nr
Naam
Organisatie
Vraag I Reactie
Antwoord reactie gemeente
opmerkingen, kanttekeningen en vragen, te weten:
Onze instellingen bieden opvang, wonen en ambulante
ondersteuning voor mensen in een crisissituatie, dak- en
thuislozen en zij die dat dreigen te worden. Het betreft
jongeren, volwassenen en gezinnen, al dan niet met kinderen.
Mensen met complexe problemen waarvan een groot deel
AWBZ-zorg ontvangt op basis van een psychiatrische
grondslag, psychosociale grondslag en soms een
verstandelijke- of lichamelijke beperking. In paragraaf 1.1.2.
Voor wie is de WMO bedoeld noemt u zeven
hoofdcategorieën, waarbij u de groep dak- en thuislozen
expliciet noemt onder de categorie mensen met psychosociale
of materiële problemen. De doelgroep waar de
maatschappelijke opvang zich op richt kan in tegenstelling tot
de bewering onder 1.1.2 (net als ouderen) onder verschillende
categorieën vallen en kan zowel een tijdelijke als een meer
permanente vorm van ondersteuning nodig hebben.
Wij missen in het beleidsplan een visie op de samenhang
tussen de beleidsterreinen - waarvan een deel gemeentegrens
overschrijdend is en deel niet - met andere gemeenten in regio
en provincie op het beleidsterrein van de WMO. In het licht van
de gewenste samenhang en integraliteit vinden we dat wel
noodzakelijk. Zo is binnen de crisisopvang (Blijenhof Burgum)
vallend onder prestatieveld 7, waarvoor Leeuwarden
centrumgemeente voor Fryslan is, veel behoefte aan
opvoedingsondersteunende activiteiten (prestatieveld 2).
Ons werk beperkt zich niet tot de prestatievelden 7, 8 en 9
waar meer specifiek op het beleidsterrein van de
maatschappelijke opvang en verslavingszorg wordt ingegaan:
Prestatieveld 1wij onderschrijven van harte de
door uw voorgestelde ontwikkeling van
woonservicezones met maatschappelijke opvang
Mensen zijn niet in te delen in compartimenten. Zij
kunnen verschillende kenmerken en problemen
hebben en daarmee behoefte aan meerdere vormen
van ondersteuning. Elke doelgroepindeling is daarmee
arbitrair. De functie 'maatschappelijke opvang' en de
doelgroep die de gemeente daarbij primair op het oog
heeft is mogelijk niet meer één op één dezelfde als de
doelgroep waarop grote instellingen voor
maatschappelijke opvang zich richten. Wij hebben met
maatschappelijke opvang op het oog de tijdelijke
opvang. In het IOO-rapport van maart 2007 gaat men
uit van een aaneengesloten duur van 12 maanden
voor maatschappelijke opvang. Daarna spreekt het
rapport van AWBZ-gefinancierde woonvoorzieningen.
Wij zien de ontwikkeling, dat grotere instellingen voor
maatschappelijke opvang een breed pakket aan
diensten bieden, gefinancierd uit verschillende
bronnen. Wij hechten belang aan ketenzorg,
waaronder preventie en nazorg, en optimale
afstemming. Wij richten ons met de functie
'maatschappelijke opvang' echter primair op de tijdelijk
opvang.
Zoals hiervoor opgemerkt gaan wij uit van
maatschappelijke opvang en in het bijzonder
crisisopvang als vormen van tijdelijke ondersteuning.
De gemeentelijke financiering richt zich primair op de
basisfuncties: bed, bad, brood en basisondersteuning.
Indien de duur van de opvang van kinderen in
gezinsverband daartoe aanleiding geeft, kan
opvoedingsondersteuning een bijdrage leveren aan
een duurzame terugkeer naar de samenleving.
Tijdelijke bewoners van opvangvoorzieningen kunnen
daarbij een beroep doen op de reguliere voorzieningen
voor opvoedingsondersteuning. Wij hebben geen
aanleiding gezien om opvoedingsondersteuning
specifiek in verband te brengen met crisisopvang of
maatschappelijke opvang.
Nr
am
Organisatie
Vraag Rec._ .«e
Antwoord reactie gemeente
en wijkvoorzieningen.
Binnen prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning
bij opgroeien en opvoeden beweegt zich onze
opvang voor zwerfjongeren in het Huis voor
Jongeren en onze ambulante woonondersteuning
voor jongeren. In dit prestatieveld (dan wel in
prestatieveld 7) zien wij graag opgenomen het
structureel inzetten van een
interventiemedewerker voor het opsporen van
jongeren in knelsituaties, (outreachende werkwijze
vanuit het Huis voor Jongeren).
Binnen prestatieveld 3 staat de vorming van het
"WMO brede 1 loket" centraal. Op dit moment
wordt dit in een separate nota uitgewerkt en aan
de gemeenteraad voorgelegd. Wij willen graag
weten op welke wijze hiervoor de inspraak wordt
vormgegeven.
Bij prestatieveld 4 zouden wij bij vrijwilligers en
mantelzorgers graag opgenomen zien dat er ook
vrijwilligersactiviteiten zijn gericht op nazorg, zoals
het maatjesproject.
Onder prestatieveld 5 beschrijft u dat onder regie
van de gemeente steeds nauwere samenwerking
plaats vindt tussen corporaties en zorg. Wij willen
hier graag nadrukkelijker aandacht voor voldoende
betaalbare woningen voor cliënten die uitstromen
uit onze opvanginstellingen. Hier is momenteel
een groot tekort aan, waardoor de doorstroming
binnen de opvang ernstig stagneert. Daarnaast is
Tot op heden hebben wij bij uw instelling geen
'interventiemedewerker voor het opsporen van jongeren in
knelsituaties' gesubsidieerd. U hebt op 27 september 2007
een subsidieaanvraag ingediend voor een dergelijke
functie. Uit de aanvraag blijkt, dat deze functie in 2007 op
experimentele basis is gefinancierd door het Zorgkantoor.
Uw aanvraag wordt door ons in behandeling genomen. Het
opnemen van een dergelijke functie in het Wmo-
beleidsplan is in dit verband voorbarig en wordt door ons
niet overgenomen.
De ontwikkeling van het Wmo-loket vindt plaats in nauwe
samenwerking met instellingen en instanties die de
functies informatie, advies en cliëntondersteuning
uitoefenen. De voorstellen voor de vormgeving van 'het
Wmo-loket' worden binnenkort aangeboden aan de
Raadscommissie. De voorstellen bevatten meerdere
varianten, zoals de Raad ons bij motie heeft gevraagd.
Binnen de daarvoor geldende regels kan elke burger zijn
zienswijze op de voorstellen naar voren brengen. Wij
hebben niet voorzien in een andere vorm van inspraak dan
die op het Wmo-Beleidsplan als zodanig.
Wij weten dat het maatjesproject met vrijwilligers werkt
en het project ook een functie heeft in de nazorg. De reden
dat het niet is opgenomen in het overzicht is, dat niet naar
volledigheid is gestreefd. Wij zijn echter wel op de hoogte
van deze activiteiten en volgen die met interesse.
Wij delen uw opvatting aangaande de noodzaak
doorstroomwoningen beschikbaar te krijgen. Onder
prestatieveld 7, maatschappelijke opvang en
vrouwenopvang, paragraaf 'opvang na detentie',
formuleren wij het als volgt: "Met de woningcorporaties
wordt overleg gevoerd over de stagnatie die het beperkte
aanbod van woningen oplevert. De gemeente heeft echter
slechts beperkte invloed op het beschikbaar komen van
15