Blad 2
3. De drie uitgewerkte varianten.
Op basis van een verkenning in de stad en bestudering van
een grote hoeveelheid publicaties kunnen in theorie drie
basisvarianten voor een 'Wmo-loket' worden gepresenteerd.
Deze zijn:
Variant 1: Stedelijke organisatie met 1 centraal in
de stad gevestigd Wmo-loket
Variant 2: Stedelijk samenwerkingsverband met
handhaving van bestaande loketten plus een loket in
het stadskantoor
Variant 3Netwerkbenadering (Mix van publiek en
privaat)
4.De beschikbare financiële middelen.
De gemeente heeft geen specifieke extra middelen ontvangen
voor de realisering van het 'Wmo-loket'Ombuiging van
bestaande subsidiestromen en mogelijke ruimte in het Wmo-
budget komen als eerste in aanmerking om het 'Wmo-loket' te
financieren.
De MEE-organisatie heeft van het ministerie de verplichting
gekregen met de gemeente samen te werken bij de invulling
van de functies van informatie advies en
cliëntondersteuning. Daarnaast verstrekt de gemeente
subsidie aan SWOL voor de vervulling van de functie van
ouderenadviseur en aan HWL voor ondersteuning van burgers
in de sociale winkel. De inzet van MEE en de subsidies aan
SWOL en HWL kunnen derhalve bij de uitwerking worden
betrokken
Daarnaast heeft het rijk voor de nieuwe taken op het
terrein van de Wmo middelen ter beschikking gesteld. De
hulp bij het huishouden en de ondersteuning van
mantelzorgers en vrijwilligers vormen daarvan het
voornaamste onderdeel. Deze middelen worden vanaf 2008
toegekend volgens een objectief verdeelmodel. Het budget
van 2 0 07, ruim 9.000.000, neemt vanaf 2008 daardoor
stapsgewijs toe tot uiteindelijk in 2010 ruim 10.250.000.
Bij onze raming van de uitgaven voor 2008 zijn wij er
vanuit gegaan dat in het budget voor dat jaar, naast de
uitvoeringskosten en de kosten voor de individuele
voorzieningen, nog ruimte aanwezig is van 250.000
(prijspeil 2007) voor invulling van het 'Wmo-loket' bovenop
de genoemde subsidies en de inzet MEE.
De ervaring met de uitvoering van de Wmo is te kort, nog
geen jaar, om nu al uitspraken te kunnen doen over de
toereikendheid of vrije ruimte in de jaren na 2008. Bij de
beschrijving van de verschillende varianten in de notitie
is aangegeven of de variant realiseerbaar is binnen het
geschetste budgettaire kader voor 2 008.
Blad 3
5. De gehanteerde uitgangspunten voor de keus uit de drie
varianten.
Voortvloeiend uit de opdracht van de raad, het Wmo-
beleidsplan en de omstandigheden waarin het 'Wmo-loket'
dient te functioneren kan een aantal uitgangspunten worden
benoemd waaraan de vormgeving van de functies van
informatie advies en cliëntondersteuning dient te
voldoen:
onafhankelijkheid
keuzevrijheid en de zelfredzame burger
de niet of minder zelfredzame burger
informatie en advies functie ten opzichte van
cliëntondersteuning
outreachende aanpak cliëntondersteuning
vraagtoeleiding en vraagafhandeling
afstemming AWBZ - Wmo
de verschijningsvorm(en) van een loket
ontwikkelingen binnen de gemeente en in de publieke
dienstverlening
differentiatie in indicatie
bureaucratie te lijf
Van de zijde van cliëntorganisaties worden de volgende
criteria benoemd in hun aanbevelingen voor de vorming van
het Wmo-loket: bereikbaarheid, toegankelijkheid,
herkenbaarheid, deskundigheid, onafhankelijkheid en
persoonlijk.
6. De voorgestelde keus.
Hantering van deze criteria en uitgangspunten adviseren wij
u te kiezen voor variant 2De bestaande en bij een groot
deel van de burgers bekende sociale infrastructuur wordt in
deze variant uitgebouwd en geoptimaliseerd. De
cliëntondersteuning, het 'om- of meitinken'naar onze
mening het hart van het Wmo-loket, bouwt voort op de
ervaring van met name de cliëntondersteuners van MEE, SWOL
en HWL en kan zo op onafhankelijk objectieve wijze nog
dichter bij vooral de niet of minder zelfredzame burger
worden uitgevoerd.
Voor burgers die de weg zelf weten te vinden wordt niet,
zoals in de eerste variant, een loket voor een loket
geplaatst. Hen wordt bij verschillende organisaties
dezelfde informatie beschikbaar gesteld.
Tegen variant 1 pleit ook dat hiervoor nauwelijks tot geen
draagvlak aanwezig is in de stad en op moeizame wijze een
geheel nieuwe structuur en organisatie moeten worden
opgebouwd. Ook het kostenaspect is bij deze variant
bezwarend.